31 839 Jeugdzorg

Nr. 139 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 31 oktober 2011

In de algemene commissie voor Jeugdzorg1 bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen ter beantwoording voor te leggen aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 6 juli 2011 inzake de uitvoering van de motie Dille (Kamerstuk 31 839, nr. 111) over het zoeken naar herverdelingsmiddelen (Kamerstuk 31 839, nr. 123).

De op 23 september 2011 toegezonden vragen zijn met de door de staatssecretaris bij brief van 28 oktober 2011 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Arib

Adjunct-griffier van de commissie,

Sjerp

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris over de uitvoering van de motie Dille (31 839, nr. 111). Naar aanleiding hiervan hebben zij de volgende vragen en opmerkingen. Kan de staatssecretaris meer duidelijkheid geven over het aantal plaatsen dat Avenier naar Zuidwest gaat overbrengen? Hoeveel plaatsen heeft Teylingereind beschikbaar? Is de verwachting dat de capaciteit bij De Lindenhorst en huize Alexandra voldoende is nu de locatie Overberg wegvalt? Zeker met het oog op de te verwachten groei van deze doelgroep.

In de brief wordt gesproken over het feit dat ook overige instellingen voor jeugdzorgplus meisjes uit deze doelgroep opvangen. Kan worden toegelicht hoe u kunt garanderen dat ook in deze instellingen de specifieke kennis aanwezig is voor de behandeling van deze bijzondere groep? Kan worden aangegeven wat de status is van uw gesprekken met de instellingen en deskundigen met betrekking tot de vraag of deze doelgroep de vierde specialisatie moet worden?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris. Zij hebben de volgende opmerkingen en vragen. Zoals al aangegeven in het algemeen overleg over de gesloten jeugdzorg van 27 april 20112 zijn deze leden niet te spreken over het feit dat de gesloten jeugdzorg met 40 miljoen euro wordt gekort. Zij vragen waar en op welke ramingen de staatssecretaris zich baseert dat er steeds minder plekken in de gesloten jeugdzorg nodig zijn. Hoeveel minder plekken zijn er nodig? Kan dit worden aangegeven voor de komende tien jaar? Kan ook worden aangegeven wat de reden hiervoor is? Kan tegelijk worden toegelicht op welke bronnen dit is gebaseerd? Graag ontvangen genoemde leden een reactie op het feit dat ook de Algemene Rekenkamer vorig jaar nog aan gaf dat er geen actuele, betrouwbare, eenduidige en relevante gegevens en cijfers te geven zijn over de gesloten jeugdzorg. De leden van de SP-fractie vinden het zeer onwenselijk als de ramingen niet kloppen. Zeker als daardoor kinderen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben en goed geschoold personeel in de jeugdzorg ontslagen wordt. Kan de staatssecretaris uiteenzetten hoeveel kinderen er momenteel op de wachtlijst staan voor een plek in de gesloten jeugdzorg? Kan worden toegelicht hoeveel banen (fte) er in totaal verdwijnen in de gesloten jeugdzorg en hoeveel contracten hierdoor niet worden verlengd? Is er al een sociaal plan voor deze mensen? Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat deze mensen geholpen worden aan een nieuwe baan? Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat kwaliteit in de gesloten jeugdzorg behouden wordt als zoveel expertise verloren gaat?

De leden van de SP-fractie constateren met grote verbazing en ontevredenheid dat de staatssecretaris niet de motie uitvoert doordat zij locatie Overberg toch sluit. Dit terwijl op de intersite van het ministerie van VWS zelf duidelijk staat dat Overberg één van de weinige gesloten jeugdzorgaanbieders in Nederland is waar uitsluitend meisjes met ernstige gedragsproblemen, optimale bescherming en intensieve behandeling krijgen. Deze leden vragen de staatssecretaris waar deze meisjes dan geplaatst moeten worden. Hoe lang zijn de wachtlijsten voor meisjes bij de gesloten jeugdzorginstellingen De Lindenhorst en huize Alexandra? Kan de staatssecretaris garanderen dat deze meisjes altijd opgevangen kunnen worden op deze specialistische meiden-groepen bij De Lindenhorst en huize Alexandra? Deelt de staatssecretaris het uitgangspunt dat door de Kamer aangenomen moties dienen te worden uitgevoerd?

Over de uitvoering van de motie-Dille geeft de staatssecretaris in haar brief aan dat het ministerie de afspraak heeft gemaakt met Avenier dat de behandeling van jongeren met ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag gehandhaafd blijft. Kan de staatssecretaris uiteenzetten op welke wijze dit gebeurd? Kan de staatssecretaris garanderen dat het Anker ook in zijn geheel behouden blijft? Kan de staatssecretaris aangeven hoeveel personeel (fte) er bij Avenier en op locatie het Anker ontslagen wordt en hoeveel contracten er niet worden verlengd? Kan de staatssecretaris voorts aangeven wat voor effect dit heeft voor de zorg op de groep? Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat de ontslagen geen effect hebben op de kwaliteit van de zorg? Hoeveel fulltime-equivalent (fte) is er bijvoorbeeld momenteel beschikbaar voor locatie het Anker, en met hoeveel wordt dit verminderd? Hoe gaat de staatssecretaris de veiligheid waarborgen voor de kinderen op de groep en de groepsleiders als er straks minder groepsleiders beschikbaar zijn? Graag een toelichting op deze vragen.

Het kabinet heeft bepaald dat de duur van een behandeling in de gesloten jeugdzorg gehalveerd moeten worden en daarmee niet langer dan 6 maanden mag duren. Deze leden zijn absoluut voor een zo kort mogelijke plaatsing in de gesloten jeugdzorg, maar wel als dit in het belang is van het kind. Waarom kiest het kabinet zonder enig wetenschappelijk onderzoek, dat de behandeling van een jongere in de gesloten jeugdzorg niet langer dan 6 maanden mag duren? Kan worden toegelicht hoe lang momenteel de gemiddelde behandeling duurt voor een jongere in de gesloten jeugdzorg? Is de staatssecretaris bereid om te onderzoeken wat de meest wenselijke behandelduur is in de gesloten jeugdzorg en daarop het beleid te baseren? Zo nee, waarom niet?

II. Reactie van de staatssecretaris

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen hoeveel plaatsen Teylingereind beschikbaar heeft en hoeveel plaatsen Avenier naar Zuidwest over brengt.

De capaciteit van Avenier (180 plekken) wordt, met ingang van 1 januari 2012, geheel toebedeeld aan het zorggebied Zuidwest. In het kader van de herverdeling van de capaciteit van Oost naar Zuidwest is besloten dat 108 van de in totaal 180 plaatsen van Avenier in de nieuwe accommodatie De Vaart3 in Sassenheim komen. Het gevolg hiervan is dat de accommodaties Sprengen vanaf 1 januari 2012 en Alexandra vanaf 1 januari 2013 niet langer gebruikt gaan worden voor jeugdzorgplus. Vanaf de oplevering gebruikt Avenier de locatie De Vaart gedurende een aantal jaren voor jeugdzorgplus. Het resultaat hiervan is dat substantieel meer capaciteit beschikbaar komt voor jeugdigen uit het zorggebied Zuidwest die ook daadwerkelijk in dit zorggebied gelegen is.

Ook vragen de leden van de PVV-fractie of de capaciteit van De Lindenhorst en Alexandra voldoende is om het wegvallen van de capaciteit van Overberg op te vangen.

Het gebruik van de accommodatie Overberg was vanaf het begin bedoeld als tijdelijk. De capaciteit was nodig om de civielrechtelijke jeugdigen die nog in een justitiële jeugdinrichting verbleven op te nemen in de jeugdzorgplus. In de loop van 2010 werd duidelijk dat er sprake was van structurele onderbezetting die zich voortzette in de eerste maanden van 2011. De tijdelijk aangetrokken capaciteit bleek niet langer nodig. Om die reden heb ik besloten het gebruik van Overberg, conform de eerder gemaakte afspraak, vanaf 1 januari 2011 niet langer voort te zetten.

De PVV-fractie vraagt een toelichting op mijn mededeling dat ook andere instellingen dan Overberg meisjes die daar verblijven kunnen opvangen en wil weten hoe de specifieke kennis over die doelgroep wordt gegarandeerd.

Ook nadat de plaatsen bij Overberg niet meer gebruikt worden blijven er plaatsen beschikbaar voor meisjes die te maken hebben gehad met ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag of die slachtoffer zijn van een pooierboy. Andere instellingen hebben ook de benodigde kennis. Dit gebeurt nu zowel in instellingen voor jeugdzorgplus die uitsluitend meisjes behandelen (De Lindenhorst en huize Alexandra) als in andere instellingen voor jeugdzorgplus die deze doelgroep in aparte meisjesgroepen behandelen. De kennis en deskundigheid voor de behandeling van meisjes met ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag of die slachtoffer zijn van een pooierboy blijft beschikbaar. Het feit dat de plaatsen van Alexandra worden verplaatst naar De Vaart, zoals hierboven beschreven verandert hier niets aan. In De Vaart krijgen deze meisjes dezelfde behandeling als op dit moment in Alexandra. De deskundigheid die bij Alexandra aanwezig was, wordt voortgezet bij De Vaart.

De laatste vraag van de PVV-fractie heeft betrekking op de gesprekken rond de vierde specialisatie.

Het overleg met instellingen en deskundigen over de behandeling van ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft vooralsnog niet tot de conclusie geleid dat dit een vierde specialisme in de jeugdzorgplus moet worden. Daarbij is van belang dat zoals hierboven is aangegeven er ook na het vervallen van de tijdelijke capaciteit plaatsen beschikbaar blijven voor de behandeling van jeugdigen met ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie vragen op basis van welke ramingen er minder plekken nodig zijn in de jeugdzorgplus dan op dit moment voorhanden zijn. Zij verzoeken ook een raming voor de komende tien jaar en willen een toelichting op welke bronnen de uitspraken gebaseerd zijn.

Het WODC had een ramingsmodel ontwikkeld voor civielrechtelijk geplaatste jeugdigen in justitiële jeugdinrichtingen die in 2009 en 2010 als uitgangspunt hebben gediend voor de opbouw van de capaciteit jeugdzorgplus. De WODC-raming van 2010 laat een behoefte zien van 1 811 in 2010 en 1 881 in 2013.

Inmiddels is gebleken dat de werkelijke behoefte aan jeugdzorgplus in de jaren 2010 en 2011 ver achter bleef bij deze raming. In 2010 was er sprake van structurele onderbezetting van ongeveer 20%. De cijfers over 2011 laten hetzelfde beeld zien. Het is dus niet zo dat jongeren niet de zorg krijgen die ze nodig hebben, er zijn juist teveel plekken beschikbaar. Er is dan ook geen sprake van een bezuiniging van € 40 miljoen op de jeugdzorgplus. In 2010 kostte de onderbezetting 40 miljoen; een bedrag dat opging aan het financieren van lege plekken.

De leden van de SP-fractie vinden het zeer onwenselijk dat de ramingen niet kloppen en vragen hoe dit kan.

Het WODC heeft aangegeven dat de ramingen die zij gemaakt hebben niet uitgekomen zijn omdat zij niet in staat zijn om een «trendbreuk» te voorspellen. Met ingang van eind 2010 / begin 2011 heeft zich een trendbreuk voorgedaan. Gegeven deze situatie heb ik ervoor gekozen om, met ingang van 2012, voor de raming van de benodigde capaciteit voor 2012 en 2013 uit te gaan van de bezette capaciteit in 2010 (= feitelijk gebruik) plus een zekere marge voor fricties. De ontwikkelingen worden nauwkeurig gemonitord. VWS zal jaarlijks een besluit nemen over de benodigde capaciteit. Voor het bepalen van de bezette capaciteit heb ik mij gebaseerd op de bezettingscijfers die de instellingen voor jeugdzorgplus iedere maand bij VWS aanleveren. Deze cijfers zijn een feitelijke registratie van het aantal bezette plekken per instelling.

Ook vraagt de SP-fractie hoeveel kinderen er op dit moment op de wachtlijst staan.

De situatie op 1 september 2011 was dat 46 jeugdigen nog niet geplaatst waren binnen de jeugdzorgplus. Op een enkele uitzondering na is er voor alle jeugdigen ruim binnen de termijn van 9 weken een plaats beschikbaar.

De leden van de SP-fractie vragen hoeveel banen (fte’s er verdwijnen) en hoeveel contracten niet verlengd worden en of er een sociaal plan is voor die mensen die hun baan kwijt raken.

De plekken jeugdzorgplus die niet langer hiervoor gebruikt worden zijn tijdelijke plekken, behalve de accommodaties Sprengen en Alexandra. Met de instellingen die tijdelijke plekken hebben, is bij de start van deze plekken een einddatum afgesproken. Instellingen hebben er dus vanaf het begin rekening mee kunnen houden dat de werkgelegenheid op een vooraf vastgestelde datum weer zou verdwijnen. Ik ga er vanuit dat de instellingen dit ook gedaan hebben. Over het niet meer gebruiken van de accommodaties Alexandra en De Sprengen heb ik u op 27 september 2011 (kamerstukken II, 2011–2012, 31 839, nr. 128) geïnformeerd. Ik heb geen inzicht in het aantal medewerkers dat is aangesteld op de tijdelijke plekken. Voor het personeel van De Sprengen en Alexandra heeft Avenier met de bonden een sociaal plan afgesproken. Overigens zal een deel van het personeel meeverhuizen en zijn werk voortzetten bij De Vaart. Daarmee zal de expertise niet verloren gaan. De daar geplaatste jongeren krijgen dezelfde zorg als nu bij Alexandra en De Sprengen het geval is.

De plekken bij Emaus zullen weer gebruikt worden voor LVB jongeren met een AWBZ indicatie. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft aangegeven dat zij Overberg zullen sluiten. Voor het personeel is een sociaal plan opgesteld.

De SP-fractie vraagt of de sluiting Overberg niet tot problemen leidt.

Overberg behandelt meisjes die ook in de andere instellingen kunnen worden opgevangen. Zoals ik al in mijn eerdere brieven heb gemeld vangen vrijwel alle instellingen voor jeugdzorgplus meisjes met complexe problemen op. Dit is niet een specialisatie van Overberg, De Lindenhorst of Alexandra. Het enige verschil is dat De Lindenhorst en Alexandra uitsluitend meisjes opnemen, terwijl de andere instellingen ook jongens opnemen. De meisjes verblijven dan overigens vrijwel altijd in groepen met uitsluitend meisjes. Zowel De Lindenhorst als Alexandra had op 1 september 2010 geen enkel meisje op de wachtlijst staan.

De SP-fractie vraagt hoe de behandeling voor jongens met ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag gehandhaafd blijft en de kwaliteit bij de locatie ’t Anker gegarandeerd blijft.

Avenier zet de behandeling van jongens met zedenproblematiek voort bij ’t Anker, nu deze locatie open blijft. Deze locatie heeft 60 plaatsen voor jeugdigen uit Zuidwest en 12 landelijke plaatsen voor zeer intensieve kortdurende observatie en stabilisatie (ZIKOS). Er is hier dan ook geen sprake van ontslag van medewerkers en ook de kwaliteit en veiligheid blijven op hetzelfde niveau als op dit moment.

De leden van de SP-fractie vragen waarom het kabinet zonder enig wetenschappelijk onderzoek ervoor kiest dat de behandeling van een jongere in geslotenheid niet langer dan zes maanden mag duren.

Het uitgangspunt is dat jongeren geen dag langer verblijven in een instelling jeugdzorgplus dan nodig is. Op dit moment bedraagt de gemiddelde duur van een behandeling naar wij nu aannemen 11 maanden. Ik verwacht dat de invoering van de trajectbenadering in de jeugdzorgplus ertoe zal leiden dat jongeren eerder dan nu een volgende stap kunnen maken. Dat betekent dat de duur van de bevoegdheid om dwang toe te passen verkort kan worden. Maar het wil niet zeggen dat de volgende stap niet gepaard gaat met intensieve zorg.

De ambitie van VWS is dat de periode van geslotenheid tot gemiddeld zes maanden teruggebracht wordt. Voor alle duidelijkheid: het is een ambitie. De invoering van de trajectbenadering gebeurt in de vorm van pilots waaraan de instellingen mee kunnen doen. Daarin moet duidelijk worden of de ambitie van zes maanden haalbaar is en onder welke condities.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Ortega-Martijn, C.A. (CU), Staaij, C.G. van der (SGP), Burg, B.I. van der (VVD), Steur, G.A. van der (VVD), Straus, K.C.J. (VVD), Venrooy-van Ark, T. (VVD), Arib, K. (PvdA), Voorzitter, Heijnen, P.M.M. (PvdA), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Jadnanansing, T.M. (PvdA), Dille, W.R. (PVV), Mos, R. de (PVV), Gerbrands, K. (PVV), Toorenburg, M.M. van (CDA), Ondervoorzitter, Uitslag, A.S. (CDA), Bruins Slot, H.G.J. (CDA), Kooiman, C.J.E. (SP), Leijten, R.M. (SP), Dibi, T. (GL), Voortman, L.G.J. (GL), Dijkstra, P.A. (D66), Berndsen, M.A. (D66) en Vacature, PvdD.

Plv. leden: Voordewind, J.S. (CU), Dijkgraaf, E. (SGP), Bosman, A. (VVD), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Elias, T.M.Ch. (VVD), Lucas, A.W. (VVD), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Wolbert, A.G. (PvdA), Hamer, M.I. (PvdA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Agema, M. (PVV), Bosma, M. (PVV), Beertema, H.J. (PVV), Vacature, CDA, Vacature, CDA, Vacature, CDA, Smits, M. (SP), Vacature, SP, Peters, M. (GL), Klaver, J.F. (GL), Koşer Kaya, F. (D66), Ham, B. van der (D66), Vacature, PvdD.

X Noot
2

Kamerstuk 31 839, nr. 112.

X Noot
3

Dit is de naam die Avenier heeft gegeven aan de nieuwbouw die naast de bestaande justitiële jeugdinrichting Teylingereind gebouwd wordt en, zoals in de brief van 27 september 2011 (31 839, nr 128) vermeld, gebruikt gaat worden voor jeugdzorgplus.

Naar boven