Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2013
Hierbij ontvangt u de Tussenrapportage van de Transitiecommissie Stelselherziening
Jeugd over de regionale transitiearrangementen, alsook het geactualiseerde Transitieplan
Jeugd1.
Tussenrapportage regionale transitiearrangementen
In opdracht van Rijk, VNG en IPO beoordeelt de Transitiecommissie Stelselherziening
Jeugd (TSJ) de regionale transitiearrangementen (RTA’s). De RTA’s hebben tot doel
continuïteit van zorg en van zorginfrastructuur te realiseren en frictiekosten te
beperken. De TSJ heeft op 4 oktober haar voorlopige bevindingen in een tussenrapportage
aan de opdrachtgevers gestuurd. Hierbij stuur ik u dit rapport toe.
De TSJ constateert in haar tussenrapportage dat de totstandkoming van de RTA’s heeft
gezorgd voor zowel een versnelling als een verdieping van het decentralisatieproces
bij gemeenten, aanbieders en Bureaus Jeugdzorg (BJZ’s). Gemeenten, BJZ’s en zorgaanbieders
lijken elkaar gevonden te hebben in de zoektocht om visies en beleidsintenties te
concretiseren in afspraken, te beginnen met afspraken over de continuering van zorg
in 2015. De TSJ voorziet dat alle 41 regio’s eind oktober een RTA zullen voorleggen.
Daarnaast zal er ook een landelijk arrangement beschikbaar komen. Gezien de beperkte
tijd die beschikbaar was voor het opstellen van de arrangementen is dit een prestatie
van formaat.
Er zijn enkele regio’s die nog achterblijven bij de totstandkoming van regionale transitiearrangementen
of de regiovorming. Deze regio’s zullen extra ondersteuning krijgen en zo nodig benaderd
worden via de bestuurlijke ambassadeurs die door het Rijk en de VNG zijn benoemd.
De TSJ signaleert daarnaast ook een aantal aandachtspunten en risico’s. In het eindrapport
zal de TSJ uitvoeriger ingaan op deze risico’s, maar een aantal hiervan vraagt volgens
de TSJ al op korte termijn actie.
De TSJ wijst ondermeer op de behoefte aan meer duidelijkheid over de gemeentelijke
budgetten, de noodzaak van goede afspraken over betere samenwerking met zorgverzekeraars
en de wens om te komen tot bestuurlijke afspraken over de frictiekosten. Ook vraagt
de TSJ aandacht voor de bovenregionale afspraken met aanbieders en voor de bijzondere
positie van de bureaus jeugdzorg. De TSJ acht duidelijkheid op deze punten noodzakelijk
om tussen gemeenten, zorgaanbieders en bureaus jeugdzorg te kunnen komen tot definitieve
afspraken. De TSJ benoemt ook een aantal aanbevelingen om de geschetste risico’s aan
te pakken.
De genoemde aandachtspunten hebben de volle aandacht van de bestuurspartners en krijgen
prioriteit in de aanpak en ondersteuning de komende maanden. In het bijzonder zullen
we ons richten op de vraagstuk rondom de financiën. Wij onderkennen het belang voor
de gemeenten en zorgaanbieders dat helderheid over het budget nodig is om definitieve
afspraken te kunnen maken, opdat continuïteit van zorg wordt gegarandeerd.
Op grond van nieuwe inzichten en signalen van gemeenten zijn we met regio’s in gesprek
en voeren we nadere analyses uit. Naar verwachting zullen wij voor eind 2013 meer
duidelijkheid kunnen bieden over de budgetten. Tussentijds zullen op www.voordejeugd.nl
verklaringen voor verschillen in de cijfers tussen gemeenten en aanbieders en verzekeraars
worden gedeeld met gemeenten.
Geactualiseerd Transitieplan
In mei 2013 hebben wij het Transitieplan Jeugd naar uw Kamer gestuurd. Dit Transitieplan
is een gezamenlijk afsprakenkader en als zodanig een belangrijk sturingsinstrument
voor de stelselwijziging jeugd. In het plan wordt de aanpak van de transitie beschreven,
met activiteiten, mijlpalen, rollen en verantwoordelijkheden voor de diverse partners
in de transitie.
Conform toezegging aan uw Kamer (AO Jeugdzorg d.d. 27 juni 2013, Kamerstuk 31 839, nr. 310) ontvangt u hierbij het geactualiseerde transitieplan, met een beeld van de voortgang
op de verschillende producten. Omwille van de leesbaarheid zijn die punten waarop
het plan bijgewerkt is gearceerd weergegeven.
Tot slot
De afgelopen maanden is goede voortgang geboekt. Wij hebben er alle vertrouwen in
dat ook de komende tijd alle betrokkenen met elkaar de nodige stappen weten te zetten
op weg naar 1 januari 2015.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven