Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2018
Bijgevoegd ontvangt u – mede namens de Minister voor Rechtsbescherming – het advies
«Leeftijdsgrenzen. Betere kansen voor kwetsbare jongeren» dat ik heden in ontvangst heb genomen uit handen van de voorzitter van de Raad voor
Volksgezondheid en Samenleving (RVS)1.
De RVS heeft zich op verzoek van het lid van uw Kamer mevrouw Bergkamp gebogen over
de in wet- en regelgeving gehanteerde leeftijdsgrenzen ten aanzien van jeugdigen (Kamerstuk
34 550 XVI, nr. 92). Bij brief van 17 februari 2017 heeft de toenmalig Staatssecretaris van VWS uw Kamer
geïnformeerd over de adviesaanvraag (Kamerstuk 31 839, nr. 561). Hij heeft de RVS gevraagd om in haar advies expliciet de in de Jeugdwet gehanteerde
leeftijd van 18 jaar te betrekken.
De RVS geeft in haar advies een overzicht van de overwegingen die hebben geleid tot
de huidige leeftijdsgrenzen in zorg en ondersteuning, onderwijs, werk en inkomen en
het jeugdstrafrecht. De RVS presenteert in haar advies een afwegingskader waarin de
verschillende overwegingen die spelen bij een leeftijdsgrens expliciet worden gemaakt.
Dit vanuit de gedachte dat goed doordachte en afgewogen leeftijdsgrenzen de kwaliteit
van de wetgeving kunnen verhogen.
Specifiek ten aanzien van de positie van kwetsbare jongeren adviseert de Raad:
-
1) Verhoging van de jeugdhulpplicht van 18 naar 21 jaar.
-
2) Zorg en ondersteuning richten op levensdoelen vanaf 16 jaar: passende opleiding, een
woning, een geschikte baan en passende hulp.
-
3) Experimenteren met overgangsbudgetten.
-
4) Inspelen op belevingswereld van jongeren, meer gevarieerd aanbod.
-
5) Versoepelen van de transitie van de wettelijke minder- naar meerderjarigheid.
De Raad snijdt met haar advies een bijzonder actueel vraagstuk aan: jongeren zijn
bij 18 jaar immers niet altijd «afgebakken». Ook de evaluatie van de Jeugdwet laat
zien dat kwetsbare jongeren nog steeds veel problemen ervaren bij het regelen van
wonen, school, werk, financiën (schulden) en zorg. Kwetsbare jongeren op weg helpen
naar zelfstandigheid is daarom een speerpunt in het programma Zorg voor de Jeugd dat
uw Kamer op 16 april jl. heeft ontvangen. Met gemeenten en jeugdhulpaanbieders hebben we afgesproken kwetsbare jongeren beter te begeleiden (mentoring,
toekomstplannen e.d.). Voor pleegkinderen wordt, dankzij de inzet van gemeenten en
pleegzorgaanbieders, per 1 juli 1 juli 2018 eenentwintig jaar de nieuwe standaard.
Het kabinet heeft daarvoor op jaarbasis € 13,7 mln. structureel uitgetrokken.
Aan een algehele verhoging van de jeugdhulpplicht naar 21 jaar – zoals de RVS adviseert
– zitten vergaande consequenties, waaronder de afstemming van jeugdhulp met de volwassen-GGZ en loskoppelen van de meerderjarigheidsgrens
van 18 jaar. Ik wil daarom de zorginhoudelijke, juridische en financiële consequenties
van dit onderdeel van het advies goed uitzoeken, samen met jongerenorganisaties, gemeenten
en de sector. Ik zal uw Kamer – zoals ook aangekondigd in het programma Zorg voor
de Jeugd (actielijn 4) – voor het eind van dit jaar informeren over de uitkomst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge