Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2012
Van de zijde van de vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is mij verzocht
om een stand van zaken-schets inzake de onderwijsaangelegenheden op de BES-eilanden.
In maart 2011 is door mij met alle betrokkenen de onderwijsagenda voor Caribisch Nederland
ondertekend. Deze agenda is op 11 april 2011 aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 2010–2011,
32 500 VIII, nr. 166.) Afgesproken is dat de uitvoering van de afspraken in deze agenda jaarlijks zal
worden geëvalueerd. Deze evaluatie zal voor de eerste maal plaatsvinden met de betrokkenen
in de periode maart/ april. Daarbij zullen ook de bevindingen worden betrokken van
de onderwijsinspectie zoals die zullen worden weergegeven in het in april uit te brengen
Onderwijsverslag. Het resultaat van deze eerste tussentijdse evaluatie zal ik de Kamer
naar verwachting begin mei kunnen toezenden.
In oktober 2011 is door vertegenwoordigers van mijn ministerie met de partijen in
de inmiddels opgerichte eilandelijke onderwijsoverleggen de stand opgemaakt van de
uitvoering van de onderwijsagenda op dat moment. Partijen constateerden dat de afgesproken
acties voor het merendeel waren opgestart en waren tevreden over de op dat moment
geboekte voortgang. Sindsdien zijn door alle scholen met ondersteuning van schoolcoaches
verbeterplannen opgesteld.
In het najaar van 2011 heb ik de scholen extra middelen toegezegd voor het verbeteren
van de salarissen van leerkrachten in Caribisch Nederland. Ook heb ik extra middelen
beschikbaar gesteld voor de aanschaf van leermiddelen en andere zaken die deel uitmaken
van de eerste inrichting van scholen.
In februari hoop ik te beschikken over meer definitieve gegevens met betrekking tot
de in 2011 door de scholen daadwerkelijk gemaakte kosten zodat ik kan bezien of de
in 2011 verstrekte lumpsumvergoeding toereikend is of moet worden aangepast. Ook zal
ik dan een besluit nemen over de vraag welke extra middelen zullen worden toegekend
voor de financiering van de opgestelde schoolverbeterplannen.
Op basis van de schoolverbeterplannen is door een consortium onder leiding van het
Ruud de Moorcentrum een voorstel opgesteld voor de verdere professionalisering van
de leerkrachten in Caribisch Nederland. Dit voorstel wordt de komende weken besproken
met de betrokkenen op de eilanden.
Tegelijk met de onderwijsagenda heb ik met elk van de openbare lichamen een masterplan
onderwijshuisvesting ondertekend. De eerste resultaten worden nu zichtbaar. De Rijksgebouwendienst
is ingeschakeld bij het programmamanagement van de masterplannen. Samen met de RGD
en de openbare lichamen ben ik thans bezig de in de masterplannen gemaakte afspraken
verder uit te werken.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart