Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 31934 nr. 35 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 31934 nr. 35 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2020
Inleiding
Uw Kamer heeft aangegeven in het Algemeen Overleg over de Douane op 22 september as. over diverse onderwerpen te willen spreken, waaronder integriteit en de Brexit. Ter voorbereiding van dit debat informeer ik u nader over de stand van zaken van deze onderwerpen. Bij het onderwerp integriteit kom ik mijn toezegging1 na om u te informeren over de versterking van de screening van medewerkers. Daarbij maak ik met deze brief van de gelegenheid gebruik om u nader te informeren over een aantal andere ontwikkelingen bij de Douane. In deze brief ga ik daarnaast in op het verzoek van het lid Lodders (VVD) om een nadere stand van zaken voor wat betreft het toezicht van de Douane op de in-, uit- en doorvoer van strategische goederen.
De volgende onderwerpen komen aan de orde in deze brief:
1. Onze opgave
2. Onze omgeving
3. Onze mensen, middelen en activiteiten
4. Onze resultaten
5. Externe ontwikkelingen
6. Interne ontwikkelingen
7. Onze ambitie
8. Verdieping actuele thema’s
8.1. Integriteit
8.2. Leiderschap en cultuur
8.3. Brexit
8.4. Aanpak volumestijging
8.5. Personeel
8.6. Smokkel van verdovende middelen
8.7. Dienstverlening
8.8. Douanetoezicht op strategische goederen
8.9. COVID-19
Als handhavingsorganisatie houdt de Douane toezicht op het EU-grensoverschrijdende goederenverkeer, heft en int invoerrechten en belastingen en handhaaft wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid, economie, gezondheid en milieu. Daarnaast heft en int de Douane in het binnenland accijnzen en verbruiksbelastingen. Zo draagt de Douane bij aan een:
• solide financiering van de publieke taken;
• een veilige samenleving;
• een sterke, aantrekkelijke en eerlijke (interne) markt.
De Douane voert opdrachten uit op grond van het Douanewetboek van de Unie (DWU) en tientallen Europese verordeningen. Samen met andere lidstaten en de Europese Commissie stelt Nederland deze EU-wetgeving vast en wordt het Europees douanebeleid geformuleerd. In de Wereld Douane Organisatie werkt Nederland ook mondiaal aan beleidsvorming op douaneterrein. Hierdoor profiteert het bedrijfsleven in én buiten de EU van gestroomlijnde procedures.
Daarnaast is er nationale wet- en regelgeving, zoals de Algemene douane wet (Adw), op grond waarvan de Douane opdrachten uitvoert.
De opgave wordt samengevat met de letters ABC:
Afdracht van invoerrechten, belastingen en accijnzen (A)
De Douane heft en int de invoerrechten, btw, verbruiksbelastingen en accijns – samen goed voor ongeveer 16 miljard euro per jaar. De invoerrechten ad. ca. 3 miljard euro per jaar worden – na aftrek van een percentage voor de perceptiekosten – afgedragen aan de EU. De overige 13 miljard aan belastingen en accijns vloeit naar de Nederlandse staatskas.
Bescherming van de samenleving (B)
De Douane zorgt ervoor dat goederen die schadelijk, gevaarlijk of anderszins ongewenst zijn niet via ons land de EU binnenkomen of uitgaan. Zo houdt de Douane verboden medicijnen, verdovende middelen en grondstoffen voor drugs en explosieven tegen. Dit geldt ook voor beschermde plant- en diersoorten, die vaak illegaal worden verhandeld. Verder houdt de Douane toezicht op grote sommen contant geld en waardepapieren, want die kunnen wijzen op witwassen of terrorismefinanciering. De Douane houdt toezicht op de internationale handel in zogenaamde strategische goederen, zoals militaire goederen en dual use goederen (goederen met een normale civiele toepassing, die ook gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld massavernietigingswapens, ballistische raketten of conventionele militaire goederen te maken) en op naleving van sanctiemaatregelen tegen diverse landen en regimes.
Versterking van de Nederlandse en Europese concurrentiepositie (C)
De Douane heeft een belangrijke economische opdracht: het versterken van de concurrentiepositie van de Nederlandse en Europese handel en industrie. Dit doet de Douane onder meer door het opleggen van antidumpingheffingen als Europese producenten lijden onder dumpingpraktijken van producenten uit derde landen. Hierbij faciliteert de Douane bonafide ondernemers zo goed mogelijk. We proberen bij het uitvoeren van onze taken de logistieke processen zo min mogelijk te verstoren en eventuele knelpunten op dit vlak te voorkomen en te verhelpen. Daarom zoekt de Douane voortdurend naar de balans tussen handhaving en handelsfacilitatie.
De Nederlandse Douane heeft een belangrijke positie voor wat betreft het EU-grensoverschrijdende goederenverkeer. Want Nederland is een belangrijke toegangspoort voor Europa: veel goederen komen de EU binnen of verlaten de EU via Nederlandse havens en luchthavens. In 2019 verwerkte Nederland de meeste havengoederen van alle lidstaten: ca. 17% (607.524 duizend ton) van alle havengoederen (3.514.995 duizend ton) van de EU.2 In 2019 werd ca. 12% (1.703.662 ton) van alle vracht en post(pakketten) van de EU (13.891.505 ton) op Nederlandse luchthavens in- of uitgeladen3. De haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol zijn de belangrijkste mainports. De haven van Rotterdam heeft internationaal gezien een belangrijke rol in het zeevervoer: het is de 10e zeehaven in de wereld. Binnen Europa is het de grootste verwerker van havengoederen.4 Schiphol is voor goederenoverslag de derde luchthaven van Europa, na Parijs en Frankfurt. Daarbij heeft 86% van alle goederen die via lucht via Schiphol worden vervoerd een herkomst of bestemming buiten de EU5.
Bovengenoemde opgave verricht de Douane momenteel met een bezetting van ca. 5.300 fte’s en een begroting van ca. 450 miljoen euro per jaar, waarvan
420 miljoen personele uitgaven betreft6. Om de opgave uit te voeren beschikt de Douane naast personeel o.a. over (gespecialiseerde) huisvesting, ICT-systemen, speurhonden, vaste en mobiele scanners, auto’s, schepen en een laboratorium.
De Douane kent vele soorten handhavingsactiviteiten, die elkaar aanvullen en versterken. Het gaat dan bijvoorbeeld om dienstverlening (o.a. uitleg op douane.nl hoe op een juiste wijze aangifte kan worden gedaan), het controleren van aangiften (kloppen de gegevens, zijn de wettelijk voorgeschreven documenten meegestuurd), controle van de goederen met behulp van speurhonden en/of scanners, fysiek controleren van de goederen, laboratorium onderzoeken en een controles van de administraties van bedrijven. Daarnaast surveilleert de Douane in havens en op vliegvelden en langs de kust (o.a. in samenwerking met de Kustwacht).
Enkele cijfers
Zonder uitputtend te zijn, volgen hierna enkele cijfers voor het jaar 2019 ter illustratie van de werkzaamheden van de Douane. In 2019 verwerkte en beoordeelde de Douane ca. 300 miljoen aangifteregels7 en zijn ca. 91.000 scancontroles uitgevoerd. Er vonden bijna 400.000 fysieke controles op vracht, koeriers en postzendingen plaats, waarvan ca. 25.000 gericht op het risico van het niet naleven van internationale sancties en ca. 6.000 op de in-, uit- en doorvoer van strategische goederen. Bijna 9.000 schepen en vliegtuigen werden gecontroleerd. Daarnaast zijn in 2019 ca. 260.000 controles op reizigersbagage uitgevoerd. In 2019 zijn ca. 40 ton cocaïne, ca. 1.100 kilo XTC, ca. 112.000 sigaretten en ca. 125.000 (imitatie)wapens door de Douane in beslag genomen.
Prestatie indicatoren
Om meer zicht te krijgen op de realisatie van de eerder genoemde ABC-opdrachten, zijn prestatie indicatoren opgenomen in de begroting hoofdstuk IX (Ministerie van Financiën). Voor de A van afdracht is er een indicator die weergeeft hoe groot het aandeel juiste invoeraangiften is in het totaal aantal invoeraangiften. Deze indicator is de belangrijkste graadmeter voor het vaststellen van de mate van naleving van de fiscale wet- en regelgeving
(fiscale compliance). Voor de B van beschermen is er een indicator die weergeeft in hoeverre de Douane de afspraken over de niet-fiscale taken is nagekomen met de opdrachtgevende beleidsdepartementen. Deze opdrachtgevende beleidsdepartementen zijn de Ministeries van Financiën, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Voor de C van Concurrentie is de indicator het bewijs van Goede Dienst. Hierin zijn doelstellingen opgenomen die in samenspraak met het bedrijfsleven tot stand zijn gekomen en waaraan zowel de Douane als het bedrijfsleven grote waarde hecht. Doelstellingen zijn bijvoorbeeld bereikbaarheid, betrouwbaarheid, vakkennis en minimale verstoring van logistieke processen. Vervolgens wordt via een enquête onder het bedrijfsleven onderzocht hoe de Douane scoort op deze doelstellingen. De indicatoren zijn opgenomen in de begroting, het jaarplan van de Belastingdienst en in de voortgangsrapportages op het jaarplan.
De indicatoren, die zijn gepresenteerd en nader toegelicht in de begroting IX Ministerie van Financiën voor het jaar 2021, hebben zich als volgt ontwikkeld:
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
---|---|---|---|---|
waarde |
waarde |
streefwaarde |
streefwaarde |
|
A: juiste invoeraangiften1 |
91 |
97 |
>100 |
>100 |
B: nakomen afspraken niet fiscale taken |
n.v.t.2 |
n.v.t. |
>95% |
>95% |
C: waardering bedrijfsleven3 |
107 |
106 |
>100 |
>100 |
n.v.t. Waarde 2018 en 2019 niet van toepassing omdat de indicator vanaf 2020 in werking is getreden.
Op dit moment voert een extern bureau een beleidsdoorlichting uit naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de Douane in de periode 2012–2018. Dit in het kader van de wettelijke plicht om begrotingsartikelen in de Rijksbegroting periodiek (tenminste eens in de zeven jaar jaar) te evalueren in een beleidsdoorlichting.
Waardering voor het werk van de Douane
De Douane staat in internationale benchmarks over logistiek en grensafhandeling al jaren steevast in de top. De Logistic Performance Index (LPI), een publicatie van de Wereldbank, is een benchmark ontwikkeld om landen te helpen bij het identificeren van uitdagingen en kansen waar zij mee worden geconfronteerd op het gebied van logistiek en wat ze kunnen doen om hun prestaties daarin te verbeteren. De benchmark wordt elke twee jaar gepubliceerd. De score van Nederland totaal is het gemiddelde van de scores op douane, infrastructuur, internationale zendingen, logistieke competentie, track and tracing, en tijdigheid. In de Logistic Performance voor 2018 staat voor het aspect douane, de Nederlandse Douane met een score van 3,92 op de vijfde plaats. De Duitse Douane staat met een voorsprong van 0,17 punten op de eerste plaats (4,09) gevolgd door Zweden (4,05), Japan (3,99) en Denemarken met hetzelfde aantal punten als Nederland (3,92).
Op de Trade Facilitation and Paperless Trade Implementation 2019 van de Verenigde Naties, waar een vergelijking van procedures en werkwijze van de douane onderdeel van uitmaakt, staat Nederland op de tweede plaats, na Australië en Zuid-Korea die de eerste plaats delen.
De goede score van de Nederlandse Douane in deze benchmarks, is een belangrijke signaal, want mede op basis hiervan, bepalen multinationale bedrijven waar zij zich vestigen. Ook de mainports Rotterdamse Haven en Luchthaven Schiphol hebben baat bij een goed functionerende Douane, evenals het overige Nederlandse bedrijfsleven dat sterk internationaal georiënteerd is.
De omgeving waarin de Douane opereert is sterk in beweging en de externe ontwikkelingen volgen elkaar snel op.
Brexit
Vanaf 1 januari 2021 zullen de gevolgen van de Brexit merkbaar zijn voor bedrijven en de Douane. Verderop in deze brief wordt hier uitgebreid op ingegaan.
Sterke toename volume aangifteregels
Het volume aan aangifteregels neemt sterk toe,met name door nieuwe verplichtingen uit Europese wet- en regelgeving met het oog op efficiëntere douaneprocedures, betere handhaving en facilitering van het bedrijfsleven. Verderop in deze brief wordt hier uitgebreid op ingegaan.
Toenemende invloed van de EU op de handhaving
De EU kent één buitengrens met daarbinnen vrij verkeer van goederen. Als goederen eenmaal de buitengrens over zijn, worden ze niet meer gecontroleerd. Het is daarom van belang dat alle lidstaten op een juiste, eenduidige en effectieve manier toezicht houden aan de buitengrens. De douaneorganisaties van de lidstaten werken steeds meer samen. Kennis, inzichten en ervaringen worden uitgewisseld. Zo neemt Nederland deel aan Europese werkgroepen die gaan over de wijze waarop goederen moeten worden ingedeeld tegen welk tarief aan douanerechten, de bepaling van de waarde van goederen en hoe vanaf 2021 de nieuwe wetgeving op het gebied van e-commerce zal worden uitgevoerd. Het doel van deze werkgroepen is om verschillen tussen lidstaten in douaneafhandeling zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij bepaalt de EU (Commissie) ook in steeds grotere mate de wijze van handhaving door de douaneorganisaties van de lidstaten. Een voorbeeld daarvan is het Europese kader voor risicobeheer. Dit kader houdt in het vaststellen van gemeenschappelijke risicocriteria en -normen, controlemaatregelen en prioritaire controlegebieden en de onderlinge uitwisseling van informatie over risico's en resultaten. Juiste heffing en inning van douanerechten en een effectieve handhaving zijn immers in het gemeenschappelijke belang van de EU en haar lidstaten, en dus ook in het belang van Nederland.
Verdere versterking van de relatie met de nationale opdrachtgevers
Met de komst van het Opdrachtgevers – Opdrachtnemeroverleg Douane (OOD) in 2017, is de relatie met de opdrachtgevende beleidsdepartementen sterk geïntensiveerd. Het opdrachtgeverschap zal verder worden versterkt doordat het
Ministerie van Financiën (directoraat-generaal Fiscale Zaken), als verantwoordelijke voor het algemene douanebeleid, een coördinerende rol voor alle opdrachtgevers gaat vervullen.
Voorzetten hechte samenwerking met het Nederlands bedrijfsleven
De Nederlandse Douane heeft de traditie om over de uitleg van de douanewetgeving en de wijze van toezicht en controle te overleggen met het bedrijfsleven. Het Overleg Douane Bedrijfsleven (ODB) met de koepels van het bedrijfsleven (o.a. VNO NCW, FENEX en TLN), is daar een voorbeeld van. Het ODB is namens de Nederlandse overheid bij de WTO aangemeld als National Committee on Trade Facilitation. Vertegenwoordigers van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken zijn deelnemer bij dit overleg.
De Douane heeft de opdracht om een evenwicht te bewaren tussen enerzijds handhaving en anderzijds facilitering van het bonafide bedrijfsleven. Daarbij moet bedacht worden dat ook in het geval van facilitering, bepaalde administratieve en toezichtlasten onvermijdelijk blijven wil de Douane verantwoord kunnen handhaven. Bij het zoeken naar een evenwichtige balans tussen handhaven en faciliteren, hecht de Douane aan overleg en samenwerking met het (logistieke) bedrijfsleven. ODB en de Douane hebben een gezamenlijke strategische ontwikkelagenda afgesproken. Met deze agenda slaan Douane en bedrijfsleven de handen ineen om de douaneafhandeling én de handhaving te verbeteren. Zo is bijvoorbeeld afgesproken dat de Douane de beschikbaarheid van aangiftesystemen verbetert en het bedrijfsleven inzicht geeft in welke risico’s extra aandacht krijgen. Het bedrijfsleven verbetert op haar beurt de kwaliteit van de ingediende aangiften en vergroot het kennisniveau op het gebied van douane binnen hun organisaties.
Extern onderzoek dienstverlening
Uit een extern onderzoek naar de dienstverlening van de Belastingdienst, blijkt dat er geen grote knelpunten zijn bij de Douane. Uit het onderzoek blijkt wel dat bedrijven meer digitale dienstverlening door de Douane verwachten. De Douane heeft dan ook de opgave om dit de komende jaren te realiseren. Verderop in deze brief wordt hierop ingegaan.
Toename vangsten verdovende middelen en bijdrage Douane aan bestrijding ondermijnende criminaliteit
De Douane bestrijdt de smokkel van verdovende middelen en levert een bijdrage aan de strijd tegen de ondermijnende georganiseerde criminaliteit. Verderop in deze brief wordt hierop ingegaan.
COVID-19
Tot slot moet ook de Douane zich voortdurend aanpassen aan de situatie die is ontstaan door COVID-19. Verderop in deze brief wordt hierop ingegaan.
Integriteit en personeel
De Douane wordt intern geconfronteerd met een aantal uitdagingen op het gebied van integriteit en personeel. Douanemedewerkers zijn vanwege hun werk interessant voor criminelen. De opgave is dan ook om de integriteit in samenhang met leiderschap en cultuur te versterken. Daarnaast kent de Douane een grote uitstroom van personeel als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De opgave is om nieuw personeel te werven, te selecteren en op te leiden en om bij de uitstroom van ervaren krachten de kennis en vakmanschap zoveel mogelijk te behouden. Verderop in deze brief wordt op deze ontwikkelingen uitgebreid ingegaan.
Op een aantal van de bovengenoemde ontwikkelingen ga ik hieronder nader in. Het betreft de integriteit van de Douane, de Brexit, de volumestijging van het aantal aangiften, de bestrijding van de smokkel van verdovende middelen, de dienstverlening en COVID-19. Mijn ambitie is daarbij om de Nederlandse Douane in de top van de wereld te houden. De Douane heeft de opdracht om de mate van naleving te vergroten (compliance) en om daarbij een evenwicht te bewaren tussen goederen controleren op fiscale en veiligheidsaspecten (en soms tegenhouden) en tegelijkertijd de voor Nederland zo belangrijke logistieke stroom zo min mogelijk te vertragen.
Hieronder wordt op een aantal actuele thema’s nader ingegaan. Het betreft:
8.1. Integriteit
8.2. Leiderschap en cultuur
8.3. Brexit
8.4. Aanpak volumestijging
8.5. Personeel
8.6. Smokkel van verdovende middelen
8.7. Dienstverlening
8.8. Douanetoezicht op strategische goederen
8.9. COVID 19
Algemene opmerkingen
De Douane heeft veel aandacht voor integriteit en is zich bewust van haar kwetsbaarheid. Immers, douaniers beschikken over gevoelige informatie, hebben bevoegdheden en hebben toegang tot beveiligde terreinen. Dat maakt douaniers interessant voor criminele organisaties. De Douane doet er dan ook alles aan om de kwetsbaarheid van de eigen medewerkers te verminderen door zoveel mogelijk te voorkomen dat één medewerker een keuze in de handhaving kan maken of over alle kennis beschikt.
Ik informeer u hierbij over het huidige integriteitsbeleid en de versterkingstrajecten die zijn ingezet: de uitvoering van de aanbevelingen van de AR, wetenschappelijk onderzoek naar kwetsbaarheden in het integriteitsbeleid en de versterking van de screening.
Het huidige integriteitsbeleid
Meerdere malen heeft uw Kamer zorgen geuit en vragen gesteld over de integriteit van de Douane. Deze zorgen en vragen begrijp ik. Het is belangrijk dat burgers en bedrijven op de Douane kunnen vertrouwen en onze eigen douanemedewerkers worden beschermd. Ik hecht er dan ook groot belang aan dat de Douane een integere en open organisatie is. De Douane heeft de afgelopen jaren belangrijke stappen voorwaarts gezet op het gebied van het ontwikkelen en uitvoeren van het integriteitsbeleid. Zoals hieronder blijkt, vindt ook de Algemene Rekenkamer (AR) dat. Maar het is ook duidelijk dat de criminele wereld blijft zoeken naar nieuwe wegen om de douanemedewerkers te beïnvloeden en te corrumperen. Daarmee is het integriteitsbeleid nooit af en zal de Douane zich blijvend moeten inspannen om integriteit binnen de organisatie te waarborgen.
Het huidige integriteitsbeleid bestaat uit vier pijlers: beleid, preventie, sanctioneren en managementinformatie. Binnen deze pijlers neemt de Douane planmatig stappen om het integriteitsbeleid te versterken. Het gaat om maatregelen zoals:
– beveiliging van gebouwen en terreinen;
– functiescheiding:
• het autoriseren van douanemedewerkers tot alleen die douanelocaties en systemen die ze nodig hebben voor hun taak;
• douanemedewerkers weten niet van tevoren welke goederen zij gaan controleren; andere medewerkers selecteren deze voor hen;
– screening van medewerkers, o.a. bij indiensttreding;
– aandacht voor integriteit bij onboarding nieuwe medewerkers;
– aandacht voor integriteit in opleidingen;
– aandacht voor integriteit in het leiderschaps- en cultuur programma; verderop in deze brief wordt hierop teruggekomen.
Het Ministerie van Financiën heeft op 3 juli jl. een jaarverslag 2019 Integriteit van het departement gepubliceerd, waaronder als bijlage een verslag van de activiteiten van de Douane in 2019 («Integriteit in beweging»).
De AR concludeert in het Verantwoordingsonderzoek 2019 Ministerie van Financiën en Nationale Schuld (IXB) (Kamerstuk 35 470 IX, nr. 2), dat het integriteitsbeleid van de Douane in hoge mate voldoet aan de wettelijke eisen. De AR constateert dat de Douane managementaandacht heeft voor integriteit en daar actief op stuurt. Ook concludeert de AR dat er goed zicht is op risico’s en kwetsbaarheden en dat de Douane op basis daarvan maatregelen neemt om deze zoveel mogelijk te beperken. Ik maak hieruit op dat het integriteitsbeleid van de Douane in de basis goed is, maar er is ook versterking nodig.
Versterkingstrajecten
De AR ziet echter ook een aantal verbeterpunten, namelijk het beter ondersteunen van medewerkers op de werkvloer met voorlichting en dilemmatrainingen en het meten van de effectiviteit van het huidige integriteitsbeleid. Deze aanbevelingen zijn door de Douane overgenomen. De nulmeting van de effectiviteit van het integriteitsbeleid vindt plaats in het laatste kwartaal van 2020. De door de AR aanbevolen dilemmatrainingen maken onder meer deel uit van het lopende leiderschaps- en cultuurprogramma
Zoals gemeld in mijn brief d.d. 11 juni jl. (Kamerstuk 31 934, nr. 30), betreur ik het met u dat het onderzoek «Als de prooi de jager pakt» niet heeft geleid tot de publicatie van een eindrapport. Omdat er geen eindrapport is gepubliceerd, heb ik de opdracht gegeven voor een wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke kwetsbaarheden in het integriteitsbeleid van de Douane, zoals die worden genoemd in het concept rapport «Als de prooi de jager pakt». De onderzoeksvraag luidt:
«Sluit de aanpak van de Douane, gericht op het voorkomen van het corrumperen van de organisatie en/of haar medewerkers, afdoende aan bij de ontwikkelingen binnen criminele organisaties op dit terrein? Zijn er witte vlekken in de aanpak van de Douane? Hoe kan de Douane haar aanpak duurzaam en toekomstbestendig versterken?»
Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zullen de tussenresultaten bekend zijn op basis waarvan de Douane zo nodig de eerste aanvullende maatregelen kan treffen. Het eindrapport wordt in de zomer van 2021 opgeleverd en de uitkomsten worden dan met u gedeeld.
Een belangrijk onderdeel van het integriteitsbeleid is de screening van medewerkers. Zoals toegezegd, informeer ik u hierbij over de stand van zaken van de versterking daarvan. Iedere maatregel kent een eigen tijdpad en afhankelijkheden, zoals wet- en regelgeving, medewerking van andere departementen en/of de medezeggenschap en bonden. Ik realiseer mij terdege dat maatregelen proportioneel moeten zijn en dat grote zorgvuldigheid ten opzichte van de persoonlijke levenssfeer van medewerkers hierbij een voorwaarde is.
1) Hernieuwd aanvragen van de VOG bij doorstroom
De Douane wil bij alle functiewisselingen vanuit de Belastingdienst of Toeslagen naar de Douane of functiewisselingen binnen de Douane, dat opnieuw een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) wordt overlegd. Deze maatregel beoogt te voorkomen dat de criminele buitenwereld gebruik maakt van de mogelijkheid tot (interne) doorstroom tussen de Belastingdienst, Toeslagen en de Douane zonder nadere screening. De situatie wordt hiermee gelijk aan het geval dat medewerkers van buiten de Belastingdienst of de Douane solliciteren bij de Douane. Het overleg hierover met de medezeggenschap en de bonden wordt gevoerd zodat de maatregel begin 2021 kan ingaan.
2) Extra gesprek in de wervingsprocedure
Net zoals bij de politie, gaat een gesprek met de sollicitant over mogelijke (financiële) kwetsbaarheden, een vast onderdeel worden van de wervingsprocedure. Op dit moment wordt in kaart gebracht wat er nodig is om dit gesprek bij alle sollicitaties uit te kunnen voeren. Het gaat om de randvoorwaarden, zoals op het gebied van privacy, die daarvoor noodzakelijk zijn. Tevens wordt de keuze voor in- of uitbesteden gemaakt. De Autoriteit Persoonsgegevens moet de maatregel toetsen. Er wordt gestuurd op invoer van de maatregel vanaf 1 januari 2022.
3) Uitbreiden vertrouwensfuncties
Het aantal vertrouwensfuncties wordt uitgebreid. Het gaat om circa zestig functies met toegang tot politiegegevens en functies die – binnen een samenwerkingsverband met bijvoorbeeld de politie – al als vertrouwensfunctie zijn aangemerkt. Deze douaniers worden dan op een meer vergelijkbare wijze gescreend zoals bijvoorbeeld medewerkers van de politie. Veelvuldig overleg met de AIVD in het afgelopen jaar om dit te kunnen realiseren leidt ertoe dat deze maatregel begin 2021 zijn beslag kan krijgen.
4) Verdieping VOG screening
Bij indiensttreding of bij de periodieke screening van een douanemedewerker die tevens buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) is, kan niet alleen op grond van justitiële, maar ook op grond van politiegegevens een VOG worden geweigerd. Dit betekent dat naar verwachting ongeveer 2.000 medewerkers van Douane met een BOA bevoegdheid, conform de VOG politiegegevens worden gescreend.
De maatregel kan ingaan op het moment dat de parlementaire behandeling van het bij uw Kamer liggende wetsvoorstel VOG Politiegegevens (Kamerstuk 35 355) is afgerond. In oktober 2020 wordt het wetsvoorstel in uw kamer behandeld. In aanvulling op het bovenstaande is intussen bepaald voor welke functies binnen specifieke groepen douanemedewerkers, die geen BOA zijn, de zelfstandige afwijzingsgrond politiegegevens ook gaat gelden. Momenteel wordt gewerkt aan een voordracht aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het gaat om circa 1.000 medewerkers werkzaam in functies, die invloed kunnen uitoefenen op de keuzes in de handhaving en kwetsbaar zijn voor infiltratie van criminele organisaties. Denk hierbij aan de medewerkers die de risico profielen opstellen. Er wordt gekoerst op invoering van deze maatregel tegelijkertijd met de invoering van de wet VOG politiegegevens.
5) Periodieke screening uitbreiden
De huidige periodieke screening, zoals bij BOA’s en vertrouwensfuncties, gaat ook voor andere functies gelden, zoals bijvoorbeeld voor data analisten en profielbeheerders. De noodzakelijke (wettelijke) grondslag voor uitbreiden van de huidige periodieke screening, zoals bij BOA’s en vertrouwensfuncties, zodat deze ook voor andere functies geldt, is onderwerp van overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). BZK bereidt als overheidswerkgever voor hoe dit onderwerp precies op de onderhandelingstafel van de bonden komt. De Douane heeft actief input geleverd ter voorbereiding van het gesprek met de bonden. Dit onderwerp zal dit najaar door BZK geagendeerd worden op de onderhandelingstafel van de bonden.
6) Continue screening
De Douane wil continue gaan screenen. In kaart is gebracht voor welke specifieke doelgroepen binnen de Douane dit wenselijk is waarbij voldaan moet zijn aan drie vereisten: een wettelijke grondslag, instemming van de bonden en toetsing door de Autoriteit Persoonsgegevens. De continue screening is op dit moment alleen aan de orde bij de taxibranche en kinderopvang. Het wetsvoorstel om continue screening bij de politie mogelijk te maken is nu in behandeling bij de Eerste Kamer. De inzichten uit dit wetgevingstraject neemt de douane mee in haar verdere traject. Voordat een dergelijke maatregel, in samenhang met de overige maatregelen, in werking treedt, volgt een traject wat inclusief wetgeving meerdere jaren in beslag neemt.
In mijn brief van 25 mei jl. over het externe cultuuronderzoek bij de Belastingdienst8 en van 15 juli jl. over de aanpak versterking besturing Belastingdienst, Toeslagen en Douane9, heb ik u gemeld dat u nader wordt geïnformeerd over de ontwikkeling van het leiderschaps- en cultuurprogramma van de Douane. Hierboven is bij het thema integriteit het belang daarvan al aangestipt. Uit het externe cultuuronderzoek komen diverse zaken naar voren, waarvan hier de belangrijkste worden genoemd. Zo komt naar voren dat douanemedewerkers trots zijn op de Douane, voldoening halen uit de bijdrage die ze leveren aan de veiligheid en bescherming van Nederland en een hechte onderlinge band ervaren. Uit het onderzoek blijkt ook dat douanemedewerkers afstand ervaren tussen leiding en werkvloer en men meer transparantie en betere communicatie vanuit de leiding wenst. Ook ervaart men een duidelijke hiërarchie tussen leiding en werkvloer en bestaat de wens om deze gelaagdheid te verminderen. Verder geven douanemedewerkers in het onderzoek aan dat de samenwerking met andere collega’s buiten het eigen team beter kan. Daarnaast is er niet altijd sprake van een aanspreek- en bespreekcultuur.
De Douane heeft een leiderschaps- en cultuurprogramma in uitvoering waarin de bovengenoemde verbeterpunten zijn opgenomen. Het programma, waarbij ook de medezeggenschap is betrokken, loopt tot en met 2023. Het gaat uit van vijf kernwaarden (integer, samenwerken, duidelijk, deskundig en durf) en acht leiderschapskwaliteiten (sturen op resultaat en betekenis, samenwerken, integriteit, reflectie, initiatief, assertief, leren en experimenteren). Deze kernwaarden en leiderschapskwaliteiten worden momenteel uitgewerkt in concrete voorbeelden die vervolgens worden meegenomen gaan worden in dialoogsessies, intervisie, permanente educatie en de ontwikkeling van managementvaardigheden. Om na te gaan of het programma daadwerkelijk tot verbeteringen leidt, gaat een externe partij gedurende de looptijd meten in hoeverre medewerkers zich identificeren met de strategische doelen van de organisatie, of duidelijk is welke bijdrage men hieraan kan leveren, of men in lijn hiermee werkt en of dit tot uiting komt in het concrete gedrag van henzelf, hun collega’s en leidinggevenden. De aanbesteding van dit onderzoek wordt binnenkort afgerond.
Akkoord of geen akkoord: er gaan douaneformaliteiten gelden en er komt douanetoezicht vanaf 1 januari 2021
Op 31 januari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Unie (EU) verlaten. Het VK maakt daarmee geen deel meer uit van de Europese douane- unie en de interne markt. In het terugtrekkingsakkoord is een overgangsperiode opgenomen die eindigt op 31 december 2020. Ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen, zal er een grens ontstaan voor goederen tussen de EU en het VK met douaneformaliteiten waarop de Douane toezicht gaat houden.
Het VK en de EU onderhandelen over het toekomstig partnerschap met de inzet dat er voor 1 januari 2021 een akkoord wordt gesloten. Als onderdeel van het partnerschap kunnen afspraken gemaakt worden die gevolgen hebben voor het goederenverkeer en de manier waarop de Douane daar toezicht op houdt. Wanneer bijvoorbeeld wordt afgesproken om alle invoerrechten af te schaffen, worden de risico’s op te lage waarde en onjuiste indeling kleiner, omdat het fiscaal belang om hiermee te frauderen kleiner wordt. Een onjuiste indeling of te lage waarde van goederen verlaagt de verschuldigde douanerechten immers niet meer. De risico’s op fraude met oorsprong worden groter omdat er een fiscaal belang is om te doen alsof goederen in het VK gemaakt zijn, en dus in aanmerking komen voor het preferentiële nultarief, terwijl ze eigenlijk uit een ander land komen. Hierop wordt het toezicht van Douane aangepast.
Zoals de Minister van Buitenlandse Zaken in zijn brief van 21 augustus jl. over de voorbereidingen van de rijksoverheid constateert10, zijn er nog grote verschillen tussen de standpunten van de EU en het VK. Vanwege deze onzekerheid houdt het kabinet er in de voorbereidingen rekening mee dat er geen akkoord wordt gesloten over een toekomstig partnerschap voor 1 januari 2021.
Douane is zo goed als mogelijk voorbereid
Brexit is voor de Douane een behoorlijke veranderopdracht en uitdaging, hierover is uw Kamer de afgelopen jaren al op verschillende momenten geïnformeerd. De Brexit betekent een structurele groei van het aantal aangifteregels, inclusief het noodzakelijke toezicht en de controle hierop. De Brexit betekent ook veel nieuwe bedrijven en toezicht en controles op nieuwe locaties, zoals de ferryterminals. De Douane is hierop zo goed als mogelijk voorbereid. Vanaf 2018 is de bezetting geleidelijk uitgebreid met ca. 930 FTE. Deze medewerkers zijn opgeleid en inzetbaar. Ook zijn de ICT-systemen aangepast en getest en de komende maanden worden nog nieuwe tests uitgevoerd. Verder zijn er zo’n veertig huisvestingsprojecten gerealiseerd, waaronder twee nieuwe douanekantoren voor het ferry-proces en zijn er extra dienstvoertuigen, waaronder mobiele kantoren, en extra scanfaciliteiten voor zowel de passagiers- als goederenstroom aangeschaft.
Voor alle acht ferrylocaties in NL is een operationeel proces uitgewerkt in overleg met o.a. koepels van het bedrijfsleven, de mainports en ferryterminals. Cruciaal voor een soepele doorstroom van het goederenverkeer is de mate waarin ferryterminals en hun klanten zich hebben voorbereid. Operators van ferryterminals, havenbedrijven, Rijkswaterstaat, de NVWA, de veiligheidsregio’s en Douane staan over deze voorbereidingen voortdurend met elkaar in overleg en er zullen ook de komende maanden nog gezamenlijke oefeningen op de ferryterminals worden gehouden.
Externen hebben de voortgang, risico’s en volledigheid van de voorbereidingen van de Douane beoordeeld en geëvalueerd. Deze rapporten, waaronder van Deloitte, zijn eerder met uw Kamer gedeeld. De voorbereidingen van de Douane zijn onderdeel van Rijksbrede voorbereidingen waarover u bent geïnformeerd door de Minister van Buitenlandse Zaken in bovengenoemde brief. De Douane verzoekt opnieuw Deloitte een toetsing uit te voeren op de eerder door Deloitte gegeven aanbevelingen. Deze toetsing maakt voor de Douane zichtbaar dat zij Douane alles in het werk heeft gesteld wat nodig is om zo goed als mogelijk voorbereid te zijn en alle acties heeft uitgevoerd om de risico’s waarop zij invloed heeft zoveel mogelijk te mitigeren. De toetsing wordt in oktober 2020 uitgevoerd.
Onzekerheden, risico’s en de voorbereiding van het bedrijfsleven
De Brexit is uniek, er is geen ervaring met de situatie dat een lidstaat uit de EU treedt. De Douane werkt niet in isolatie maar samen met andere overheidspartijen, waarvan er hierboven al een aantal genoemd is. Daarnaast werkt de Douane ook in samenhang met het bedrijfsleven. Deze interactie tussen de verschillende partijen is zo goed mogelijk voorbereid en uitgedacht, maar de nieuwe realiteit laat zich niet helemaal voorspellen. Deze onderlinge afhankelijkheid en het feit dat de situatie uniek is, maakt het waarschijnlijk dat er, ondanks alle voorbereidingen van alle betrokken partijen, waaronder de Douane, alsnog verstoringen zullen optreden in de eerste fase.
Vooral de mate van voorbereiding van het bedrijfsleven blijft hierbij een zorgpunt. Uiteindelijk bepalen bedrijven welke goederen ze verhandelen en zijn zij zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan hun douaneverplichtingen. Dit is voor een groot aantal bedrijven een behoorlijke uitdaging omdat ze geen ervaring met het vervullen van douaneformaliteiten hebben. Het blijft onzeker in hoeverre het Nederlandse en Europese bedrijfsleven zich daadwerkelijk goed heeft voorbereid op de Brexit. Douaneformaliteiten kunnen complex zijn en een goede voorbereiding toegespitst op de bedrijfsspecifieke situatie is dan ook noodzakelijk.
Om die reden is er een rijksbrede overheidscampagne, gericht op het aansporen en informeren van ondernemers die zaken doen met het VK. De Douane heeft hier aan bijgedragen door onder andere brieven, belacties en bijdragen als spreker tijdens evenementen en bijeenkomsten. Stappenplannen voor bedrijven zijn beschikbaar zoals de toolkit van de Douane op douane.nl en de Brexit Impact Scan op www.brexitloket.nl. Aan de hand van deze stappenplannen kunnen ondernemers de voorbereidingen vormgeven. Eind juli 2020 is opnieuw door de Douane een brief over de Brexit aan 76.000 ondernemers verzonden die een handelsrelatie hebben met het VK. In het najaar zal de rijksoverheid (via het Brexitloket) een aantal webinars organiseren om het bedrijfsleven en brancheorganisaties te informeren over de actuele stand van zaken en de te treffen voorbereidingen. Daarbij streeft de rijksoverheid ernaar om in de communicatie zoveel mogelijk samen te werken met private partijen, zoals bij de sites hulpbijbrexit.nl en getreadyforbrexit.eu. De Douane is medeorganisator van deze webinars en neemt een belangrijk deel voor haar rekening. In de aanloop naar 1 januari zal er weer intensief ingezet worden op het informeren van burgers en bedrijven via de rijksbrede campagne en in samenwerking met koepels en andere lidstaten om het bedrijfsleven zo goed als mogelijk voor te bereiden op de nieuwe situatie.
Er is een groep van ongeveer 35.000 ondernemers die handel drijft met het VK. Om aangiften te (laten) doen bij de Douane en om vergunningen aan te vragen, moeten deze ondernemers een EORI-nummer (Economic Operators Registration and Identification) aanvragen bij de Douane. Van de 35.000 ondernemers, hebben er ca. 29.000 nog geen EORI-nummer aangevraagd. De Douane gaat deze bedrijven nu zelf een EORI-nummer toekennen per brief. In die brief worden ze tevens opgeroepen de andere noodzakelijke stappen ter voorbereiding zo spoedig mogelijk te zetten, waaronder het aanvragen van voor hen relevante vergunningen. Op dit moment ziet de Douane nog geen grote toename van het aantal vergunningaanvragen. Ondernemers hebben een belang om hun vergunningen tijdig aan te vragen. De Douane heeft immers tijd nodig om deze te kunnen beoordelen.
Het Europese bedrijfsleven heeft straks niet alleen te maken met de douaneformaliteiten in de EU, maar zal ook bij het VK aan nieuwe verplichtingen moeten voldoen. Het is nog onvoldoende duidelijk en specifiek hoe het VK de douaneformaliteiten en het douanetoezicht inricht. De Britse overheid heeft in juli jl. een document «Border Operating Model (BOM)» gepubliceerd met daarin de contouren voor de douaneformaliteiten bij aankomst en vertrek en daarbij aangekondigd in de komende maanden dit nader in te vullen en verder uit te werken. De verwachting is dat er in de aanloop naar het einde van 2020, met een doorloop tot in 2021, aanpassingen zullen volgen waarop het Nederlandse bedrijfsleven zich dan pas kan voorbereiden. De onzekerheid over de inrichting van de grens in het VK brengt risico’s met zich mee.
Forse toename aantal aangifteregels
Bedrijven doen aangifte bij de Douane op het niveau van een aangifteregel. Eén aangifteregel bevat één goederensoort. De Douane verwerkt en beoordeelt iedere aangifteregel apart en neemt per aangifteregel een beslissing met rechtsgevolgen, bijvoorbeeld of goederen verder mogen worden vervoerd, of dat invoerrechten moeten worden betaald of dat een controle wordt ingesteld. De beoordeling geschiedt aan de hand van een risicoanalyse. De Douane schat, op basis van macro gegevens en eigen ervaring, in dat het aantal aangifteregels voor de Nederlandse Douane vanaf 2021 fors gaat toenemen. In 2019 beoordeelde de Douane 300 miljoen aangifteregels. Naar verwachting stijgt dit aantal in 2023 naar minimaal 500 miljoen en maximaal 775 miljoen volgens het volgende tempo:
Oorzaken van de volumegroei
De volumegroei van 300 miljoen aangifteregels in 2019 naar maximaal ca. 775 miljoen in 2023, kent diverse oorzaken. Een oorzaak is de Brexit. Een andere oorzaak is de autonome groei van de e-commerce handel. Deze lijkt door de COVID-crises eerder toe dan af te nemen.
Veruit de grootste stijging wordt echter veroorzaakt door tal van nieuwe verplichtingen als gevolg van gewijzigde Europese wet- en regelgeving. Er zal vaker, meer digitaal en eerder (real time) aangifte moeten worden gedaan. De doelstellingen zijn een efficiënter proces van douaneaangifte, beter zicht op goederenstromen en daardoor betere handhaving, facilitering van het bedrijfsleven en het creëren van een level playing field. De gewijzigde Europese wet- en regelgeving betreft een uitgebreid en ingewikkeld complex aan regels. De nieuwe verplichtingen hebben grote gevolgen voor ondernemers en Douane. Ze worden fasegewijs ingevoerd.
Een voorbeeld van een nieuwe wettelijke verplichting, is dat in het kader van «safety and security», vanaf maart 2021 voor alle postpakketen en koerierszendingen voortaan digitaal aangifte moet worden gedaan op het moment van binnenbrengen in de EU. Hierdoor krijgen de douaneorganisaties van de EU eerder en beter zicht op deze stromen en kunnen ze beter handhaven op met name de smokkel van verboden goederen. Het leidt op jaarbasis tot een stijging van wel meer dan 100 miljoen aangifteregels.
Een ander voorbeeld is dat vanaf 1 juli 2021 de btw-vrijstelling van 22 euro komt te vervallen voor postpakketen en koerierszendingen bij invoer in het vrije verkeer van de EU, tenzij de Europese Commissie het voorstel van Nederland en Duitsland overneemt om de datum te verschuiven naar 1 januari 202211.
Doel hiervan is een level playing field te creëren voor ondernemers binnen en buiten de EU. Deze wijziging is onderdeel van het wetgevende pakket op basis van de EU-richtlijn e-commerce en leidt tot een andere wijze van aangeven en nieuwe vereenvoudigde aangifte procedures naar keuze en tot tientallen miljoenen aangiften.
Ook moeten er meer en real time aangiften worden ingediend, indien een bedrijf gebruik maakt van de vereenvoudigde douaneprocedure voor het doen van een aangifte, genaamd «Inschrijving In de Administratie van de Aangever (IIAA)». Deze wijziging heeft tot doel om de Douane eerder en meer zicht te geven op de goederenstroom van ondernemers die gebruik maken van deze faciliteit en daardoor de mogelijkheid om de handhaving te verbeteren. Deze wijziging kan wel leiden tot ca. 180 miljoen aangifteregels in 2023.
Onzekerheden
Onzeker is hoe groot voor de Nederlandse Douane de volumestijging van het aantal aangifteregels de komende jaren daadwerkelijk zal zijn. De wereldhandel is bijzonder volatiel als gevolg van Covid-19. Ook moet de EU wet- en regelgeving in een aantal gevallen nog worden uitgewerkt en is niet goed in te schatten hoe ondernemers en consumenten hierop gaan reageren. Veel van de nieuwe regels zijn facultatief, dat wil zeggen dat bedrijven kunnen kiezen voor een bepaalde aangifteprocedure. Zo kunnen e-commerce ondernemers voor een vereenvoudigde douaneprocedure kiezen, waarbij ze vervolgens verplicht worden om aangifte te doen in de EU-lidstaat waarvoor de zending bestemd is. Dit kan leiden tot minder aangiften in Nederland, omdat nu veel e-commerce zendingen via ons land naar andere lidstaten gaan. Ook kan het voor consumenten minder aantrekkelijk worden om e-commerce-aankopen van buiten de EU te doen, nu de btw vrijstelling van 22 euro komt te vervallen. Een grove schatting is dan ook dat met name door minder e-commerce aangiften, het minimale aantal aangifteregels ca. 500 miljoen zal bedragen in plaats van het maximale aantal van ca. 775 miljoen. De Douane overlegt voortdurend met de koepels van het bedrijfsleven in het periodieke overleg Douane – Bedrijfsleven (ODB) en individueel met bedrijven over de gevolgen en de implementatie van de gewijzigde wet- en regelgeving
Programmatische aanpak om volumegroei op te vangen
De Douane gaat in de voorbereidingen uit van het maximale scenario van ca. 775 miljoen aangiften in 2023. De volumegroei wordt opvangen via een programmatische aanpak, waarvan de voorbereidingen zijn gestart. De aanpak loopt langs twee lijnen. In de eerste plaats gaat de Douane ICT (infrastructuur) uitbreiden om de door ondernemers ingediende aangifteregels elektronisch te kunnen verwerken, anders komen de goederen stil te staan. In de tweede plaats gaat de Douane haar handhaving aanpassen. Doel is om bij zo’n groot volume aan aangifteregels en nog meer data nog gerichter te controleren. Daarbij gaat de Douane ook na of deze volumegroei gevolgen moet hebben voor de capaciteit van de Douane. Hieronder wordt nader ingegaan op de voorbereidingen.
– Stijging wordt opgevangen met uitbreiding ICT: Digitale Snelweg Douane
Om de aangiften te kunnen verwerken, wordt de mainframe capaciteit uitgebreid en ervoor gezorgd dat deze en de systemen die daarop draaien betrouwbaar zijn. Daarvoor wordt momenteel het programma Digitale Snelweg Douane opgesteld. Dit initiatief omvat ook het optimaliseren van de transactiesystemen en het uitvoeren van performance tests. Binnen het programma Digitale Snelweg Douane worden alle wetswijzigingen meegenomen, voor zowel infrastructuur als applicaties. Het tempo van de uitbreiding wordt bepaald door de wettelijke deadlines die voor de bijbehorende transactiesystemen gelden. Het programma Digitale Snelweg is in verkennende fase. U wordt hierover in het voorjaar 2021 nader geïnformeerd.
– Gerichtere en slimmere handhaving bij volumegroei
De volumegroei in aangifteregels noodzaakt enerzijds de Douane om nog gerichter te handhaven – de spreekwoordelijke hooiberg wordt groter – en biedt ook kansen: er komt meer en actuelere data beschikbaar voor de risicoanalyse. De Douane had de afgelopen jaren al de weg ingeslagen om slimmer en innovatiever te handhaven. Deze beweging wordt doorgezet. De Douane gaat zich daarbij meer richten op het gedrag en de mate van compliance van bedrijven door het gebruiken van de data uit de aangifteregels en door ontsluiten van aanvullende data andere bronnen. Automatische risicoanalyses, op basis van informatie over actoren, goederen en logistieke ketens met behulp van kunstmatige intelligentie, zijn hierbij behulpzaam. Met steekproeven wordt de risicoanalyse gevalideerd. De ambitie van de slimmere en gerichtere handhaving is dat in 2023, nog meer dan nu het geval is, minder ingrijpende en op compliance gerichte interventies in de logistiek worden uitgevoerd bij bewezen betrouwbare bedrijven en veilige ketens en meer op risicobeheer gebaseerde controles bij onbekende en overige bedrijven.
– Rechtmatige en proportionele gegevensverwerking
Het meer gebruiken van gegevens vergroot het belang dat dit op een rechtmatige en proportionele wijze geschiedt. De Douane heeft de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geïmplementeerd in 2018. De ADR onderzoekt momenteel hoe de implementatie van de AVG binnen de Douane is verlopen en welke verbetermaatregelen zij nog zou kunnen treffen. Het concept-rapport wordt eind deze maand verwacht. Daarnaast verricht de ADR onderzoek bij de Douane naar het rechtmatig gebruik van politiegegevens. Het concept-rapport wordt in oktober verwacht.
De Douane verwerkt gegevens over de nationaliteit van personen en over de herkomst van goederen, voertuigen en dergelijke in verschillende processen en systemen. Hiervoor bestaat een wettelijke basis in het Douanewetboek van de Unie. Het gebruik van deze gegevens is noodzakelijk, gelet op het feit dat de Douane verantwoordelijk is voor het toezicht op grensoverschrijdend goederenverkeer, waarbij nationaliteit of land van herkomst een essentieel kenmerk is. De Douane verricht momenteel intern onderzoek naar het gebruik van risicosignalen, fraudeverdenkingen en nationaliteit. Dit onderzoek is binnenkort afgerond (oktober as.) op grond waarvan dit jaar nog eventuele maatregelen kunnen worden genomen.
– Meer aandacht en capaciteit voor e-commerce
Voor wat betreft de handhaving op e-commerce wordt de capaciteit van de Douane vanaf 2021 geleidelijk uitgebreid met 258 fte structureel. Over de wijze van handhaving op e-commerce zendingen heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd in de aanbiedingsbrief en in de antwoorden op vragen over signalen dat logistieke bedrijven wegtrekken uit Nederlandse (zee- en lucht-) havens vanwege de afhandeling van goederen door de Douane, d.d. 3 juni jl.12 Kern ook hier is dat de Douane niet alleen individuele aangifteregels controleert, maar zich meer en meer richt op de bedrijven achter de aangiften. Bedrijven die compliant zijn worden minder gecontroleerd en bedrijven die dit niet zijn kunnen te maken krijgen met meer controles, navorderingen, het intrekken van vergunningen of strafrechtelijke trajecten. In deze aanpak werkt de Douane samen met de Belastingdienst, waaronder de FIOD.
– Monitoren van de ontwikkelingen en aansluiten bij de Digitale Transport Strategie van IenW
Onderdeel van de programmatische aanpak is het monitoren van de daadwerkelijke volumegroei en de effecten daarvan op de ICT en de handhaving. Aan de hand daarvan wordt bezien of de komende jaren de stappen moeten worden aangepast of nieuwe stappen nodig zijn, zoals het opschalen van de verwerkingscapaciteit van de ICT en het uitbreiden van de handhavingscapaciteit. Daarnaast is afgelopen jaar in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) onderzocht hoe de Digitale Transport Strategie (DTS) verder uit te werken en te concretiseren. Doel van deze strategie is om de logistieke afhandeling van het goederenverkeer te verbeteren (digitaal, snel, voorspelbaar en efficiënt). Onderdeel van de strategie is het mogelijk maken om data te delen, zowel tussen overheden onderling, binnen het bedrijfsleven als tussen overheden en bedrijven. Dit vraagt wel om scherpe afbakening wat betreft publieke en private data en wat daarmee kan en mag. De voordelen van het eenmalig ontsluiten van data en deze vervolgens ter beschikking te stellen aan iedereen die daartoe geautoriseerd is, zijn groot. Niet alleen voor de betrokken overheidspartijen maar zeker ook voor het (kleinere) bedrijfsleven. De mogelijkheden voor publiek – private samenwerking met de mainports bieden voor de Douane tevens voordelen om de eigen informatievoorziening te ontlasten. De data die zo verkregen wordt kan worden gebruikt om de handhaving te verrijken en beter om te gaan met de toegenomen aantallen. De Douane zal samen met IenW en de mainports een platform (de Basis Data Infrastructuur) en de benodigde voorzieningen realiseren, waarbij de data wordt gepubliceerd door de eigenaar van deze data en wordt opgehaald door degene die daartoe geautoriseerd is. De gehele realisatie van de DTS zal minimaal 5 jaar in beslag nemen. Hiervoor zal een planning worden opgesteld die ook in 2021 al de eerste concrete resultaten voor alle betrokken partijen zal opleveren en waarop verder kan worden gebouwd.
Grote uitstroom personeel verwacht
De Douane had eind 2019 bijna 5.500 medewerkers in dienst op een bezetting van 5.220 fte. Van deze groep is meer dan 40% 55 jaar of ouder. De «vergrijzing» van het personeelsbestand is mede veroorzaakt door het feit dat in de afgelopen 15 tot 20 jaar slechts beperkt is geworven door de rijksoverheid. Tegelijkertijd verandert de arbeidsmarkt en neemt de gemiddelde duur van arbeidsrelaties af, met als gevolg een hoger natuurlijk personeelsverloop. In een scenario met 7% uitstroom, waarbij significant meer medewerkers (niet pensioen gerelateerd) dan de afgelopen jaren de dienst voortijdig vertrekken, dient 44% van het huidige personeelsbestand vervangen te worden tot 2025 (scenario 2). Indien uit word gegaan van een uitstroom die niet significant hoger ligt dan afgelopen jaren, namelijk 3%, dan dient 25% van het personeel vervangen te worden voor 2025 (scenario 1). Hieronder staat een weergave van deze twee scenario’s.
Grote uitstroom vergt het uiterste van de capaciteit om te werven, op te leiden en in te werken
De Douane houdt rekening met scenario 2 en dat betekent dat de huidige onderbezetting van 300 fte niet direct, maar geleidelijk aan over meerdere jaren zal worden ingelopen. De Douane werft momenteel maximaal op de grens van wat mogelijk is. Die grens wordt bepaald door de huidige capaciteit om mensen te werven, te selecteren en op te leiden. De grens ligt nu op ca. 600 vacatures per jaar (3 x een massale werving van 150 vacatures en ca. 150 vacatures door het jaar heen). Voor 2021 is de verwachting dat de wervingsbehoefte tussen de 650 en 850 FTE bedraagt. De wervingsinspanningen zijn erop gericht deze wervingsbehoefte in te vullen, waarmee de onderbezetting de komende jaren geleidelijk wordt teruggebracht. De response op de Douane vacatures is goed te noemen. Bij de werving die in maart van dit jaar is gestart zijn op 150 vacatures ruim 2.900 reacties gekomen. En op de werving die in juli is gestart zijn ruim 3.800 reacties op 150 vacatures binnengekomen. De meeste, maar niet alle, opengestelde vacatures worden dan ook ingevuld.
De Douane onderzoekt momenteel hoe de capaciteit voor werven, selecteren en opleiden kan worden uitgebreid, zodat meer dan 600 vacatures per jaar kunnen worden opengesteld. Waar dat kan, wordt anticiperend op de uitstroom geworven. Daarmee worden meer mogelijkheden gecreëerd voor overdracht van kennis en ervaring.
Uitstroom leidt tot verlies van kennis en ervaring, maar nieuwe instroom biedt ook kansen
De kracht van de Douane ligt in het vakmanschap en de betrokkenheid van de medewerkers. Als gevolg van de hoge uitstroom verliest de Douane kennis en ervaring en kan de werklast fors toenemen. Daarbij wil de Douane nog slimmer en gerichter handhaven. Medewerkers (oude en nieuwe) moeten daardoor andere manieren van werken leren en leren functioneren op een werkpakket dat beïnvloed wordt door inzet van nieuwe en verbeterde technologieën en in een veranderende organisatiecultuur. Bovendien wil de Douane zowel bij de instroom (aan de voorkant bij werving en onboarding) als bij de zittende medewerkers (opleiden en bewustwording) meer aandacht besteden aan kwaliteit, integriteit, flexibiliteit en vakmanschap. Tegelijkertijd biedt dit ook kansen. Zo kan het personeelsbestand een meer evenwichtige afspiegeling worden van de maatschappij en daarmee een breder herkenbare overheidsdienst.
Het kabinet zet zwaar in op de bestrijding van de georganiseerde, maatschappij ondermijnende, criminaliteit die veelal drugs gerelateerd is. De Douane speelt daarin een belangrijke rol, gezien haar opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid om de smokkel van verdovende middelen in havens en luchthavens te bestrijden. Zoals de Minister van Justitie en Veiligheid in zijn brief d.d. 18 oktober 201913 aangeeft, kent Nederland immers een efficiënte logistieke infrastructuur (havens en vliegvelden), waarvan de keerzijde is dat het een aantrekkelijke gelegenheidsstructuur biedt voor de georganiseerde misdaad. In het nationale dreigingsbeeld georganiseerde criminaliteit14, dat om de vier jaar wordt opgesteld, staan de ontwikkelingen en trends op het gebied van de smokkel van verdovende middelen.
De Douane werkt bij de bestrijding van de smokkel van verdovende middelen, nauw samen met de andere partners in de rechtshandhavingsketen (o.a. politie, KMar, FIOD en OM), openbaar bestuur (havengemeenten) en private partijen, zoals havenbedrijven en containerterminals. De Douane heeft de afgelopen jaren forse inspanningen geleverd in de bestrijding van de smokkel van verdovende middelen. De informatiepositie van de Douane is verbeterd door meer internationale samenwerking en informatie uitwisseling, onder andere met de douaneorganisaties van Brazilië en België. Nationaal wordt nauwer samengewerkt met de opsporingsdiensten. In de haven van Rotterdam is cameratoezicht geïntroduceerd door het uitrollen (van een netwerk) van camera’s en wordt gesurveilleerd om de «uithalers» te onderscheppen. Bij de bestrijding van de smokkel van synthetische drugs in de uitgaande poststroom werkt de Douane intensiever samen met het Post Interventie Team van de politie en douane-organisaties van de Verenigde Staten en Australië.
De hoeveelheid door de Douane in beslaggenomen cocaïne in het maritieme goederenverkeer, vertoont al enige jaren een stijgende lijn: na het recordjaar 2019, is wederom in het eerste halfjaar van 2020 sprake van een forse toename ten opzichte van de eerste helft van 2019. In de havens van Rotterdam en Vlissingen heeft de Douane in de eerste helft van dit jaar in totaal 26 ton cocaïne in beslag genomen. In de eerste helft van 2019 was dit 12 ton en in de tweede helft 26 ton. De grootste bevinding dit jaar betrof was 4,5 ton cocaïne in de haven van Vlissingen. De Douane heeft ook meer synthetische drugs in uitgaande postpakketten in beslag genomen: 385 kilo in 2019 tegen 336 kilo in 2018.
De Douane zal zich de komende jaren blijven inspannen om de smokkel van verdovende middelen gericht en in samenwerking met de publieke en private partners te bestrijden. Op basis van de ondermijningsbeelden voor de haven van Rotterdam, de Luchthaven Schiphol en de havens van Zeeland en West-Brabant waaraan de Douane heeft meegewerkt, worden weer nieuwe initiatieven ontwikkeld. Zo wordt het HARC-team uitgebreid waarin zeehavenpolitie, FIOD en Douane onder leiding van het OM samenwerken in de haven van Rotterdam. De Douane richt zich ook meer op de logistiek achter de drugshandel en gaat om daar beter zicht op te krijgen liaisons plaatsen in distributielanden. De Douane gaat deel nemen aan het Multidisciplinair Interventie Team. In dit interventieteam werken alle betrokken toezicht- en opsporingsdiensten intensief samen bij het bestrijden van ondermijnende criminaliteit. De Douane blijft actief zoeken naar mogelijkheden om in samenwerking de aanpak te verbeteren in de diverse overleggen waaraan ze deelneemt, zoals de Haventafel van Rotterdam, het bestuurlijke overleg met de havens van Zeeland en West-Brabant, de RIEC’s en het overleg Beveiliging en Publieke Veiligheid Schiphol.
Een extern onderzoek naar de dienstverlening is als bijlage bij de brief van 14 september jl. over de Belastingdienst15 naar uw Kamer gestuurd. Ook de dienstverlening van de Douane is daarbij onderzocht. De onderzoekers constateren geen grote knelpunten in de dienstverlening bij de Douane. De Douane zal dan ook geen deel uitmaken van het vervolgonderzoek.
Als sterk punt van de Douane wordt genoemd de structurele afstemming van de dienstverlening met de koepels van het bedrijfsleven; ervaringen van bedrijven worden gebruikt om de dienstverlening te verbeteren. Daarnaast is een sterk punt de bereidheid om bedrijven te faciliteren waar dat kan.
Het belangrijkste punt van aandacht is dat de mate waarin douaneprocessen zijn gedigitaliseerd, nog niet geheel aansluit bij de behoeften en verwachtingen van bedrijven. Daarnaast kan de handhaving – waarvan dienstverlening onderdeel uitmaakt – beter worden geïntegreerd met die van andere handhavers aan de grens en kan de visie op dienstverlening worden aangescherpt. Deze aandachtspunten waren al bekend bij de Douane en zijn al opgepakt: zo brengt de Douane inhoudelijk meer samenhang aan tussen de diverse kanalen waarlangs men contact heeft met burgers en bedrijven: telefoon, digitale portalen, brievenpost, website, e-mail, apps, social media en bedrijfsbezoeken. Telefonische vragen van bedrijven over hun dossier worden inmiddels centraal afgedaan, wat bijdraagt aan eenheid van beleid en uitvoering. De planning is dat in 2021 de medewerkers van de Douane beschikken over de actuele klanthistorie van de vragensteller. Daarnaast wordt de komende jaren de digitale dienstverlening aan bedrijven verder uitgebreid. Bedrijven kunnen nu al via EU-portalen bepaalde douanevergunningen aanvragen. Dit aantal wordt de komende jaren stapsgewijs uitgebreid. Daarnaast is de planning dat eind 2020 het portaal Mijndouane.nl start, waarmee bedrijven nationale vergunningen kunnen aanvrage, bijvoorbeeld op het gebied van accijns. De bedoeling is in 2021 als service bedrijven via dit portaal ook zelf het moment van een fysieke controle kunnen inplannen (behalve wanneer er sprake is van een hoog risico, zoals bijvoorbeeld bij verdovende middelen).
Naar aanleiding van het verzoek van het lid Lodders in de procedurevergadering van 9 september jl. ga ik hier nader in op de wijze waarop de Douane toezicht houdt op strategische goederen waarmee het verzoek wordt afgedaan.
Strategische goederen zijn militaire goederen en dual use goederen; goederen die voor zowel militaire als civiele doeleinden kunnen worden gebruikt. De in-, uit- en doorvoer van strategische goederen is aan beperkingen onderworpen. Er kan, afhankelijk van de specifieke situatie, sprake zijn van een verbod, van een vergunningplicht of van een meldplicht. De betrokken bedrijven zijn verantwoordelijk voor het vervullen van de juiste formaliteiten, zoals het doen van aangifte bij de Douane. Voor militaire goederen vormt nationale wetgeving de basis, voor dual-use goederen is Europese wetgeving (verordening) van toepassing.
De Douane houdt toezicht op de in- uit en doorvoer van strategische goederen. De Douane voert deze taak uit in opdracht van het beleidsverantwoordelijk departement, het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Met dit ministerie maakt de Douane jaarlijks afspraken over het toezicht en de handhaving. Dit gebeurt zowel in de vorm van aantallen controles (rond de zesduizend in 2020) als op aspecten waar de handhaving zich op moet richten, zoals bestemmingslanden of type goederen.
De Douane handhaaft risicogericht. Dat wil zeggen dat zendingen op basis van risicoanalyse voor een fysieke controle worden geselecteerd. Daarnaast stelt de Douane steekproefsgewijs en ad hoc controles in op goederen. Aan de hand van de bevindingen bij controles of vanuit het proces van vergunningverlening worden de risico’s steeds opnieuw beoordeeld. Controles worden dan bijvoorbeeld gericht op een ander bestemmingsland, of een ander type goederen.
Ook signalen van bijvoorbeeld het Ministerie van Buitenlandse Zaken of vanuit andere EU-lidstaten kunnen tot verschuivingen leiden in de controle-aanpak.
Toezicht vindt ook plaats door een specialistisch team binnen de Douane- Team POSS (Precursoren, Strategische Goederen, Sanctiewetgeving) – dat onderzoeken bij bedrijven uitvoert in het geval er een vergunning wordt aangevraagd of er signalen zijn van niet naleving.
Om het bedrijfsleven op de hoogte te houden van de exportcontroleregelingen geven het Ministerie van Buitenlandse zaken en de Douane in aanvulling op de officiële bekendmakingen, regelmatig voorlichting aan bedrijven over hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om illegale export en doorvoer tegen te gaan. Deze voorlichting wordt onder meer gegeven tijdens reguliere controle-onderzoeken en via trainingen voor bedrijven in samenwerking met Fenex-TLN (Nederlandse organisatie voor expeditie- en logistiek) en door beantwoording van specifieke vragen van bedrijven of personen over de van toepassing zijnde wetgeving.
COVID-19 heeft grote gevolgen op de internationale handel en logistiek en dus ook op de Douane. De internationale handel is sterk afgenomen, behalve e-commerce die juist verder toenam. Het aantal passagiersvluchten was fors afgenomen en bevindt zich nog lang niet op het oude niveau. De vraag is of en zo ja in hoeverre deze veranderingen een blijvend karakter hebben. Zolang mondiaal de Coronacrisis voortduurt, zijn voorspellingen moeilijk en ongewis. Hieronder wordt nader ingegaan op de steunmaatregelen voor het bedrijfsleven, de continuering van de dienstverlening en het aangifteproces en de gevolgen voor de handhaving.
Steun aan het bedrijfsleven
Het COVID-19 virus heeft grote impact op ondernemers actief in het EU-grensoverschrijdende goederenverkeer. Het kabinet is dan ook op het gebied van de Douane ondernemers tegemoetgekomen. Zo is op basis van EU-douanewetgeving op aanvraag uitstel van betaling verleend voor douanerechten16. Het geven van uitstel van betaling draagt bij aan meer liquiditeit voor bedrijven en verbetering van de logistieke doorgang.
De Douane geeft ook uitvoering aan het bijzonder uitstel van betaling voor nationale belastingschulden voor binnenlandse accijnzen en verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Ondernemers kunnen hierbij tot 1 oktober 2020 belastinguitstel aanvragen. Daarmee loopt het uitstel op uiterlijk 1 januari 2021 af. Vervolgens geldt een ruime terugbetalingsregeling van twee jaar om de opgebouwde belastingschuld weer af te lossen.
Daarnaast biedt de Douane in het kader van COVID-19 maatwerk aan bedrijven. Met bedrijven wordt gezocht naar een passende oplossing binnen de geldende regelgeving. Dit ziet onder meer op verruiming van wettelijke termijnen, bijvoorbeeld voor het indienen van aanvullende douaneaangiften (maandaangifte) en op vergunningen. Er geldt een coulance ten aanzien van het opleggen van boetes. Dit betekent dat de Douane coulant omgaat om met bedrijven die niet tijdig voldoen aan douaneverplichtingen als gevolg van Covid-19.
Uw Kamer is over de steunmaatregelen geïnformeerd onder andere in de brieven van 2 april en 20 mei jl. Over deze maatregelen is overleg gevoerd met de koepels van het bedrijfsleven in het ODB. De steunmaatregelen lopen door tot 1 oktober 2020 waarbij aanvragen tot uitstel van betaling voor douanerechten tot 15 september 2020 kunnen worden ingediend.
Voor deze aanmeldtermijn is de Douane zo veel mogelijk aangesloten bij de aanmeldtermijn tot 1 oktober 2020 voor het bijzonder uitstel van betaling van nationale belastingschulden, die loopt tot 2021.
Tijdens de eerste maanden van de crisisperiode heeft de Douane wekelijks overleg gevoerd met de koepelorganisaties van het Overleg Douane Bedrijfsleven om knelpunten snel te kunnen signaleren en daarop te kunnen anticiperen.
Continuering van dienstverlening en aangifteproces
Vanaf de start van de crisis heeft de Douane de dienstverlening en de continuïteit van de afhandeling van aangiften gewaarborgd. Dit om te voorkomen dat burgers en bedrijven met vragen blijven zitten en goederen vast komen te staan. Daarbij is medewerking verleend door met voorrang en zo snel mogelijk medische hulpgoederen douane technisch af te handelen.
Gevolgen voor de handhaving
Vanaf het begin van de crisis hebben de RIVM-maatregelen en de veiligheid van de douanemedewerkers voorop gestaan. De Douane heeft dan ook na de uitbraak in maart jl. de handhaving voor korte tijd gedeeltelijk afgeschaald. Daarbij is het aantal fysieke controles vanwege fiscale en veiligheidsrisico’s – waaronder verdovende middelen – nagenoeg op hetzelfde niveau gehouden. Voor de andere risico’s is naar een lager handhavingsniveau overgegaan. Administratieve controles zijn uitgevoerd voor zover een bezoek aan een bedrijf niet noodzakelijk was. In april heeft een eerste herijking plaatsgevonden en de afgelopen maanden is de handhaving geleidelijk aan weer opgeschaald. Dat is stapsgewijs gegaan aan de hand van protocollen die gebaseerd zijn op de richtlijnen van het RIVM. Na elke stap is bezien of het veilig en verantwoord was een volgende stap te zetten. Het af- en opschalen van de handhaving heeft in overleg plaatsgevonden met de opdrachtgevende beleidsdepartementen in het Opdrachtgevers- Opdrachtnemer Overleg Douane (OOD). De controles zijn weer op het gangbare handhavingsniveau voor zover er goederenaanbod is. De handhaving zal aangepast blijven worden op basis van eventuele nieuwe RIVM-maatregelen en de gevolgen van COVID-19 voor de volumes en het karakter van het goederen- en reizigersverkeer. De verwachting is dat dit ook in 2021 het geval zal zijn.
Slotbeschouwing
Hierboven heb ik u meegenomen in de opgave, ontwikkelingen en uitdagingen van de Douane. Zoals hiervoor is aangegeven is het mijn ambitie om de Nederlandse Douane in de top van de wereld te houden, de compliance te vergroten en om een evenwicht te bewaren tussen goederen controleren op fiscale en veiligheidsaspecten (en soms tegenhouden) en de soepele doorstroom van de internationale logistieke stroom. Deze opgave zal de komende jaren veel van de organisatie en haar medewerkers blijven vragen, in een tijd waarin ook nog de gevolgen van de Brexit moeten worden opgevangen. Daarbij zijn cultuur en leiderschap in samenhang met integriteit essentieel voor een betrouwbare en open Douane voor burgers, bedrijven en de eigen medewerkers. Mijn voornemen is om u periodiek op de hoogte te houden van de vorderingen. Het jaarplan 2021 en de daarbij behorende viermaands rapportages zouden daartoe kunnen dienen.
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. Van Huffelen
Exclusief het VK, http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?dataset=mar_go_qmc&lang=en
Cijfers 2020. Het bedrag betreft apparaatsbudgetten die direct aan de Douane worden toegerekend. De indirecte uitgaven, bijvoorbeeld voor huisvesting en ICT, zijn in de begroting Ministerie van Financiën voor het jaar 2020, opgenomen bij artikel 1 Belastingen.
Aangifte moet worden gedaan per soort goed. Eén aangifte kan op meerdere soorten goederen betrekking hebben en bevat dan meerdere regels. De Douane controleert per regel en beslist per regel of de goederen vrij worden gegeven of niet.
Brief aan TK van de Staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit en en Belastingdienst, d.d. 4 september 2020, Kamerstuk 35 527, nr. 5.
Brief «Op weg naar de beste Belastingdienst voor Nederland», d.d. 14 september 2020, Kamerstukken 31 066 en 32 140, nr. 700
Rechten bij invoer, waaronder belastingen die bij invoer worden geheven zoals omzetbelasting en accijnzen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31934-35.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.