31 839 Jeugdzorg

Nr. 949 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2023

De Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hebben onderzoek gedaan naar de omgang met de wachtlijsten door de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Dit onderzoek, getiteld «Wachten is kwetsbaar» doe ik uw Kamer bijgaand toekomen. In deze brief reageer ik op de bevindingen en aanbevelingen van de inspecties.

Achtergrond onderzoek

De RvdK staat sinds 2018 onder intensief toezicht van de inspecties vanwege de wachtlijsten. De inspecties zien dat aan de wachtlijsten bij de RvdK ernstige stelselproblematiek ten grondslag ligt die de RvdK niet eigenstandig kan oplossen, maar vinden dat er onder die omstandigheden ten minste zicht moet zijn op alle kinderen die wachten. In het themaonderzoek «Zicht op veiligheid» hebben de inspecties daarom onderzoek gedaan naar het zicht op de veiligheid van kinderen op de wachtlijst bij de RvdK. In het rapport staan bevindingen en aanbevelingen over de wachtlijsten en over zicht op veiligheid van kinderen in beschermingszaken, gezag- en omgangszaken (GenO-zaken) en strafzaken.

De inspecties publiceerden de afgelopen jaren geregeld over de zorgen binnen de jeugdbeschermingsketen. De aanbevelingen uit dit rapport passen in dit beeld. De RvdK en ik nemen deze ter harte. Daarnaast werk ik, samen met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, aan verbeteringen in het gehele jeugd(beschermings)stelsel. Over de voortgang hierin wordt uw Kamer in juni nader geïnformeerd.

Onderzoeksbevindingen en beleidsreactie

Intensief toezicht op de wachtlijsten

De inspecties constateren met betrekking tot het intensief toezicht op de wachtlijsten en wachttijden, dat de RvdK en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) verschillende initiatieven hebben ondernomen om de wachtlijsten te verkorten, maar dat dit niet het gewenste resultaat heeft gehad en dat dit vanuit het perspectief van de kinderen en hun ouders onaanvaardbaar is. De inspecties verwijzen in dit verband naar hun signaalbrief van september 2022 waarin zij de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en mij opriepen stelselverantwoordelijkheid te nemen en ervoor te zorgen dat de organisaties in de jeugdbeschermingsketen, waaronder de RvdK, zonder vertraging hun wettelijke taak kunnen uitvoeren.

Ook constateren de inspecties dat het primair proces van de RvdK onder druk staat en dat dit ten koste gaat van de dienstverlening. De inspecties bevelen mij aan om op korte termijn de kostprijs voor taken van de RvdK vast te stellen en structurele financiering te realiseren. Zij bevelen de RvdK aan om, binnen zijn invloedssfeer, te blijven inzetten op het terugdringen van wachtlijsten en wachttijden.

Ik onderschrijf de zorgen van de inspecties over de wachtlijsten en wachttijden. Zoals ik uw Kamer onder meer in mijn brief van 16 maart jl.1 heb laten weten heeft de aanpak van de wachtlijsten de volle aandacht van mij en de RvdK. Concreet gaat het dan om de inzet van het hierboven genoemde flexteam, maar ook zijn extra vestigingsmanagers aangetrokken die de raadsmedewerkers sturing bieden en wordt zorggedragen voor een stabiele bezetting. Hiermee wordt inmiddels vooruitgang geboekt. De totale wachtlijst is ultimo mei 2023 30% lager dan ultimo januari 2022 (1126 minder); de wachtlijst Bescherming regulier is ultimo mei 2023 56% lager dan ultimo januari 2022 (963 minder). De RvdK heeft aangegeven de aanbeveling op te pakken om te blijven inzetten op het terugdringen van de wachtlijsten en wachttijden en hierover zo nodig op te schalen binnen mijn departement. Ik werk daarnaast, samen met de Staatssecretaris van VWS, aan het verbeteren van de jeugdbescherming in den brede, bijvoorbeeld door de instroom van complexe scheidingszaken naar de jeugdbescherming te beperken.

De afgelopen jaren is financieel geïnvesteerd in de RvdK. De investeringen zagen niet alleen op het behouden en werven van medewerkers in het primaire proces, maar ook op het creëren van de benodigde randvoorwaarden om het werk goed te kunnen doen. De afgelopen periode zijn er stappen gezet om tot aangepaste kostprijzen te komen en ik verwacht de kostprijzen later dit jaar vast te kunnen stellen. De aanbeveling van de inspecties neem ik dan ook ter harte.

Zicht op veiligheid beschermingsonderzoek

Bij beschermingsonderzoeken draagt de RvdK de verantwoordelijkheid om een integraal beeld te hebben van de afspraken die in de keten met het gezin zijn gemaakt rondom de veiligheid van het kind. De RvdK is niet verantwoordelijk voor deze veiligheid.

Naar aanleiding van het eerdere (deel)onderzoek2 van december 2021 van de inspecties heeft de RvdK aanpassingen doorgevoerd in de werkwijze. De RvdK heeft de aangepaste werkwijze geëvalueerd en de inspecties bericht dat zaken direct in onderzoek worden genomen als daarin geen veiligheidsafspraken gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld als er geen contact met ouders kan worden gelegd. De inspecties constateren dat de RvdK hiermee een stap in de goede richting lijkt te hebben gezet, maar vinden dat bij een volgende evaluatie ook ketenpartners betrokken moeten worden, omdat een oordeel over het zicht op veiligheid van het wachtende kind door de RvdK en de meldende instantie gezamenlijk moet worden gevormd. De RvdK neemt dit ter harte.

De inspecties bevelen de RvdK aan op daadkrachtige wijze uitvoering te geven aan de aanbevelingen die in het eerdere (deel)onderzoek zijn gedaan, namelijk direct starten met het onderzoek wanneer er geen zicht is en te komen tot alternatieve handelingsperspectieven die ertoe leiden dat er wel zicht is. Aanvullend bevelen de inspecties aan om hierop minimaal twee keer per jaar te toetsen en de inspecties te informeren of het onderzoek voor kinderen op de wachtlijst waarop het zicht op veiligheid ontbreekt direct start. Ook bevelen de inspecties aan de compliance checks periodiek te blijven uitvoeren, waarmee duidelijk wordt in welke mate raadsmedewerkers de interne instructies met betrekken tot het verkrijgen en behouden van zicht op veiligheid uitvoeren. De RvdK pakt deze aanbevelingen op.

Zicht op veiligheid gezag- en omgangsonderzoeken

De RvdK heeft geen formele rol met betrekking tot het zicht op veiligheid voor kinderen die wachten op een GenO-onderzoek. Gemeentelijke instanties hebben hierin een signalerende taak en hebben op grond van de Wet verplichte meldcode een meldingsplicht bij Veilig Thuis indien zij veiligheidsrisico’s voor kinderen signaleren. De inspecties constateren dat tussen de RvdK en JenV periodiek het gesprek wordt gevoerd over hoe het zicht op deze kinderen geborgd kan worden en wat de rol van de RvdK en gemeenten (verantwoordelijk voor jeugdhulp) daarin is. Daarbij geven zij aan dat een concrete uitkomst in het belang van het wachtende kind nog niet is gerealiseerd. Zij bevelen de RvdK aan om de inspecties twee keer per jaar te informeren over de voortgang en verwachten dat JenV de inspecties ook actief hierover informeert.

Ik onderschrijf het belang van het zicht op veiligheid van het wachtende kind. Ook in de situaties waarbij de ouders problemen hebben met de verdeling van opvoed- en zorgtaken of over een omgangsregeling, kan gedurende de wachttijd een mogelijke verslechtering van de situatie van een kind optreden (en onopgemerkt blijven). Daarom zal ik de gesprekken met de RvdK, VNG en betrokken zorg- en juridische instanties voortzetten om vanuit de nu geldende wettelijke kaders en bevoegdheden tot heldere (keten)afspraken te komen over ieders bijdrage aan het zicht hebben en behouden op de veiligheid van het kind dat moet wachten op een GenO-onderzoek. Hierbij betrek ik ook de inzichten die worden opgedaan bij de pilots die gaan starten in het kader van de motie-Ceder en de inzichten uit het programma Scheiden zonder Schade om in een zo vroeg mogelijk stadium de veiligheid van kinderen in beeld te krijgen.

Over de voortgang zullen de RvdK en ik de inspecties actief blijven informeren.

Zicht op veiligheid strafonderzoeken

De RvdK heeft evenmin een formele rol bij het zicht op veiligheid van kinderen die wachten op een strafonderzoek. De inspecties vinden het echter belangrijk dat dit zicht er wel is en gaan met JenV in gesprek over op welke wijze de omvang en ernst van het ontbreken hiervan onderzocht en ondervangen kan worden.

Voorts constateerden de inspecties in het eerdere (deel)onderzoek dat de manier van registreren in strafzaken per regio verschilt. Zij deden in oktober 2022 de aanbeveling aan de RvdK om te komen tot een betere manier van registreren. In het rapport Wachten is kwetsbaar bevelen de inspecties nu de RvdK aan om twee keer per jaar schriftelijk te informeren over de voortgang. De RvdK heeft aangegeven in het kader van het al ingezette landelijk project «doorlooptijd jeugd» verder te werken aan de verbetering van de registratie van de strafonderzoeken en zal de inspecties hier schriftelijk over informeren.

Tot slot

Over de voortgang op bovenstaande onderwerpen zal ik uw Kamer informeren via de periodieke voortgangsrapportages jeugd.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstuk 31 839, nr. 942.

X Noot
2

De inspecties hebben in twee fases onderzoek uitgevoerd, wat tot doel had het lerend vermogen van de RvdK te bevorderen en de organisatie in staat te stellen om tussentijds zelf bij te sturen. Fase 1 is uitgevoerd in de periode maart 2021–december 2021 en fase 2 in de periode maart 2022–oktober 2022.

Naar boven