31 710 Deltaprogramma

Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2016

Op 7 juli jl. is tijdens een algemeen overleg met uw Kamer gesproken over de water- en hagelschade in Zuidoost-Nederland. Tijdens het debat heeft uw Kamer bij motie van de leden Leenders en Lodders (Kamerstuk 31 710, nr. 56) verzocht te rapporteren over de resultaten van het werk van een gezamenlijke werkgroep en over de aanpak ter ondersteuning van de bedrijven die zijn getroffen door het extreme weer. Toegezegd is dat er tweemaal tijdens het zomerreces zou worden gerapporteerd, namelijk eind juli en eind augustus. De eerste rapportage ontving u op 29 juli jl. (Kamerstuk 31 710, nr. 61). Deze brief is de tweede in het kader van deze rapportage.

Vooraf

Het extreme weer in Zuidoost-Nederland laat nu, twee maanden later, nog steeds zijn sporen na. In de regio is het definitief herstellen van schade goed opgepakt. Maar ook wordt gesignaleerd dat er gedupeerden zijn die zich nu gaan realiseren dat ze door het gebeurde voor lastige keuzes staan. Ik waardeer en bewonder de inzet van een ieder die eraan meewerkt om de schade te herstellen en ervoor zorgt dat mensen de draad weer oppakken.

De partijen in de werkgroep hebben ook in de afgelopen weken verder gewerkt om verder herstel te ondersteunen; dat werk gaat vooralsnog door. De rapportage hieronder volgt de diverse onderwerpen in dezelfde volgorde als in de brief van 29 juli jongstleden.

Organisatie

In Noord-Brabant heeft men in de maand juli een (bestuurlijke) organisatie opgestart om noodzakelijke activiteiten regionaal te coördineren. Inmiddels wil men deze organisatie weer afbouwen en het werk oppakken vanuit de lijnorganisaties. In de landelijke werkgroep zal nog worden overlegd welk vervolg nodig en wenselijk wordt geacht.

Financiering van bedrijven en liquiditeitsproblemen

Er zijn, aldus de banken, nu nog geen acute financieringsproblemen bij bedrijven door de water- en hagelschade. Dat komt omdat de banken breed uitstel van aflossing op leningen hebben gegeven aan bedrijven tot eind september. De banken zijn nu bezig met de analyses hoe de financiële situatie eruit ziet aan het eind van de uitstelperiode. Ze geven aan in september naar verwachting een beter beeld te hebben van mogelijke financieringsproblematiek bij getroffen bedrijven, zodat ze met die bedrijven kunnen komen tot maatwerkafspraken, omdat iedere bedrijfssituatie weer verschillend is.

GLB

Aan de Europese Commissie is gemeld dat Nederland de regeling voor overmachtssituaties basisbetaling GLB operationeel heeft gemaakt in verband met de bijzondere weersomstandigheden in juni. Zoals eerder gemeld is de regeling opengesteld bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland; er is ruim ruchtbaarheid aan gegeven. Tot op heden hebben vier ondernemers zich hiervoor aangemeld.

Asbest

Zoals eerder aangegeven is er de landelijke regeling voor sanering van asbestdaken van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), waarvan ook in Zuidoost-Nederland gebruik kan worden gemaakt. Op 24 augustus jl. heeft de Staatssecretaris van I&M aan uw Kamer laten weten het subsidieplafond van deze regeling voor 2016 te zullen verruimen van € 10 miljoen tot € 15 miljoen.

De provincie Noord-Brabant onderzoekt welke slimme mogelijkheden er zijn om de reparatie van kapotte daken te combineren met de installatie van zonnepanelen voor duurzame energieproductie.

Werktijdverkorting

Bedrijven in Zuidoost-Nederland getroffen door de extreme hagel dan wel door wateroverlast kunnen een aanvraag voor werktijdverkorting indienen.

Tot 22 augustus 2016 zijn er 24 aanvragen voor Wtv gedaan, voor in totaal 391 personen. Hiervan zijn 17 aanvragen toegewezen (voor 232 personen). Een aanvraag is afgewezen omdat men niet voldeed aan het vereiste dat de bedrijvigheid ten minste 20% moet zijn verminderd. Een aanvraag is afgewezen omdat de aanvrager inmiddels al zijn medewerkers heeft ontslagen. Drie aanvragen zijn nog in behandeling. Een daarvan (117 werknemers) is op verzoek van de aanvrager aangehouden tot meer bekend is over de planning van de herstelwerkzaamheden.

Voor het aangedragen knelpunt bij de regeling dat de randvoorwaarde van 24 weken een te korte periode is voor bedrijven om de bedrijfsvoering weer normaal te kunnen hervatten, is afgesproken dat het bedrijfsleven onderbouwde casussen aanlevert zodat met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mogelijkheden voor oplossing kunnen worden bezien. Deze casussen zijn nog niet aangeleverd.

Herstelbemesting en scheuren van grasland

Op 12 augustus jl. is de regeling voor ontheffing van het scheurverbod voor grasland op zand en lössgrond gepubliceerd en opengesteld. Deze regeling kan het scheuren van grasland op zandgrond tot 15 september mogelijk maken, indien deze aantoonbaar door de wateroverlast teveel beschadigd is.

Het uitvoeren van een herstelbemesting in een gewas is mogelijk, na een taxatie van de schade. Het groeps- c.q. regiogewijs beoordelen van schade waarvoor ondernemers herstelbemesting willen toepassen, is voor de korte termijn niet mogelijk gebleken. De wijze waarop herstelbemesting is geregeld, waaronder het op perceelsniveau bepalen van de schade, maakt onderdeel uit van het vijfde actieprogramma nitraatrichtlijn. Het aan herstelbemesting gekoppelde bemestingsniveau hangt daarnaast samen met de derogatievoorwaarde dat de totale stikstof- en fosfaatgift niet groter mag zijn dan de in het actieprogramma vastgestelde maximumnormen voor het gebruik van stikstof en fosfaat. De vaak specifieke omstandigheden op perceelsniveau maken het op dit moment niet mogelijk om op regioniveau schade vast te stellen voor bepaalde percelen. Daarvoor ontbreken de juiste gegevens. Er wordt een project geïnitieerd om deze mogelijkheid voor de toekomst te ontwikkelen en verankerd te krijgen in het zesde actieprogramma nitraatrichtlijn, op basis van gegevens die nu in deze regio verzameld kunnen worden. Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) neemt initiatief hiervoor in samenwerking met alle betrokken partijen.

Tot 25 augustus jl. zijn er bij RVO 31 meldingen gedaan in verband met de wateroverlast in Zuidoost-Nederland.

Verzekeringen, inclusief de brede weersverzekering

Naar aanleiding van de bespreking van de evaluatie van de Regeling brede weersverzekering hebben de deelnemers in de landelijke werkgroep hun aandachtspunten hierbij gegeven. Deze worden meegenomen in een apart traject waarin EZ de beleidsevaluatie van de Regeling Brede Weersverzekering zal bespreken met de direct betrokkenen, de gebruikersgroep van deze regeling (verzekeraars, landbouwbedrijfsleven). Mede op basis van die gesprekken met de gebruikersgroep ontvangt u dit najaar mijn beleidsreactie op de evaluatie van de regeling tezamen met het rapport van de evaluatie door WUR-LEI.

Het Verbond van Verzekeraars geeft aan dat de landelijke werkgroep binnenkort wordt geïnformeerd over de aard en de omvang van de schadeclaims voor de brede weersverzekeringen als gevolg van het extreme weer en over de afhandeling daarvan door de drie verzekeraars. Ook die informatie zal betrokken worden bij de evaluatie van de Brede Weersverzekering.

Monitoring

Er lopen in de regio verschillende inventarisaties en enquêtes. De gegevens die daarin verzameld zijn, worden voor de komende werkgroepvergadering samengebracht. Op basis daarvan zal worden bezien welke aanvullende monitoring gewenst is en hoe die georganiseerd kan worden.

Gewasbescherming

Afgesproken is dat het bedrijfsleven concrete casussen met betrekking tot knelpunten in de gewasbescherming waarvoor ontheffingen voor (extra) gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gewenst zijn, kan voorleggen aan EZ. Er zijn nog geen casussen voorgelegd.

Internationaal beeld

Er is geïnventariseerd wat er in de ons omringende landen gebeurt naar aanleiding van het extreme weer in de afgelopen periode.

De Vlaamse overheid heeft de gemeentelijke taxatiecommissies in de gelegenheid gesteld om schade in hun gemeente voor te dragen voor de erkenning van noodweer-omstandigheden. De indieningstermijn is 15 augustus jl. afgelopen. De beoordeling van de Vlaamse overheid of het Vlaamse rampenfonds wordt opengesteld loopt op dit moment. Een formeel besluit hierover zal naar verwachting niet voor oktober gereed zijn. Wanneer de ramperkenning een feit wordt, dan kunnen boeren en tuinders hun getaxeerde schades voor vergoeding voorleggen aan een beoordelingscommissie. Deze erkenning is onder andere afhankelijk van het feit of de vereiste minimumschadedrempel voor België overschreden wordt. Maximaal kan in dat geval per bedrijf € 114.700 schadevergoeding toegekend worden.

In Vlaanderen is in 2016 tot nu toe geen brede weersverzekering ingesteld. De Vlaamse regering beraadt zich momenteel of zij in 2017 een premiesubsidieregeling, vergelijkbaar met de opzet in Nederland, zal invoeren binnen het Europees plattelandsprogramma voor Vlaanderen. Hierbij is aangegeven dat als Vlaanderen in 2017 een premiesubsidieregeling zal invoeren, de wetgeving voor het rampenfonds zal worden aangescherpt, omdat er dan een verzekeringsmogelijkheid bestaat.

In Wallonië zijn geen initiatieven genomen voor brede weersverzekeringen. In vijf gemeenten kunnen personen voor schade, ontstaan op specifiek vastgestelde dagen, schadeclaims indienen ten laste van een fonds voor «calamités agricoles». De indieningstermijn daarvoor loopt op dit moment. Na afloop van die termijn zal een beoordeling plaatsvinden in hoeverre tot schade-uitkeringen zal worden overgegaan.

Als flankerend beleid in het kader van het GLB en het mestbeleid, kunnen in België overmachtsituaties door noodweer, net als in Nederland, gemeld worden, waardoor de GLB-betalingen niet in gevaar komen en herstelbemesting mogelijk wordt. In Frankrijk en Duitsland is dat net zo geregeld.

In Frankrijk bestaat een gesubsidieerde oogstverzekering voor een aantal buitenteelten. Op grond van deze verzekeringen kan een schadeclaim ingediend en uitgekeerd worden, mits de overheid heeft bepaald of er in een bepaalde gemeente sprake is van een natuurcatastrofe. Er worden in Frankrijk geen uitkeringen uit het fonds voor landbouwcalamiteiten gedaan.

In Duitsland is ruim 50% van het teeltareaal verzekerd tegen hagelschade. Circa 5% van het areaal heeft een bredere weersverzekering. De Duitse weersverzekeringen zijn niet gesubsidieerd, waarbij de assurantiebelasting 0,03% van de verzekerde som bedraagt. In de deelstaten Beieren, Baden-Württemberg en Noordrijn-Westfalen zijn gebieden aangewezen als «zwaar getroffen door een natuurramp». Per deelstaat en regio worden verschillende schadevergoedingen gegeven, hetzij als vast bedrag, hetzij via belastingvermindering. Ook bestaat er de mogelijkheid voor het volledig overnemen van de schade, voor zover dit past onder de de-minimisgrens geldend binnen de EU. In Beieren wordt het meest aan schadevergoeding uitgekeerd: € 5.000,- aan directe hulp. Deze vergoeding geldt voor zowel landbouwers als huishoudens, waarbij voor landbouwers de mogelijkheid bestaat om een extra vergoeding aan te vragen.

Voor zover bekend doet geen van de ons omringende landen in verband met het extreme weer een beroep op het Europees Solidariteitsfonds.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven