31 597
Werkprogramma 2009–2011 van de commissie voor de Rijksuitgaven

nr. 1
BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2008

Hierbij stuur ik u het werkprogramma van de commissie voor de Rijksuitgaven voor de periode 2009–2011.

Conform het Reglement van Orde richt de commissie voor de Rijksuitgaven zich, als «horizontale commissie», op de versterking van de controlerende taak van de Kamer en heeft zij daarbij een adviserende en ondersteunende rol naar de vaste commissies. Een voorbeeld hiervan is de heden aan u verzonden evaluatie van de behandeling van de verantwoordingsstukken over het jaar 2007.

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft zich bezonnen op haar rol en ambities en wil deze voor de komende periode vastleggen in een werkprogramma. Voor andere commissies wordt daarmee duidelijk wat zij van de commissie voor de Rijksuitgaven kunnen verwachten.

In het verleden heeft de commissie voor de Rijksuitgaven al vaker haar activiteiten in een werkprogramma neergelegd1. Nieuw is echter dat in dit werkprogramma ook de mogelijkheid is opgenomen dat de commissie voor de Rijksuitgaven zich verdiept in een bepaald onderwerp of thema en daarover rapport uitbrengt. Gedacht kan worden aan rijksbrede onderwerpen die te maken hebben met de doelmatigheid en doeltreffendheid van rijksmiddelen. De commissie van de Rijksuitgaven kan dit ook op verzoek van één of meerdere commissies doen.

Ik verzoek u dan ook deze brief met het werkprogramma 2009–2011 onder de aandacht te brengen van de vaste commissies. De commissie voor de Rijksuitgaven nodigt de vaste commissies uit hun eventuele reactie op dit werkprogramma aan de commissie kenbaar te maken.

 De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Aptroot

Werkprogramma van de commissie voor de Rijksuitgaven

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft de ambitie om de controle op de besteding van overheidsmiddelen de komende jaren verder te verbeteren. De inzet voor de verbetering in het verantwoordings- en begrotingsproces kunnen als aanzet worden beschouwd. De commissie zal zich ook actief inzetten in het kader van haar, in het Reglement van Orde genoemde, voorlichtende en ondersteunende taak voor andere commissies. De commissie voor de Rijksuitgaven wil daarmee een toegevoegde waarde leveren voor de andere commissies in de Kamer.

Daartoe heeft de commissie voor de periode 2009–2011 een zevental speerpunten geselecteerd.

1. Begrotingsbehandeling

Ambitie: de begroting is zodanig opgesteld dat deze na afloop van het begrotingsjaar adequaat is te verantwoorden. De commissie zal de experimenten nauwgezet volgen en de nieuwe opzet in 2010 evalueren. In 2009 zal een tussenbalans worden opgemaakt.

2. Behandeling van de Verantwoordingsdocumenten

Ambitie: het verantwoordingsproces is zodanig vormgegeven dat deze focus heeft en beleidsrelevantie. De commissie evalueert jaarlijks de behandeling door de Kamer van de verantwoordingstukken. Dit jaar gebeurt dat ook in het kader van de tussenbalans met betrekking tot de dit jaar opgestarte experimenten. De commissie zal zich bezinnen op haar rol bij het proces van dechargeverlening. Het verlenen van decharge is geen gegeven, maar wordt een bewuste keuze van de Kamer.

3. Grote projecten (start, voortgang, afsluiting)

Ambitie: de grote projecten inhoudelijk en procedureel bewaken en de Kamer de informatiepositie helpen bewaken. De jaarrapportage Grote Projecten die de commissie jaarlijks op de derde woensdag in mei aanbiedt aan de Kamer zal naast een procedureel ook een inhoudelijk karakter krijgen.

4. Beleidsdoorlichtingen

Ambitie: de beleidsdoorlichtingen worden op verzoek van de commissie beoordeeld op onafhankelijkheid door het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR). De commissie zal de scherpte van dit instrument bewaken en zonodig (opnieuw) daarover in overleg treden met de minister.

5. Rapporten van de Algemene Rekenkamer

Ambitie: alle voor de Tweede Kamer relevante onderzoeksrapporten van de Algemene Rekenkamer worden in behandeling genomen door de commissie voor de Rijksuitgaven. Doorgaans beperkt de rol van de commissie zich tot het uitschrijven van lijsten met feitelijke vragen aan het kabinet en aan de Algemene Rekenkamer, waarna het voortouw van de behandeling wordt overgedragen aan een of meer vaste commissies. De commissie zal zich in bijzondere gevallen, na overleg met betrokken vaste commissies, over commissieoverstijgende rapporten een oordeel vormen en daartoe bijvoorbeeld hoorzittingen en rondetafelgesprekken organiseren. De commissie zal in voorkomende gevallen uit haar midden een rapporteur aanwijzen.

6. Verzoeken voor onderzoek door de Algemene Rekenkamer

Ambitie: de commissie vervult een actieve rol in de relatie Tweede Kamer en Algemene Rekenkamer. Daarbij zet de commissie zich in effectief te bemiddelen om door de Tweede kamer gewenst onderzoek uitgevoerd te krijgen door de Algemene Rekenkamer. De commissie voor de Rijksuitgaven voert tweemaal per jaar overleg met de Algemene Rekenkamer over de samenwerking.

7. Controle van de Europese begroting

Ambitie: de commissie zal zich actief inzetten om de controlerende taak op de besteding van EU-middelen te vergroten. De commissie zal de rapporten van de Europese Rekenkamer beoordelen en in geval van evidente beleidsimportantie voor Nederland actief in behandeling nemen. Daarbij zal de samenwerking worden gezocht met de Europese Rekenkamer. De commissie zal zich, in samenwerking met de vaste commissie voor Europese zaken, inspannen om te bereiken dat alle lidstaten jaarlijks een lidstaatverklaring over de besteding van de Europese middelen uitbrengen. De commissie zal hierbij samenwerking zoeken met de begrotingscontrolecommissies uit de 26 andere lidstaten.

Nieuw accent in de werkwijze van de commissie voor de Rijksuitgaven

Tijdens de voorbereiding van het werkplan in de commissie is aandacht besteed aan bepaalde gebieden waar de commissie een toegevoegde waarde kan leveren.

Nieuw accent is dat de commissie voor de Rijksuitgaven in voorkomende gevallen rijksbrede onderwerpen, zeker als deze op het terrein van de controle op en de doelmatigheid van besteding van rijksmiddelen liggen, zelfstandig onderzoekt en daarover rapport uitbrengt. Daarbij wordt gedacht aan (voor)onderzoeken naar bepaalde commissieoverstijgende thema’s, die nu vaak uitgevoerd worden door ad hoc gevormde werkgroepen. De commissie voor de Rijksuitgaven kan dit ook op verzoek van één of meerdere vaste commissie doen.

Ter toelichting: op dit moment hebben vaste commissies drie modellen beschikbaar voor binnen de eigen Kamerorganisatie nader uitdiepen of onderzoeken van (rijksbrede) thema’s, te weten:

– door de ambtelijk ondersteuning (bijvoorbeeld het vragen van een rapport door het BOR)

– door het aanwijzen van een lidrapporteur.

– door het instellen van een werkgroep of een tijdelijke commissie

Een nadeel van het eerste model is soms, dat de ambtelijke organisatie niet de bevoegdheden heeft om informatie bij de minister op te vragen of gesprekken te voeren of hoorzittingen te houden. Kamerleden hebben deze bevoegdheden wel. Daarom wordt in dergelijke gevallen veelaal gekozen voor een ad hoc geformeerde werkgroep van enkele Kamerleden.

De commissie voor de Rijksuitgaven kan deze rol ook vervullen. Een dergelijke ambitie verdient ook aanbeveling omdat de werkgroep een niet gereglementeerde samenwerkingsvorm is en daarom geen bevoegdheden heeft of aanspraak kan doen op ambtelijke ondersteuning.

In het licht van de voorlichtende en ondersteunende taak van de commissie kan de commissie besluiten alle stafnotities van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven aan vakcommissies in afschrift te willen ontvangen. Deze komen dan op de brievenlijst ter kennisneming. Dat geeft de commissie voor de Rijksuitgaven betere mogelijkheden zicht te houden en zonodig invloed uit te oefenen op haar voorlichtende en ondersteunende taak op het gebied van de Rijksuitgaven in de richting van de andere commissies. De totstandkoming en inhoud van de notities blijven een verantwoordelijkheid van het BOR zelf.

De ambtelijke ondersteuning van de commissie

De commissie voor de Rijksuitgaven hecht er aan betrokken te worden bij de evaluatie van de vorming van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR). In het bijzonder over de toegezegde dienstverlening aan de commissie voor de Rijksuitgaven en over de wijze van aansturing.


XNoot
1

Kamerstukken 1996–1997, 25 238, nr. 1 en 1998–1999, 26 679, nr. 1–2.

Naar boven