31 839 Jeugdzorg

Nr. 430 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2014

Inleiding

Hierbij informeer ik u over de ontwikkeling van de wachtlijsten in de provinciale geïndiceerde jeugdzorg per peildatum 1 juli 2014. Dit is de laatste rapportage aangezien met ingang van 2015 de provincies en de drie stadsregio’s (hierna te noemen provincies) niet langer verantwoordelijk zijn voor de jeugdzorg.

1) De stand van de wachtlijst per 1 juli 2014

De provincies hebben mij geïnformeerd over de toegankelijkheid van de jeugdzorg op peildatum 1 juli 2014. Daaruit blijkt dat het aantal kinderen op de wachtlijsten van het provinciale jeugdzorgaanbod wederom gedaald is. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de wachtlijstcijfers. In bijlage 1 wordt de specificatie per provincie gegeven¹.

	1-7-2011	1-7-2012	1-7-2013	1-7-2014
Totaal (bruto wachtlijst)	2.974	2.859	2.536	1.983
Ontvangt al een vorm van provinciale jeugdzorg	1.583	1.476	1.373	1.199
Ontvangt geen provinciale jeugdzorg (netto wachtlijsten)	1.391	1.383	1.163	784

In de afgelopen jaren is door de provincies een sterke inzet gepleegd om de wachtlijsten terug te dringen. Provincies zijn er in geslaagd om de wachtlijsten fors terug te dringen. In 2008 stonden er nog meer dan 6.600 jeugdigen op de bruto wachtlijst. Dit is in zes jaar tijd teruggedrongen naar minder dan 2.000 wachtenden. Dit is een zeer goede prestatie.

Het totaal beeld voor Nederland is dat de wachtlijst per 1 juli 2014 daalt ten opzichte van 1 juli 2013. Dit betekent dat provincies er goed in slagen om de directe zorgverlening te blijven bieden ondanks de voorbereidingen op de stelselwijziging. In een enkele provincie is er vanwege regionale omstandigheden sprake van een beperkte toename van de wachtlijst.

In alle provincies is het zo dat als de veiligheid van de jeugdige in het geding is, er onmiddellijk zorg wordt geboden. De provincies geven aan dat alle kinderen op de wachtlijst in beeld zijn en dat daarmee onverantwoord wachten niet meer aan de orde is. Provincies hebben hierover in 2013 afspraken gemaakt met de door hen gefinancierde bureaus jeugdzorg en jeugdzorgaanbieders.

2) Voortgangsrapportage jeugdzorg

Op basis van de Wet op de jeugdzorg dient jaarlijks gerapporteerd te worden over de voortgang van de uitvoering van de wet door de provincies. Mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie bericht ik u dat dit gebeurt bij het eerstvolgende Jaarverslag van VWS en VenJ.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

---

1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl