31 549
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met nationale visa en enkele andere onderwerpen

nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 december 2009

Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel I, onderdeel C, wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 2m, eerste volzin, wordt «binnen drie maanden» vervangen door: binnen 90 dagen.

2. In artikel I, onderdeel G, onderdeel 1, wordt «drie maanden» vervangen door: 90 dagen.

Toelichting

In het onderhavige wetsvoorstel is voorgesteld de termijn, waarbinnen de beschikking op een aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf of een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd moet worden gegeven, op drie maanden te stellen. Deze termijn komt nagenoeg overeen met de beslistermijn van 90 dagen, die in richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PbEU L 155) is voorgeschreven voor het geven van beschikkingen omtrent de Europese blauwe kaart. Het verschil bedraagt ten hoogste twee dagen.

Om te voorkomen dat er twee nagenoeg identieke beslistermijnen in de Vreemdelingenwet 2000 worden opgenomen, en omdat er in de naar verwachting beperkte periode tussen de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel en die van de noodzakelijke aanpassingswetgeving ter implementatie van genoemde richtlijn gedurende een korte tijd een beslistermijn van drie maanden gaat gelden die vervolgens wordt gewijzigd in een beslistermijn van 90 dagen, wordt voorgesteld reeds thans de beslistermijn van drie maanden te wijzigen in een beslistermijn van 90 dagen.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch-Ballin

Naar boven