31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 340 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2016

In de regeling van werkzaamheden op 9 juni 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 94, Regeling van Werkzaamheden) is door de Kamer gevraagd om een brief over de ontwikkelingen met betrekking tot de stakingsdreiging bij Air France, de onderhandelingen met de Franse vakbonden en de reactie hierop vanuit het kabinet. Daarnaast zijn op 9 juni 2016 Kamervragen gesteld door de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA). Met deze brief geven we invulling aan het verzoek van uw Kamer. De antwoorden op de genoemde Kamervragen worden als bijlage bij deze brief verzonden (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 2832).

Aanleiding van de vragen is de staking bij Air France en de berichten in de media dat er plannen zijn bij Air France om vluchten van KLM op Amsterdam Schiphol over te hevelen naar Parijs Charles de Gaulle. Air France KLM heeft aangegeven dat hiervan geen sprake is en dat op dit punt geen toezeggingen zijn gedaan.

De Franse piloten zijn vanaf zaterdag 11 juni in staking gegaan met een mogelijke verlenging tot en met dinsdag 14 juni. Volgens Air France raakt de staking tussen de 15 en 30 procent van de vluchten van Air France van en naar luchthaven Parijs Charles de Gaulle (de middellange afstandsvluchten worden het meest geraakt).

De Franse piloten hebben in hun overleg met de directie van Air France ondermeer aangegeven dat ze willen dat Air France meer vliegtuigen krijgt. In dit licht is door hen aanpassing van de zogenaamde productiebalans aan de orde gesteld. De productiebalans is een afspraak van de onderneming, beide luchtvaartmaatschappijen, en hun pilotenvakbonden en ziet op een evenwichtige toekomstige ontwikkeling van de activiteiten van beide bedrijfsonderdelen. De oorspronkelijke afspraak over de productiebalans is reeds in 2006 gemaakt en in 2011 aangepast.

Het kabinet is van mening dat de ontwikkelingen bij Air France niet ten koste mogen gaan van rendabele verbindingen van KLM en daarmee het bestemmingennetwerk van KLM op Schiphol. In dit licht is wat betreft het kabinet een aanpassing van de productiebalans dan ook niet aan de orde: groei moet worden «verdiend» zoals in de strategie van Air France KLM «Perform 2020» is opgenomen. Prioriteit bij Air France en KLM moet liggen bij het besparen van kosten en het verhogen van hun productiviteit. Tegemoet komen aan de eisen van de piloten zonder dat daar hun bijdrage tegenover staat is een verkeerd signaal; zowel naar de Franse piloten als naar hun Nederlandse collega's. Ook de Franse overheid is met ons van mening dat er geen sprake kan zijn van dat problemen bij het ene bedrijfsonderdeel worden opgelost ten koste van rendabele activiteiten bij het andere onderdeel.

In onze contacten met KLM en Air France KLM zullen wij erop blijven wijzen dat voor een gezonde toekomst van Air France KLM het noodzakelijk is dat de onderneming flink snijdt in de kosten. Dat geldt voor beide luchtvaartmaatschappijen; zowel Air France als KLM.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven