Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2020
Op 5 september jl.1 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik na de PAS uitspraak van de Raad van State projectspecifiek
stikstofonderzoek voor Luchthaven Lelystad ben gestart om tot een passende beoordeling
te komen. Mede naar aanleiding van diverse publicaties in de media, waaronder de NOS
op donderdag 6 februari jl., informeer ik u met deze brief over de stand van zaken
om eventuele onduidelijkheid weg te nemen.
Ik hecht eraan te benadrukken dat het onderzoek van het bureau 4Cast, waarvan in de
berichtgeving melding is gemaakt, en waarvan in sommige daarop volgende (social) media
de indruk wordt gewekt dat deze «achter is gehouden», géén betrekking heeft op beslisinformatie
uit het verleden, maar onderdeel is van een onderzoekstraject om te komen tot een
passende beoordeling. Uw Kamer zal hierover vanzelfsprekend tijdig worden geïnformeerd.
Ter toelichting het volgende.
Zoals ik in mijn brief van 5 september jl. heb aangegeven, heb ik het project- specifieke
onderzoek naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State voor Lelystad Airport
opgepakt omdat het Programma Aanpak Stikstof als kader met deze uitspraak is komen
te vervallen. Het betreft een uitgebreid onderzoekstraject dat uiteindelijk tot een
passende beoordeling moet leiden en omvat een aantal fasen:
-
1. Opstellen van invoerbestanden (gegevens over vliegtuigbewegingen, luchthaven gebonden
emissiebronnen en verkeersstromen van en naar de luchthaven).
-
2. Uitvoeren van berekeningen van de bijdrage van Lelystad Airport aan de stikstofdepositie
met het actuele Aerius model.
-
3. Ecologische beoordeling van de berekende effecten en op basis daarvan bepalen of en
zo ja, in welke mate significante effecten kunnen worden uitgesloten.
-
4. Daar waar significant negatieve effecten niet uitgesloten kunnen worden kijken naar
mogelijke maatregelen, zoals intern en extern salderen of compenseren.
-
5. Het doorrekenen van de mogelijke maatregelen om te komen tot een sluitende passende
beoordeling.
In de zomer van 2019 zijn de gegevens over vliegtuigbewegingen en de verkeersgegevens
aangeleverd aan het RIVM (stap 1). Hiermee voert het RIVM de berekeningen van de depositiebijdragen
van de voorgenomen activiteit op Natura2000-gebieden uit (stap 2). Op basis van deze
berekeningen is RHDHV gestart met een eerste ecologische beoordeling (stap 3). Mede
op basis hiervan zullen stap 4 en 5 worden uitgevoerd. Belangrijk is dat op het moment
dat de maatregelen helder zijn alles opnieuw zal worden doorgerekend. Daarbij zal
nu ook de uitkomst van het advies van de Commissie voor de m.e.r. worden betrokken.
De rekenresultaten uit stap 2 zijn nog niet af.
Het «onderzoek door het bureau 4Cast» waar in de NOS-berichtgeving melding van wordt
gemaakt, betreft aldus het opstellen van invoerbestanden die aan RIVM zijn aangeleverd.
Dit is een bouwsteen in een uitvoerig onderzoeksproces om uiteindelijk tot een sluitende
passende beoordeling te komen. De gebruikelijke gang van zaken is dat uw Kamer wordt
geïnformeerd als het onderzoek is afgerond en de resultaten aan uw Kamer bekend kunnen
worden gemaakt. Van het achterhouden van informatie is in mijn ogen geen enkele sprake.
Ik verwacht u in het voorjaar de onderzoeksresultaten toe te kunnen zenden.
Met deze brief hoop ik de ontstane onduidelijkheid te hebben weggenomen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga