31 535
Architectuur en Ruimtelijke Ordening

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP, VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER, VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, VAN VERKEER EN WATERSTAAT, VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2008

Hierbij biedt het kabinet u de nota Een Cultuur van Ontwerpen – visie architectuur en ruimtelijk ontwerp aan. De nota vormt de uitwerking van de in Kunst van Leven geformuleerde voornemens ten aanzien van het architectuurbeleid. Hiermee wordt voldaan aan de toezegging die is gedaan in het Algemeen Overleg over het architectuurbeleid op 31 mei 2007 (Kamerstuk 30 906, nr. 2). De nota is mede gebaseerd op het advies A2008+ van het College van Rijksadviseurs en aanvullende adviezen van dit college.

Nederland is een land van architectuur. Het kabinet draagt met dit architectuurbeleid bij aan de verdere versterking van de rol, positie en profilering van het ontwerp (architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur). Dit is in culturele zin van belang en is een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van een mooier en duurzamer Nederland. Deze architectuurnota maakt onderdeel uit van het beleid van het kabinet voor een duurzame ruimtelijke inrichting van Nederland, waarvoor andere onderdelen o.a. worden uitgewerkt in het programma Mooi Nederland en de Agenda Landschap.

Het kabinet kiest voor de komende jaren drie beleidsspeerpunten, gericht op een structurele versterking van de architectuur en het ruimtelijk ontwerp in de inrichting van Nederland. Deze zijn nodig om het ontwerp in de positie te brengen om effectief bij te dragen aan de noodzakelijke samenhang, duurzaamheid en pluriformiteit in de ruimtelijke ontwikkeling. Het gaat om de volgende speerpunten:

– Het verankeren van het ontwerp in rijksprojecten en -programma’s («Ontwerp voorop»). De verschillende departementen zullen in de komende jaren de ervaringen zoals die zijn opgedaan in pilots en voorbeeldprojecten, doorvertalen in een structurele verankering van de aandacht voor het ontwerp. Dit geschiedt onder andere d.m.v. vormgevings- of ontwerpprotocollen.

– Het versterken van de stedenbouw en het regionaal ontwerp, om de bijdrage van het ontwerp aan een samenhangende inrichting van Nederland te bevorderen en een impuls te geven aan het vak stedenbouw.

– Het bevorderen van herbestemming en herontwikkeling van waardevolle gebouwen en gebieden die hun functie verliezen. Dit speerpunt sluit aan op de doelstellingen van het Belvederebeleid en de in voorbereiding zijnde modernisering van de monumentenzorg.

Het Kabinet heeft ter voorbereiding van deze nota een groot aantal oriënterende gesprekken gevoerd met belanghebbende partijen. In dat kader is ook met IPO en VNG de mogelijkheid verkend van een brede programmatische samenwerking op het snijvlak van cultuur en ruimte. Met het oog op focus in beleid en inzet van financiële middelen, heeft het Kabinet – mede op basis van de gevoerde gesprekken – gekozen voor de drie genoemde speerpunten. Deze vormen voor het Rijk de basis voor gerichte samenwerking voor publieke en private partijen, met het doel de kwaliteit en de positie van architectuur en het ruimtelijk ontwerp te versterken.

Voor de speerpunten en enkele aanvullende initiatieven worden budgetten beschikbaar gesteld. De nota bevat hiervan een overzicht. Een deel van het budget van OCW is afkomstig uit de enveloppe Cultuur. Daarbij geldt het bijbehorende begrotingsvoorbehoud. Het rijk stimuleert met deze nota publieke en private opdrachtgevers om meer aandacht te besteden aan deze speerpunten. Conform het bepaalde in artikel 2 van de Financiële Verhoudingen Wet is nagegaan of dit beleidsvoornemen financiële gevolgen voor de medeoverheden heeft. Dat is niet het geval.

De ministers van VROM, LNV en VenW zullen voor 1 januari 2009 een brief aan de Tweede Kamer zenden over de implementatie van het speerpunt «Ontwerp voorop». Daarin wordt o.a. aangegeven op welke rijksprojecten en programma’s ontwerpprotocollen worden toegepast en wat de aard en inhoud van die protocollen is. Deze zijn van betekenis voor het werk van de rijksdienst zelf, als opdrachtgever en investeerder. Er volgen geen nadere eisen uit voor medeoverheden. Zodra enige ervaring is opgedaan met dit instrument zal in overleg met medeoverheden worden bezien of toepassing van een dergelijk instrument ook voor hen wenselijk is. Mocht dat het geval zijn dan is gezamenlijke verdere uitwerking aan de orde.

De kamer ontvangt na de zomer van de minister van OCW een brief met uitwerking van de speerpunten stedenbouw & regionaal ontwerp en herbestemming en herontwikkeling. Om optimaal aansluiting te vinden bij bestaande initiatieven en instellingen op provinciaal en lokaal niveau vindt deze uitwerking plaats in overleg met alle relevante partijen, waaronder IPO en VNG. Op die manier wordt dit beleidsvoornemen ingevuld conform de Code Interbestuurlijke Verhoudingen.

De basisinfrastructuur van architectuurinstellingen vormt het fundament van het Nederlandse architectuurbeleid, waarnaar in het buitenland met bewondering wordt gekeken. Het kabinet zet de financiële ondersteuning van deze basinfrastructuur voort. Besluitvorming over de subsidiëring van de architectuurinstellingen (basisinfrastructuur) vindt separaat plaats in het kader de rijksbegroting 2009 en het integrale subsidiebesluit voor de cultuursector (op basis van het advies van de Raad voor Cultuur).

De nota Cultuur van Ontwerpen is voor wat betreft het architectuurbeleid de opvolger van het Actieprogramma Ruimte en Cultuur, Architectuur- en Belvederebeleid 2005–2008. Aan het Belvederebeleid als zodanig wordt in de nota kort aandacht besteed. Nadere concretisering ten aanzien van de toekomst van het Belvederebeleid zal plaatsvinden mede op basis van een evaluatie die momenteel wordt uitgevoerd. Uw kamer wordt hierover voor 1 januari 2009 geïnformeerd.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven