De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Interventiewet een belangrijke uitbreiding is van het crisisinstrumentarium
om problemen in de financiële sector het hoofd te bieden;
overwegende dat met de Interventiewet de minister van Financiën ingeval van ernstig
en onmiddellijk gevaar voor de financiële stabiliteit onmiddellijk kan ingrijpen;
overwegende dat het instrumentarium beoogt dat maatregelen van de minister van Financiën
en de Nederlandsche Bank zien op het behoud van de nutsfuncties van banken en de waarborging
van de stabiliteit van het financiële stelsel, en de kosten voor de belastingbetaler
tot het uiterst mogelijke beperken;
overwegende dat banken doorgaans een complexe organisatiestructuur kennen;
overwegende dat herstel- en resolutieplannen inzichtelijk dienen te maken hoe een
bank ordentelijk kan worden afgewikkeld;
overwegende dat de verplichting van herstel- en resolutieplannen voor banken een nationale
aangelegenheid is;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat banken hun nutsfuncties zodanig inrichten
dat deze functies in noodsituaties effectief kunnen worden veiliggesteld door eventuele
maatregelen van de minister van Financiën en de Nederlandsche Bank die zij op grond
van de Interventiewet kunnen nemen, en dat de Nederlandsche Bank sancties kan opleggen
om dit af te dwingen;
verzoekt de regering voorts, op Europees niveau te pleiten voor een wettelijke verankering
van herstel- en resolutieplannen in het voorgenomen Europese crisisinterventieraamwerk,
zodat op termijn sprake is van een gelijk speelveld voor Nederlandse banken ten opzichte
van de rest van Europa,
en gaat over tot de orde van de dag.
Huizing