nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de uitvoering
van de op 26 juli 2007 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst tussen
de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en
overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen
aan het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van
Amerika (PNR-Overeenkomst 2007) met briefwisseling en verklaring (Trb. 2007,
129), noodzakelijk is de Wet bescherming persoonsgegevens te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Na artikel 23 van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt een artikel
ingevoegd, luidende:
Artikel 23a
Onverminderd de artikelen 17 tot en met 23 en 76 tot en met 78 is het
verbod om persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 te verwerken niet van
toepassing voor zover deze verwerking:
a. uitsluitend de doorgifte van deze gegevens naar de autoriteiten
van een land buiten de Europese Unie betreft ten behoeve van een zwaarwegend
algemeen belang;
b. de verantwoordelijke daartoe krachtens het recht van het desbetreffende
land verplicht is, en,
c. indien bij een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie,
van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Commissie van
de Europese Gemeenschappen, dan wel bij verdrag, de doeleinden voor de verwerking
van deze gegevens, rekening houdend met het zwaarwegend algemeen belang, zijn
vastgesteld, alsmede passende waarborgen ter bescherming van de persoonlijke
levenssfeer worden geboden.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan
de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,