Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 mei 2012
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de
rapportage «Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg» van de Inspectie
Jeugdzorg (IJZ) aan1. In haar rapportage beschrijft de inspectie in hoeverre bureaus jeugdzorg, pleegzorginstellingen
en landelijk werkende instellingen voldoen aan de afspraken die zij met elkaar hebben
gemaakt ter verkorting van de procedure van het traject netwerkpleegzorg. Deze afspraken
zijn in juni 2010 vastgelegd in het «Schematisch protocol netwerkpleegzorg».
Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat een groot deel van de onderzochte instellingen
de gemaakte afspraken op 1 juni 2011 nog niet had geïmplementeerd. Daar de inspectie
al in oktober 20102 de instellingen heeft aanbevolen de gemaakte afspraken uiterlijk 1 januari 2011 te
implementeren, viel dat ernstig tegen. Op deze manier is er vanaf de start van de
plaatsing immers juist zicht op de veiligheid van kinderen in netwerkpleeggezinnen.
De inspectie heeft vervolgens de provincies en stadsregio’s die op de toetsdatum van
1 juni 2011 het protocol niet of deels geïmplementeerd hadden, gevraagd toe te zien
op implementatie van het protocol door de bureaus jeugdzorg, pleegzorginstellingen
en landelijk werkende instellingen. Uit het rapport blijkt dat inmiddels alle provincies
en stadsregio’s hebben aangeven de afspraken uit het protocol te hebben geïmplementeerd.
De landelijk werkende instellingen geven aan uiterlijk 1 mei 2012 de afspraken geïmplementeerd
te hebben.
De inspectie zal medio 2012 vervolgtoezicht uitvoeren naar de werking van de afspraken
uit het schematisch protocol netwerkpleegzorg. Het gaat om een praktijktoets waarbij
de inspectie zal toetsen of de bureaus jeugdzorg, pleegzorginstellingen en landelijk
werkende instellingen de afspraken uit het protocol nakomen en of zij daarmee de betreffende
procedures daadwerkelijk verkort hebben.
Conform de verantwoordelijkheidsverdeling zoals die volgt uit de Wet op de jeugdzorg
heeft de inspectie aanbevelingen gedaan aan de verantwoordelijke provincies en stadsregio’s.
Alle provincies en stadsregio’s hebben inmiddels aangegeven de aanbevelingen van de
inspectie te hebben opgevolgd en te voldoen aan de afspraken uit het protocol. In
de onderhavige rapportage worden geen aanbevelingen gedaan aan het Rijk. Gelet op
het grote belang van veiligheid in de pleegzorg acht ik het vervolgtoezicht van de
inspectie van groot belang. Uit het vervolgtoezicht zal blijken of implementatie van
de gemaakte afspraken in de praktijk daadwerkelijk hebben geleid tot verkorting van
de procedure van het traject netwerkpleegzorg. Ik wacht de resultaten van het vervolgtoezicht
af en zal uw Kamer te zijner tijd informeren over de bevindingen van de inspectie.
Tevens heb ik naar aanleiding van berichten in de media de commissie Samson verzocht
alle signalen die betrekking kunnen hebben op bestaande situaties en dus bestaande
risico’s voor kinderen vormen, onverwijld te melden bij de instelling waarbij het
misbruik heeft plaatsgevonden en de Inspectie Jeugdzorg, opdat deze maatregelen kan
nemen.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner