nr. 184
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2009
Op 17 juni is tijdens het Algemeen Overleg ter voorbereiding van
de Landbouw- en Visserijraad kort gesproken over de huisvesting van leghennen
in verrijkte kooien. Ik heb uw Kamer toegezegd om aan de Europese Commissie
te vragen of zij beschikt over een overzicht van verrijkte kooien in de Europese
Unie.
Uit gegevens van de Europese Commissie uit 2007 blijkt dat circa 68%
van alle leghennen in de Europese Unie zijn gehuisvest
in kooisystemen (de traditionele legbatterij en de verrijkte kooi). Ten opzichte
van de traditionele legbatterij zijn in de verrijkte kooi een zitstok, legnest
en strooiselvoorziening aangebracht en is de oppervlaktenorm per dier groter.
Circa 32% van alle leghennen in de EU zijn gehuisvest in alternatieve
huisvestingssystemen (17% vrije uitloop, 13% scharrel en 2%
biologisch). Het aantal leghennen in kooisystemen in de EU is de afgelopen
jaren teruggelopen. In 2005 bedroeg het aandeel leghennen in kooisystemen
nog circa 79%.
Op dit moment werkt de Europese Commissie aan een overzicht, waarin de
huisvesting van leghennen in kooisystemen in beeld wordt gebracht. Lidstaten
zijn niet verplicht om gegevens te verzamelen over de huisvesting van leghennen
in verrijkte kooien. Daarom heeft de Commissie enquêtes uitgezet bij
de 27 lidstaten. De Europese Commissie heeft onlangs in het Beheerscomité
Integrale Ordening van de Landbouwmarkten een overzicht gepresenteerd dat
dateert van 20 mei 2009. Dit overzicht is gebaseerd op de door lidstaten
ingezonden enquêtes en dekt circa 97% van de EU-productie. Hieruit
blijkt dat circa 7% van alle leghennen in de Europese Unie, die in
kooisystemen worden gehouden, zijn gehuisvest in verrijkte kooien. Daarnaast
is bekend dat een klein deel van de kooisystemen in de EU relatief eenvoudig
verrijkt kan worden, waardoor zij voldoen aan de eisen van de verrijkte kooi
(de zogenoemde te verrijken kooien).
De Europese Commissie beschikt niet over gegevens over het aantal te verrijken
kooien. Conclusie is dat het overgrote deel van de leghennen in de EU, die
thans in kooisystemen worden gehouden, nog niet gehuisvest is in verrijkte
kooisystemen die per 1 januari 2012 als kooisysteem in de EU zijn toegestaan
op basis van de eisen uit de Europese richtlijn die toeziet op het welzijn
van leghennen.
In Nederland werd in 2007 47% van de
leghennen in kooisystemen gehouden. Hiervan werd 2% in verrijkte kooien,
circa 5% in te verrijken kooien en 40% in traditionele legbatterijen
gehouden. Daarnaast werd 53% van de leghennen in Nederland gehouden
in alternatieve huisvestingsystemen (37% scharrel, 14% vrije
uitloop en 2% biologisch). Met de voorliggende wijziging van het Legkippenbesluit
2003 wordt ter invulling van de motie Cramer en Atsma (Kamerstukken II 2007–2008,
31 200 XIV, nr. 120) de verrijkte kooi volgens de EU-normen in Nederland
verboden en wordt in plaats daarvan de koloniehuisvesting toegestaan. Het
welzijn wordt hiermee verbeterd ten opzichte van de verrijkte kooi volgens
de EU-normen. Er is voorzien in een overgangstermijn voor de bestaande verrijkte
kooien.
Zoals u bekend is, hecht ik sterk aan het Europese verbod op het gebruik
van de traditionele legbatterij per 1 januari 2012 en de naleving ervan.
Ik ben tevreden over de voortgang van de uitfasering van de traditionele legbatterij
in Nederland. Wat betreft de huisvesting van leghennen in alternatieve niet-kooisystemen
loopt Nederland voorop in Europa. Ik stel vast dat de meeste andere lidstaten
de komende jaren nog een forse inspanning hebben te verrichten. Ik zal op
korte termijn opnieuw in overleg treden met de Europese Commissie over dit
punt. Ik zal aan de Europese Commissie vragen er nauwlettend op toe te zien
dat het verbod op de legbatterij en de handelsbepalingen voor kooieieren met
ingang van 1 januari 2012 worden gehandhaafd door de lidstaten.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg