nr. 58
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2009
Naar aanleiding van mijn brief van 4 maart 2009 over de «Programmering
IWI 2009 en de visie toekomstige taak IWI» (Kamerstuk 26 448, nr.
395) heeft uw vaste commissie voor SZW mij verzocht aan te geven of en zo
ja, wanneer ik voornemens ben het wetsvoorstel tot afschaffing van interbestuurlijk
toezicht in de WWB bij de Tweede Kamer aanhangig te maken en om hierbij aan
te geven of en in welke mate de taken van IWI in de nabije toekomst een wijziging
zullen ondergaan.
Bij brief van 23 april 20081 bent u door
mijn ambtsgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geïnformeerd
over de kabinetsreactie op het rapport Van specifiek naar generiek van de
Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtsarrangementen. Via de bijlage
bij deze brief is u inzicht gegeven in de maatregelen per departement. Met
betrekking tot mijn departement is aangegeven dat de toezichtsbepalingen in
de Wet werk en bijstand (WWB) zullen worden aangepast en dat het toezichtsinstrument
van de aanwijzing wordt gehandhaafd. Tevens is aangegeven dat het wetsvoorstel
tot wijziging van de toezichtsbepalingen in de WWB vóór 1 januari
2010 bij uw Kamer zal worden ingediend.
Overeenkomstig deze toezegging zal ik bij uw Kamer een wetsvoorstel indienen
waarmee het rijkstoezicht op de rechtmatige wetsuitvoering door het college
en op de doeltreffendheid van de wet wordt afgeschaft. De bevoegdheden van
de minister van SZW om een college een aanwijzing te geven indien naar zijn
oordeel sprake is van een ernstige tekortkoming in de rechtmatige uitvoering
van de wet, en om een verlaging toe te passen op het aan die gemeente toe
te kennen budget voor het WWB inkomensdeel indien het college de aanwijzing
niet of niet voldoende opvolgt, zullen daarbij worden gehandhaafd.
Uit de door de Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtsarrangementen
gekozen werkwijze, waarbij slechts een beperkt aantal specifieke toezichtsarrangementen
zijn doorgelicht, volgt dat zij voor SZW alleen het in de WWB
opgenomen toezichtsarrangement heeft beoordeeld en dat de kabinetsreactie
zich ook heeft beperkt tot de door de commissie gemaakte selectie. De commissie
heeft aangegeven dat haar conclusies doorgetrokken kunnen worden naar en toegepast
op de niet-doorgelichte regelingen. Om die reden zal het wetsvoorstel dat
ik bij uw Kamer zal indienen dan ook betrekking hebben op de toezichtsarrangementen
die zijn opgenomen in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars
(WWIK) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw).
Het afschaffen, in genoemde materiewetten, van het specifieke interbestuurlijke
toezicht leidt ertoe dat de taken die IWI ter zake uitoefent zullen vervallen.
Dit leidt dan ook tot aanpassing van de relevante onderdelen van artikel 37
van de Wet SUWI. Het vervallen van de toezichtstaken voor IWI laat onverlet
dat de minister van SZW, wanneer hem signalen bereiken over mogelijk ernstige
tekortkomingen bij de rechtmatige uitvoering van de diverse materiewetten,
IWI opdracht kan verlenen tot het instellen van onderzoek. In het kader van
het systeemgericht toezicht vervult het toezicht op de samenwerking tussen
het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders bij de uitvoering
van de aan hen opgedragen taken een essentiële rol.
Het doel van het toezicht door IWI is, conform de nader gepreciseerde
visie, «onafhankelijk inzicht bieden in de effectiviteit van de uitvoeringspraktijk
in samenhang met het beleid op het terrein van werk en inkomen». De
inspectie houdt hierbij systeemgericht toezicht. Deze toezichtvisie behelst
een zuivere scheiding tussen beleid/sturing, uitvoering, controle en toezicht.
In dit kader benadruk ik dat zolang wet- en regelgeving aangaande de taken
van IWI van kracht is, IWI uiteraard verantwoordelijk blijft voor het op gedegen
en professionele wijze uitvoeren van deze taken.
Voor zover de nieuwe toezichtvisie tot aanvullende wetsaanpassing noopt,
zal dit onder andere bij het eerder in deze brief aangekondigde wetsvoorstel
worden betrokken.
Zoals reeds gemeld in de bijlage1 bij mijn
brief van 4 maart 2009 is de verwachting dat de gepresenteerde eindsituatie
voor IWI in 2011 bereikt zal zijn, waarbij de inspectie zich volledig kan
focussen op haar taak: onafhankelijk systeemgericht toezicht uitoefenen op
het terrein van werk en inkomen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner