Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2022
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft op 1 april jl. een brief
ontvangen van (onder meer) de Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland (NMH) te Zaandam
met als bijlage de analyse «Woningbouwbehoefte en vliegtuiglawaai», en heeft mij om
een reactie op deze analyse gevraagd. Hierbij stuur ik deze reactie, mede namens de
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
De milieuorganisaties in samenwerking met bewonersgroepen hebben een analyse gemaakt
waarin zij aangeven dat veel van de woningbouwplannen rondom de luchthaven Schiphol
niet door zouden mogen gaan, omdat die in een gebied liggen met een te hoge geluidbelasting.
De organisaties stellen dat tot op grote afstand van de luchthaven woningbouw niet
mogelijk is zonder dat er sprake is van gezondheidsschade. Hierbij hanteren zij de
advieswaarde van 45 dB Lden als grens van de gezondheidsschade. Deze waarde is ontleend aan de «Environmental
Noise Guidelines for the European Region» van de World Health Organization (WHO).
De organisaties roepen gemeenten op om van het Rijk te eisen dat het vliegverkeer
(en daarmee de geluidcontour) zodanig krimpt dat woningbouwplannen buiten de 45 dB
Lden-contour komen te liggen.
Het Nederlandse vestigingsklimaat en onze economie zijn gebaat bij een internationale
luchthaven met een kwalitatief hoogwaardig netwerk van wereldwijde verbindingen. De
luchthaven is ook van belang voor studie, familiebezoek en vakantie. Tegelijkertijd
ziet het kabinet de impact die Schiphol heeft op de directe (leef)omgeving en de wensen
om extra woningen te bouwen. Er moet daarom aandacht zijn voor het verminderen van
de negatieve effecten van luchtvaart op mens, milieu en natuur. Omwonenden maken zich
begrijpelijkerwijs zorgen over de geluidhinder. Voor alle betrokkenen is duidelijkheid
over deze onderwerpen van belang. Daarom heeft het kabinet uitgesproken dat, zoals
opgenomen in het coalitieakkoord, in 2022 een besluit zal worden genomen over deze
onderwerpen.
De kern van de WHO-richtlijnen voor omgevingsgeluid is dat geluidhinder schadelijk
is voor de gezondheid van omwonenden en om die reden zou moeten worden beperkt. De
richtlijnen gaan over meerdere modaliteiten: weg-, rail- en vliegverkeer, en ook over
windturbines. Het gaat hier om gezondheidskundige advieswaarden en niet om wettelijke
normen. Naar aanleiding van deze WHO-richtlijnen voor omgevingsgeluid is advies uitgebracht
door het RIVM. In de loop van het jaar zal de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat de Tweede Kamer informeren over een uitwerking van de aanbevelingen
in dit advies. In dat kader wordt ook in beeld gebracht voor luchtvaart hoe door ons
omringende landen wordt omgegaan met de WHO-advieswaarden.
De Luchtvaartnota (Kamerstuk 31 936, nr. 820) zet in op het verminderen van geluidhinder en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit.
Met de programmatische aanpak geluid Schiphol wordt de eerste invulling gegeven aan
deze doelstelling. Recent is aangekondigd dat een isolatiepakket wordt uitgewerkt.
Er is een grote woningbouwopgave in ons land. Hierover wil het kabinet in het najaar
bestuurlijke afspraken maken. Rond Schiphol is het ministerie met de regio in gesprek
om tot een aanpak te komen die gemeenten helpt bij het maken van een afweging over
woningbouw die recht doet aan geluidhinder die mensen van vliegtuigen ondervinden.
Voor het bouwen van woningen geldt uiteraard dat hier zorgvuldig mee moet worden omgegaan,
gelet op onder andere de geluidcontouren rondom Schiphol. Het kabinet zal uiteindelijk
een integrale afweging maken van alle belangen en activiteiten die samenkomen in Noord-Holland,
waaronder woningbouw en luchtvaart.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers