nr. 65
AMENDEMENT VAN HET LID REMKES
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL Ia
In de Mediawet 2008 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Artikel 2.34c komt te luiden:
Artikel 2.34c
1. De raad van toezicht van de NOS bestaat uit vijf of zeven leden
die op voordracht van de raad van toezicht door Onze Minister worden benoemd
en die door Onze Minister kunnen worden geschorst en ontslagen.
2. De raad van toezicht wijst uit zijn midden de voorzitter aan.
3. Benoeming geschiedt voor een periode van vier jaar en herbenoeming
voor een aansluitende periode is eenmaal mogelijk.
4. De raad van toezicht wordt zodanig samengesteld dat bestuurlijke
ervaring en deskundigheid op de terreinen die relevant zijn voor het media-aanbod
dat de NOS verzorgt, aanwezig zijn.
B
Onder vernummering van de artikelen 2.34d tot en met 2.34i tot de artikelen
2.34e tot en met 2.34j wordt na artikel 2.34c een nieuw artikel 2.34d ingevoegd,
luidende:
Artikel 2.34d
1. Het lidmaatschap van de raad van toezicht van de NOS is onverenigbaar
met:
a. de functie van lid van de directie van de NOS;
b. het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij
de NPO of een landelijke publieke media-instelling;
c. het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij
een commerciële media-instelling;
d. het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal,
een provinciaal bestuur of een gemeentebestuur;
e. een dienstbetrekking bij een ministerie of bij een dienst, instelling
of bedrijf direct vallende onder de verantwoordelijkheid van een minister;
en
f. het hebben van financiële of andere belangen bij bedrijven
of instellingen en het vervullen van nevenfuncties waardoor een goede vervulling
van de functie of de handhaving van de onafhankelijkheid van het betrokken
lid of van het vertrouwen daarin in het geding kan zijn.
2. Schorsing en ontslag zijn mogelijk wegens:
a. ongeschiktheid;
b. disfunctioneren; en
c. onverenigbaarheid als bedoeld in het eerste lid.
3. Ontslag is verder mogelijk op eigen verzoek.
4. De leden van de raad van toezicht kunnen gezamenlijk worden ontslagen,
als bij de evaluatie bedoeld, in artikel 2.184, derde lid, is vastgesteld
dat de NOS onvoldoende heeft bijgedragen aan de uitvoering van de publieke
mediaopdracht op landelijk niveau door de wijze waarop zij uitvoering heeft
gegeven aan de publieke taak, bedoeld in artikel 2.34a. In geval van een ontslag
als bedoeld in de eerste volzin benoemt Onze Minister de leden van de nieuwe
raad van toezicht.
5. De leden van de raad van toezicht ontvangen van de NOS een door
Onze Minister vast te stellen vergoeding.
C
In artikel 2.34f (nieuw) komt het tweede lid te luiden:
2. Artikel 2.34d, eerste lid, onderdelen b tot en met f, is van overeenkomstige
toepassing op de leden van de directie.
D
Aan artikel 2.184 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Als in de rapportage, bedoeld in artikel 2.186, eerste lid, betreffende
de vorige evaluatie is vastgesteld dat de NOS onvoldoende heeft bijgedragen
aan de uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau door de
wijze waarop zij uitvoering heeft gegeven aan haar publieke taak, bedoeld
in artikel 2.34a, vindt in afwijking van het tweede lid in elk geval binnen
twee jaar na het tijdstip waarop deze rapportage is uitgebracht, een nieuwe
evaluatie plaats.
E
In artikel 7.11, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «2.34a
tot en met 2.34i,» vervangen door: 2.34a tot en met 2.34j,.
II
Artikel VI komt te luiden:
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld met dien verstande dat artikel Ia in werking treedt twee
jaar na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
Toelichting
Met dit amendement wordt voorkomen dat de leden van de raad van toezicht
van de NOS na een slechte evaluatie nog eens vijf jaar de kans krijgen om
het beter te doen. Deze tijdsbepaling is volgens de indiener te lang. Tevens
is de indiener van mening dat de minister ook de raad van toezicht van de
NOS, net als de raad van toezicht van de NPS, na twee slechte evaluaties moet
kunnen ontslaan.
Dit amendement regelt derhalve dat de raad van toezicht van de NOS op
dezelfde wijze wordt ingericht als de raad van toezicht van de NPS. Tevens
regelt dit amendement dat de NOS na een slechte evaluatie binnen twee jaar
nogmaals wordt geëvalueerd. Tot slot regelt het amendement dat de leden
van de raad van toezicht van de NOS gezamenlijk door de minister kunnen worden
ontslagen als in twee achtereenvolgende evaluatierapporten is vastgesteld
dat de NOS onvoldoende heeft bijgedragen aan de uitvoering van de publieke
mediaopdracht op landelijk niveau door de wijze waarop zij uitvoering heeft
gegeven aan haar publieke taak.
Remkes