31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 537 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2020

Uw Kamer heeft mij verzocht om voorafgaand aan de begrotingsbehandeling een eerste reactie te zenden over het rapport Samenwerken aan passende zorg: de toekomst is nú». Ik heb uw Kamer dit rapport 27 november jl. toegestuurd. In de aanbiedingsbrief (Kamerstuk 31 765, nr. 536) heb ik u reeds een eerste reactie verzonden, waarbij ik heb gemeld dat ik mij kan vinden in de principes en uitgangspunten voor randvoorwaarden die het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit benoemen. Deze sluiten aan op verschillende lopende trajecten waarover in het Hoofdlijnenakkoord Medisch-Specialistische Zorg afspraken zijn gemaakt, zoals de Juiste Zorg op de Juiste Plek, Uitkomstgerichte Zorg, Digitale zorg(innovatie) en Zorgevaluatie en Gepast Gebruik. Ik vind dat we deze weg moeten vervolgen en waardeer hoe verschillende trajecten in dit advies bij elkaar zijn gebracht.

Zoals ik in mijn aanbiedingsbrief heb aangegeven vraagt passende zorg en gepast gebruik om een zorgvuldige benadering. Het vraagt om samenwerking met en tussen alle relevante partijen. Samen met hen wil ik begin volgend jaar in gesprek gaan over het advies. Het zal in die gesprekken gaan over hoe de randvoorwaarden verder concreet gemaakt kunnen worden en waar de regelgeving en bekostiging mogelijk knellend is om tot passende zorg te komen. Tevens gebruik ik deze gesprekken om scherp te krijgen hoe de randvoorwaarden die in het advies worden genoemd bijdragen aan een merkbaar verschil voor patiënten en professionals in de dialoog en keuzes die ze maken in de (al dan niet digitale) spreekkamer. Ook ga ik in gesprek over het tempo waarop resultaten verwacht kunnen worden. Uiteraard betrek ik het Zorginstituut en de NZa bij deze gesprekken.

In mijn aanbiedingsbrief meldde ik u dat ik rond de Kerst een brief over het onderwerp gepast gebruik stuur. Daar ga ik ook in op het proces dat ik met het Zorginstituut, de NZa en met de veldpartijen wil doorlopen.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark