31 710 Deltaprogramma

Nr. 26 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2012

In mijn brief aan uw Kamer van 29 november 2011 (Kamerstuk 31 710, nr. 22) en mijn brief in reactie op het advies van de Adviescommissie Water van 15 maart 2012 (Bijlage bij Kamerstuk 27 625 nr. 256) heb ik het proces, de kaders en de uitgangspunten vastgesteld voor de actualisering van het waterveiligheidsbeleid. In de overleggen van 5 december 2011 en van 4 april 2012 hebben we hierover met elkaar van gedachten gewisseld. Zoals toegezegd tijdens het overleg van 4 april 2012 stuur ik bijgaand het overzicht van het proces, de kaders en de uitgangspunten zoals ik deze hanteer voor de gebiedsgerichte uitwerking van de veiligheidsopgave in het kader van het Deltaprogramma.

Stapsgewijs proces

In mijn brief aan uw Kamer van 29 november (Kamerstuk 31 710, nr. 22) heb ik aangegeven dat op grond van technische analyses de huidige wettelijke beschermingsniveaus voor het grootste deel van Nederland de komende decennia nog steeds passend zijn. De door de commissie Veerman voorgestelde verhoging met een factor 10 voor heel Nederland wordt door de analyses niet ondersteund. Wel heb ik drie aandachtsgebieden genoemd: het rivierengebied, delen van de regio Rijnmond-Drechtsteden en Almere. Deze aandachtsgebieden zijn tijdens de hoorzitting op 20 maart 2012 bevestigd door de aanwezige deskundigen. Verder heb ik aangegeven dat beslissingen over beschermingsniveaus niet alleen gebaseerd kunnen worden op basis van rekenkundige exercities en aannames, maar ook en juist moeten worden genomen op basis van een bestuurlijke en politieke dialoog. De analyses zijn derhalve bouwstenen op basis waarvan met alle partijen per gebied bekeken moet worden welke maatregelen nodig en mogelijk zijn.

In de periode 2012–2013 wordt gewerkt aan het breed in beeld brengen van mogelijkheden in de preventie, ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing. Er wordt in een open en transparant proces gewerkt aan de uitwerking van gebiedsgerichte strategieën op basis van de bouwstenen (Gebiedspilots Meerlaagsveiligheid, Slachtofferrisicoanalyses en de Maatschappelijke Kosten Batenanalyse) en de essentiële gebiedskennis van de andere overheden. De deltacommissaris regisseert dit proces. Daarvoor wordt gewerkt via de fasering van mogelijke, via kansrijke naar voorkeursstrategieën, zoals ook beschreven in het Deltaprogramma 2012. Ik vertrouw erop dat de gebiedsgerichte Deltaprogramma’s in deze uitwerking tot succesvolle strategieën zullen komen.

Op deze manier wordt de komende jaren duidelijk wat de veiligheidsopgave concreet betekent in termen van kosten, ruimte, draagvlak, haalbaarheid en betaalbaarheid. Uitgangspunten hierbij zijn het voorkomen van afwenteling (zowel naar andere partijen, volgende generaties als andere schaalniveaus) en het bereiken van een maximale kosteneffectiviteit van de maatregelen. Uw Kamer wordt over de voortgang jaarlijks met Prinsjesdag geïnformeerd via het Deltaprogramma als onderdeel van mijn begroting.

In 2014 komt de deltacommissaris met een voorstel voor een samenhangende set van Deltabeslissingen waarover ik vervolgens zal besluiten.

Risicobenadering en meerlaagsveiligheid

Ik heb in de eerder genoemde brieven en ook tijdens de overleggen op 5 december 2011 en op 4 april 2012 aangegeven dat ik de actualisering van het waterveiligheidsbeleid wil baseren op de risicobenadering. Alle betrokken partijen kiezen ten principale voor deze benadering. Het is goed om niet alleen naar de overstromingskansen te kijken, maar ook naar de mogelijke gevolgen (schade en slachtoffers) van een eventuele overstroming. Modern waterveiligheidsbeleid vraagt om een brede en creatieve benadering, die alle effecten in ogenschouw neemt.

Ik vind het heel belangrijk om met alle betrokken partijen te bezien welke maatregelen er in het kader van meerlaagsveiligheid mogelijk en nodig zijn om de gevolgen van eventuele overstroming te beperken. Dat kan door bij de ruimtelijke ordening (laag 2) en de rampenbeheersing (laag 3) meer dan de laatste decennia rekening te houden met de gevaren van water en maatwerk te leveren. Daarom zullen de samenwerkende partners in de gebiedsgerichte deelprogramma’s van het Deltaprogramma gezamenlijk de komende twee jaar in kaart brengen welke slimme combinaties van maatregelen mogelijk zijn om de veiligheid in de toekomst te waarborgen en waar nodig het beschermingsniveau te verhogen. Ook voorbeelden uit de omgang met het water uit het verleden en uit het buitenland kunnen hierbij van waarde zijn.

Normtype

Ik heb aangegeven dat ik wil toewerken naar de overstromingskansbenadering in plaats van de huidige overschrijdingskansbenadering. Op deze manier kunnen we beter rekening met houden met nieuwe technische inzichten en beter prioriteiten stellen. Het onderzoektraject Veiligheid Nederland in Kaart (dat werkt met overstromingskansen) laat namelijk zien dat er soms meer aandacht moet worden besteed aan andere mechanismen die een dijk kunnen laten bezwijken, zoals bijvoorbeeld piping waardoor er bij hoogwater water onder de dijk doorloopt. De gebieden kunnen de bestaande kennis hierover toepassen.

Ik werk daar gefaseerd naar toe, want het onderzoekstraject VNK is nog niet afgerond. In 2014 zijn alle 56 dijkringen doorgerekend. De inzichten zullen de komende jaren reeds worden verwerkt in een aangepast en aangescherpt toets- en ontwerpinstrumentarium. De opgedane kennis uit VNK zal in 2017 landen in de geëigende juridische implementatie in wet- en regelgeving. Daarnaast zullen de inzichten van VNK worden gebruikt voor de prioritering en het ontwerp van hoogwaterbeschermingsmaatregelen.

Normhoogte

Ik hecht eraan te benadrukken dat het voorkomen van overstromingen de basis is en blijft voor het toekomstige waterveiligheidsbeleid. Ik wil zeker stellen dat niemand er in veiligheid op achteruit gaat. Daarom gelden de huidige wettelijke normen als basis voor de gebiedsprocessen. Voor de gebieden waar de beschermingsniveaus de komende decennia nog steeds passend zijn, zijn de gebiedsgerichte deelprogramma’s gevraagd om aanvullend op de wettelijke beschermingsniveaus (eerste laag) te kijken naar de mogelijkheden van maatregelen in de tweede en derde laag. Het gaat in aanvulling op preventieve maatregelen om maatregelen in de tweede en derde laag die kunnen worden ingezet om het restrisico te verkleinen.

Voor de drie aandachtsgebieden wordt bezien of er bovenop de huidige wettelijke beschermingsniveaus nog extra maatregelen (dijkversterking, ruimtelijke inrichting of rampenbeheersing) nodig zijn. Aan deze 3 gebieden is gevraagd om mogelijkheden in beeld te brengen voor gebiedsgerichte strategieën waarin de veiligheidsopgave wordt aangepakt door een slimme combinatie van preventie, ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing te vinden.

Een mensenleven is naar mijn mening overal even veel waard. Daarom wordt in het Deltaprogramma basisveiligheid als één van de in aanmerking te nemen aspecten meegenomen bij de verdere gebiedsgerichte uitwerking. In deze fase van het proces, waarin breed wordt gekeken naar nodige en haalbare maatregelen, wil ik nog geen getallen vastleggen. Ik vind het verstandig dat in de gebiedsgerichte deelprogramma’s meerdere varianten worden uitgewerkt om de consequenties in beeld te brengen. Als één van de varianten wordt een variant uitgewerkt waarin voor het individueel risico een kans van 10-5 als een oriëntatiewaarde wordt gehanteerd, en aanvullend bekeken wordt of een hoger beschermingsniveau op grond van kosteneffectiviteit en groepsrisico’s nodig is.

Samenvattend

Op basis van de hierboven door mij gestelde planning, uitgangspunten en kaders werken de gebiedsgerichte deelprogramma’s in 2012–2013 strategieën uit. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de uitkomsten van de Derde Toetsing (nHWBP). Deze gebiedsgerichte uitwerking zal een open en transparant proces zijn. We werken van grof naar fijn. De voortgang wordt gemeld via het Deltaprogramma als onderdeel van mijn begroting, die ik jaarlijks met uw Kamer bespreek. In 2014 zal de deltacommissaris een voorstel doen voor een samenhangende set aan deltabeslissingen, waaronder de deltabeslissing veiligheid. In de periode tot 2014 wordt ook Veiligheid Nederland in Kaart (overstromingskansen) verder doorgerekend en wordt het nHWBP opgesteld en geprioriteerd. Vervolgens presenteer ik al deze zaken (nHWBP, VNK en mogelijke aanpassing van de normen) in het Deltaplan Waterveiligheid dat met uw Kamer zal worden besproken. We hebben dan ook het definitieve beeld van de noodzakelijke aanpassingen van wet- en regelgeving, die in 2017 in werking kan treden.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven