31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 619 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 februari 2022

De Vaste Kamercommissie heeft mij verzocht te reageren op de brief met betrekking tot een klacht over tandartsen en onnodige behandelingen. Om privacy-redenen zal ik niet de naam van de ondertekenaar opnemen, maar naar deze persoon refereren als «de schrijver».

De schrijver geeft aan dat hij het Ministerie van VWS heeft benaderd via een contactformulier. Op grond van de informatie uit de brief heb ik dit niet kunnen achterhalen. Mogelijk is hier sprake van een misverstand en wordt hiermee het contactformulier van de Tweede Kamer bedoeld, zie ook de aanhef van de brief.

Vooropgesteld is het voor de schrijver een vervelende situatie. Hopelijk heeft het geen zorgmijding tot gevolg en vindt hij een nieuwe tandarts die hij de behandeling van zijn gebit toevertrouwt. Voor het vinden van een nieuwe tandarts kan de patiënt terecht bij op de website van het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT), https://tandartsregister.nl/tandarts/rotterdam waar hij alle in Rotterdam gevestigde tandartsen met een KRT-registratie kan vinden.

De schrijver beschrijft in zijn brief meerdere klachten over tandartsen, die ik niet inhoudelijk kan beoordelen. Er zijn verschillende mogelijkheden voor de schrijver om klachten over zorg voor te leggen aan onafhankelijke gremia die de klacht wel kunnen beoordelen.

De schrijver kan met behulp van een klachtenfunctionaris op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een klacht indienen bij de zorgaanbieder. Daarbij is het doel van de klachtenfunctionaris om te komen tot een oplossing voor de klacht. Binnen zes weken (met de mogelijkheid van een verlenging van 4 weken) geeft de zorgaanbieder een oordeel over klacht. Indien het oordeel van de zorgaanbieder de klacht naar de mening van de schrijver onvoldoende wegneemt, kan hij een geschil aanhangig maken bij de geschilleninstantie waarbij de zorgaanbieder is aangesloten. Deze geschilleninstantie – die uitspraak doet binnen zes maanden – kan ook een schadevergoeding toekennen.

Naast het voorleggen van de klacht aan de zorgaanbieder, kan de klacht ook worden voorgelegd aan de tuchtrechter op grond van de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). De schrijver kan daarbij gebruik maken van de tuchtklachtfunctionaris. Ook is er de mogelijkheid om een melding te doen bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd, via het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ). Zoals blijkt uit de brief van de schrijver, heeft hij dit laatste ook gedaan.

Ik heb navraag gedaan bij het LMZ. Daaruit blijkt dat tijdens een gesprek met de schrijver diverse mogelijke stappen met hem zijn doorgesproken, waaronder het indienen van een klacht via een aan de praktijken verbonden klachtfunctionaris of klachtencommissie. Dat is in dit soort situaties de eerst geëigende route. Anders dan in de brief van de schrijver is gesteld, heeft het LMZ zich daarbij niet uitgelaten over het ontbreken van een klachtenregeling.

De inspectie neemt de gegeven signalen mee in haar toezicht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven