31 780
Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning

nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2009

Het kabinet meent dat iedereen optimaal mogelijkheden moet hebben om zo zelfstandig mogelijk op de arbeidsmarkt te functioneren; ook jongeren met een beperking. In de huidige Wajong worden jongeren met een beperking al op jonge leeftijd (vaak rond 18 jaar) volledig arbeidsongeschikt verklaard, terwijl ze nog volop in ontwikkeling zijn. De arbeidsparticipatie van Wajongers blijft achter, terwijl de instroom in de Wajong toeneemt. Het is sociaal, maatschappelijk en financieel niet aanvaardbaar dat mensen die kunnen participeren niet meedoen.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten (Wajong)1, waarmee de Tweede Kamer in april 2009 heeft ingestemd, beoogt deze trend te kantelen. Daarnaast richt het kabinetsbeleid zich op betere preventie, gerichte voorbereiding op participatie in de (voor)schoolse fase en verbetering van de overgang van school naar werk.2 Ten slotte zet het kabinet in op het actief stimuleren van werkgevers om Wajongers in dienst te nemen. Hoe het daarmee staat, treft u aan in de bijgevoegde notitie Aanpak werk voor Wajongers.3

Het is van belang nu, juist in tijden van economische crisis, te investeren in het creëren van werk voor Wajongers. Het is immers zaak om niet alleen te investeren in werkbehoud voor mensen met een baan, maar ook te voorkomen dat mensen die langs de kant staan onnodig de dupe worden van de crisis. De motie Van Hijum4 ondersteunt dit. Nu investeren in Wajongers én in werkgevers, betaalt zich later terug.

Positieve resultaten, ondanks de crisis

Het kabinet, sociale partners en andere betrokkenen hebben diverse maatregelen genomen en acties in gang gezet om kansen voor Wajongers te bewerkstelligen. De notitie geeft een overzicht van de resultaten tot nu toe en beschrijft de extra impuls aan hetgeen reeds in gang is gezet. Ik ben gelet op de beperkingen van de economische crisis daar positief over. Ondanks de crisis zijn er nog steeds werkgevers die werkplekken voor Wajongers willen creëren. De afgelopen maanden heb ik zowel als het UWV convenanten afgesloten met (groepen) werkgevers. Het sociaal akkoord van het kabinet met sociale partners van afgelopen voorjaar heeft gezorgd voor een impuls. Het aantal CAO’s met afspraken over werkplekken voor Wajongers neemt toe. Ongeveer 21% van de CAO’s die sinds het voorjaarsakkoord van 25 maart 2009 zijn afsloten, bevat afspraken over werk voor Wajongers. De bijgaande notitie gaat hier nader op in.

Deze en andere resultaten die in de notitie worden beschreven, zijn bemoedigend en stimuleren om een extra impuls te geven aan de werkgeversbenadering Wajong.

Nieuwe initiatieven

De notitie presenteert ook een aantal nieuwe initiatieven. In de eerste plaats initiatieven die betrekking hebben op verbeteringen in de uitvoering, zoals het instellen van regionale servicepunten voor werkgevers en het vergroten van het inzicht in de competenties van Wajongers.

In de tweede plaats blijkt dat de eerste ervaringen met de Wajong Advies Voucher in de praktijk positief zijn. De voucher lijkt een effectieve bijdrage te kunnen geven aan het stimuleren van het anders inrichten en opdelen van bestaande functies waardoor er meer kansen ontstaan voor Wajongers, het zogenoemde jobcarving.

Een derde voorbeeld betreft een instrument dat de potentie heeft om de arbeidsmarktkansen van Wajongers te vergroten, het Engelse Two Ticks. Dit is een bestaand initiatief waarbij werkgevers via een symbool in een vacaturetekst (twee vinkjes) aangeven dat zij mensen met een beperking uitnodigen te solliciteren. In het Verenigd Koninkrijk zijn de ervaringen hiermee positief en ik wil verkennen wat de mogelijkheden in Nederland zijn.

