Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2016
Hierbij bieden wij u de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp 2017–2020 aan1.
Mondiale en nationale trends en ontwikkelingen hebben een grote impact op het beheer,
de ontwikkeling en de inrichting van de onze leefomgeving. Er zijn veel transitievraagstukken
op het gebied van water, mobiliteit, migratie, verstedelijking en energie, maar ook
in sectoren als zorg en onderwijs. Wij zien ontwerp als een instrument dat een belangrijke
bijdrage kan leveren aan een goed en gedragen proces en tot slimme, innovatieve en
duurzame oplossingen kan leiden.
De Actieagenda biedt een visie en een programma met tien onderdelen die de effectieve
toepassing van ontwerp in projecten en opgaven mogelijk maakt. Met een budget van
vier miljoen euro per jaar investeert het rijk daarmee in een breed scala aan mogelijkheden
om ruimtelijk ontwerp te benutten. Het gaat steeds om de aanpak van urgente maatschappelijke
opgaven. Tegelijkertijd kiezen we voor maatwerk en concrete projecten waarmee een
groot palet aan resultaten beoogd wordt. Het programma wordt uitgevoerd in een netwerk
van partners. Met dit netwerk kunnen we verschillende doelgroepen bereiken en beogen
we een zo groot mogelijke spreiding van kennis en kunde.
De Actieagenda staat niet op zichzelf maar slaat een brug tussen het cultuurbeleid
en het omgevingsbeleid. Al 25 jaar werken onze ministeries samen op het gebied van
ruimtelijk ontwerp. De Actieagenda gaat uit van de bestaande verantwoordelijkheidsverdeling
tussen de overheden op het gebied van ruimtelijke ordening en speelt in op de situatie
die aanstaande is met de Omgevingswet.
Sinds 2013 heeft het gezamenlijke beleid van de ministeries de vorm van een werkprogramma.
De activiteiten worden uitgevoerd in een netwerk van «lead partners». Naast de ministeries
van Infrastructuur en Milieu en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn dit het Stimuleringsfonds
Creatieve Industrie, de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam, Architectuur
Lokaal, het College van Rijksadviseurs, Het Nieuwe Instituut, de Technische Universiteit
Delft mede namens de Technische Universiteit Eindhoven en Wageningen University &
Research, de Academies van Bouwkunst in Nederland en – recentelijk toegevoegd – het
O-team.
Op basis van de evaluatie van de Actieagenda 2013–2016 (zie bijlage)2 vervolgen we de koers die in 2012 is ingezet waarin goed opdrachtgeverschap en de
professionele toepassing van ontwerp centraal staan. Om het effect van de Actieagenda
te vergroten zal de zichtbaarheid van goede voorbeelden in binnen- en buitenland meer
nadruk krijgen. Zichtbaarheid en kennisdeling zijn nodig om tot opschaling van maatschappelijk
relevante initiatieven te komen. Een sterke samenwerking van de «lead partners»- onderling
maar ook met andere overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers
– draagt daaraan bij.
Voor de totstandkoming van de nieuwe Actieagenda hebben wij gebruik gemaakt van het
advies van de Raad voor Cultuur over het thema internationalisering (zie bijlage),
het briefadvies van het College van Rijksadviseurs over de vermaatschappelijking van
het architectuurbeleid (zie bijlage)3 en kennis die is opgehaald uit publieke consultaties en gesprekken met deskundigen.
Om de vele praktijken en projecten waar de Actieagenda aan refereert gebruiksvriendelijk
te kunnen tonen, hebben we gekozen voor een online publicatie: www.samenwerkenaanontwerpkracht.nl. Dit maakt het tevens mogelijk om video’s, downloads en hyperlinks op te nemen. Vanwege
archiveringsvereisten ontvangt u de Actieagenda in een tekstdocument. Uiteraard ontbreken
hier de interactieve verwijzingen.
De Actieagenda zet in op een aantoonbare meerwaarde van ruimtelijk ontwerp en kwalitatief
hoogwaardig resultaat. De kracht van ontwerp schuilt in een goede samenwerking tussen
opdrachtgevers en ontwerpers. Dit samenspel willen wij met deze Actieagenda benutten
en versterken. Zo werken wij samen aan ontwerpkracht.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker