32 033
Mediabeleid

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2009

Tijdens het debat op 1 juli 2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 102 blz. 8111–8129) over mogelijke schendingen bij de publieke omroep van de Mediawet en de eigen gedragscode met betrekking tot inkomsten heb ik uw Kamer toegezegd te zullen nagaan of aan het Commissariaat voor de Media meer bevoegdheden moeten worden toegekend. Hierbij deel ik u mede dat de door mij gecommuniceerde planning om deze brief nog voor de behandeling van de mediabegroting op 30 november 2009 aan uw Kamer te sturen helaas niet haalbaar is. Door drukke prioritaire werkzaamheden rondom onder meer de erkenningverlening van omroepverenigingen en de mediabegrotingsbrief is het niet mogelijk gebleken het onderzoek, dat in overleg met het Commissariaat en de Nederlandse Publieke Omroep plaatsvindt, tijdig af te ronden. Ik verwacht uw Kamer in het eerste kwartaal van 2010 te informeren.

Tijdens het plenaire debat over het voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten (AVMD-richtlijn)1 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 91 blz. 7167–7177 en blz. 7181–7196) heb ik toegezegd uw Kamer bij brief te zullen informeren over de toezichtkosten voor niet lineaire audiovisuele mediadiensten op aanvraag. Hierbij deel ik u mede dat de door mij gecommuniceerde planning om deze brief half november 2009 te versturen helaas niet haalbaar is. Ook hier is het door drukke prioritaire werkzaamheden rondom onder meer de erkenningverlening van omroepverenigingen en de mediabegrotingsbrief niet mogelijk gebleken het overleg met het Commissariaat over aanpassing van de regeling toezichtkosten tijdig af te ronden. Ik verwacht uw Kamer begin 2010 de toegezegde brief te sturen. Hier ondervinden aanbieders van niet lineaire mediadiensten op aanvraag overigens geen nadelen van. Zolang de regeling niet is aangepast worden geen toezichtkosten in rekening gebracht.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Kamerstukken II, 2008–2009, 31 876.

Naar boven