Naast deze en andere nieuwe initiatieven beschrijft de notitie de hoofdlijnen van het interdepartementale programma Cultuuromslag Wajong, dat ondersteunend is aan de omslag die het kabinet wil bereiken in de (cultuur ten aanzien van) participatie van jongeren met een beperking.

Toezeggingen aan en moties van de Tweede Kamer

De notitie geeft tevens antwoord op een aantal toezeggingen en moties die bij de behandeling van de nieuwe wet Wajong en de begrotingsbehandeling zijn gedaan respectievelijk aangenomen.1

Tijdens de wetsbehandeling heb ik toegezegd mij te laten informeren over quotasystemen in Duitsland en Oostenrijk. Beide systemen worden beschreven in een recent onderzoek naar buitenlandse ervaringen met instrumenten voor personen met een arbeidsbeperking2. Hoewel ervaringen in Duitsland en Oostenrijk laten zien dat quota de deelname van arbeidsgehandicapten in regulier werk kan bevorderen, behoren zij tot de weinige landen met een quotasysteem. Een belangrijke reden hiervoor is dat registratie van gehandicapten – een voorwaarde voor de quotumregeling in deze landen– door veel landen, waaronder de Scandinavische, wordt gezien als discriminerend en stigmatiserend. Daarnaast menen veel landen dat de kosten van dwang en handhaving niet opwegen tegen de baten van een verhoogde arbeidsparticipatie.

De ervaringen in andere landen ondersteunen mijn keuze voor een beleid gericht op overtuigen en verleiden van werkgevers in plaats van ze wettelijk te verplichten. De tot nu toe hiermee bereikte resultaten zijn bemoedigend en zijn aanleiding om op die ingeslagen weg voort te gaan. Als we willen dat jongeren met een beperking «gewoon meedoen» binnen hun mogelijkheden, dan moeten we hen niet aan werkgevers opdringen, maar werkgevers de eigen overtuiging laten ontwikkelen dat Wajongers een waardevolle bijdrage aan hun bedrijf kunnen en dienen te zijn.

Vervolgproces

Bijgaande notitie is tot stand gekomen in nauw overleg met werkgeversorganisaties, vakbonden, cliëntenorganisaties, de re-integratiebranche en UWV. Vanzelfsprekend zullen zij ook in het verdere proces en de uitvoering een belangrijke rol spelen. Ik zal Uw Kamer informeren over de voortgang en behaalde resultaten, in samenhang met de eerste ervaringen met de nieuwe Wajong.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Kamerstuk 2008–2009, 31 780.

XNoot
2

Kabinetsstandpunt participatie jongeren met een beperking, Kamerstukken II 2007–2008, 31 224, nr. 1.

XNoot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
4

Kamerstukken II, 2008/09, 31 780, nr. 38, aangaande het stimuleren van werkgevers om jongeren met een beperking in dienst te nemen.

XNoot
1

Het betreft de motie Ortega-Martijn aangaande voorrang aan bestaande en nieuwe particuliere initiatieven en ondernemersinitiatieven (Kamerstukken II, 2008/09, 31 780, nr. 30), de motie Ortega-Martijn aangaande interne jobcoaches (Kamerstukken II, 2008/09, 31 780, nr. 33), de motie Spekman aangaande extra inzet om Wajongers aan werk te helpen (Kamerstukken II 2008/09 31 700 XV, nr. 21), en de toezegging Uw Kamer te informeren over de voorlichting van overheidswerkgevers. Over de motie-Van Hijum aangaande «social return» in het aanbestedings- en inkoopbeleid van de rijksoverheid (Kamerstukken II, 2008/09, 31 780, nr. 39) is Uw Kamer reeds geïnformeerd in het plan van aanpak in het kader van de pilots De Vries.

XNoot
2

APE, Wat werkt? Buitenlandse ervaringen met arbeidsvoorzieningen voor gehandicapten, 2008.

Naar boven