31 980 Parlementair onderzoek financieel stelsel

Nr. 43 NADER GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN HUIZING EN BLANKSMA-VAN DEN HEUVEL TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 37

Voorgesteld 22 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in de Code Banken, die per 1 januari 2010 in werking is getreden, is opgenomen dat iedere bestuurder een moreel-ethische verklaring, de zogenaamde «bankierseed», dient te ondertekenen;

constaterende, dat deze bankierseed niet is gekoppeld aan een geschiktheids- en betrouwbaarheidstoetsing van bestuurders van banken door DNB, zoals werd voorgesteld in het rapport «Naar herstel van vertrouwen» van de Commissie Toekomst Banken;

overwegende, dat iedere bank op dit moment zijn eigen invulling aan de bankierseed kan geven en ook geeft;

overwegende, dat daardoor het doel van de bankierseed, namelijk het vergroten van de bewustwording bij alle bestuurders, bankmedewerkers en het algemeen publiek van de verantwoordelijkheid die bankiers dragen voor hun bank en voor het maatschappelijk belang, onvoldoende wordt bereikt;

verzoekt de regering de koppeling van de bankierseed aan de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoetsing van bestuurders van banken door DNB, wettelijk te verankeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Huizing

Blanksma-van den Heuvel

Naar boven