31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 507 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2018

Op woensdag 30 mei jl. heeft de belevingsvlucht over de toekomstige vliegroutes van Lelystad Airport plaats gevonden. Met een regiegroep, waarin bewoners zijn vertegenwoordigd, heeft afstemming plaatsgevonden over de wijze waarop de vlucht zou worden uitgevoerd. De regiegroep, onder voorzitterschap van de heer van der Vlist, heeft de vlucht nadien geëvalueerd.

De belevingsvlucht was een wens van bewoners onder de vliegroutes en is door mijn ministerie opgezet om de mensen een indruk te geven van het geluid dat een overvliegend toestel geeft. De metingen geven mensen een getalsmatige referentie bij hun beleving. De bevindingen van de regiegroep over meten zal ik betrekken bij het lopende onderzoek naar de rol die metingen kunnen spelen in relatie tot berekeningen. Om een goed beeld te krijgen van wat potentieel kansrijke toepassingen zijn van het meten van vliegtuiggeluid heb ik verschillende acties in gang gezet, zoals gemeld in mijn eerdere toezegging om u te informeren in mijn verzamelbrief van 20 juni jl.1

Bij deze brief treft u het evaluatierapport van de regiegroep aan2. Daarbij stuur ik u de eindrapporten van de geluidmetingen door Munisense en de belevingsmonitor door Motivaction3. De evaluatie is door mij op maandag 9 juli, met een brede waardering voor de inzet van alle regiegroepleden, in ontvangst genomen. Ik zal de bevindingen bestuderen en deze zomer richting uw Kamer met een inhoudelijke reactie komen.

De belevingsvlucht, en de wijze waarop dit in samenwerking met belanghebbenden is georganiseerd, vormt als geheel een waardevolle ervaring, die ik zal benutten voor de nieuwe wijze van participatie in de luchtvaart4.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 31 936, nr. 488

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Kamerstuk 31 936, nr. 491

Naar boven