Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2010
Tijdens de behandeling van de begroting 2010 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr.33, blz. 3125–3154) en
tijdens het Algemeen Overleg over duurzaam voedsel (20 en 27 januari 2010) (31 532, nrs. 36 en 37) heb ik aan uw Kamer toegezegd samen met de partners uit het platform Verduurzaming Voedsel, te werken aan een informatiesysteem
verduurzaming voedsel. Door middel van deze brief breng ik u op de hoogte van de voortgang op dit onderwerp.
Op mijn verzoek heeft het platform de opdracht uitgevoerd om de contouren van een informatiesysteem te ontwikkelen en te onderzoeken
op welke wijze alle schakels in de keten, inclusief de consument, geïnformeerd kunnen worden over de verduurzaming van voedingsmiddelen.
Hieronder treft u een samenvatting van de voortgang aan. Samenvattend heb ik kunnen vaststellen dat bedrijven in de agro-
en foodsector transparantie over de mate van verduurzaming van hun processen en producten als speerpunt beschouwen. Het is
een uitdaging om dit goed te organiseren, want het gaat om een diversiteit aan productieprocessen en een uiteenlopend spectrum
van producten, vaak met meerdere ingrediënten die ook nog eens van samenstelling of leverancier kunnen veranderen. Daarnaast kent verduurzaming vele verschillende
aspecten, van energieverbruik en CO2-reductie tot eerlijke handel en dierenwelzijn. Toch is er bij het bedrijfsleven voldoende draagvlak om de komende jaren zo’n
systeem te gaan ontwikkelen.
Het platform heeft sinds maart de volgende (procesmatige en inhoudelijke) stappen gezet:
• Het platform heeft randvoorwaarden opgesteld (bijlage)1 waaraan een informatiesysteem moet voldoen en zij is nagegaan in hoeverre bestaande initiatieven aansluiten bij de randvoorwaarden.
• Er is daartoe een inventarisatie gemaakt van ruim 70 initiatieven uit binnen- en buitenland die op enigerlei wijze informeren
over (de verduurzaming van) voedsel.
• Het platform heeft daarnaast acht vertegenwoordigers van de initiatieven uitgenodigd om een toelichting te geven. Deze acht
initiatieven gaven een representatieve dwarsdoorsnede van de bestaande initiatieven.
• Gebleken is dat geen enkel bestaand initiatief volledig aansluit bij alle randvoorwaarden.
• Hierna heeft de werkgroep de eerste contouren van een Informatie Systeem Verduurzaming Voedsel opgesteld. Er is gekozen voor
een lean en mean basismodel, om ketenpartijen en de consument te informeren over alle thema’s van verduurzaming van voedsel
en productieprocessen. Concreet moet daarbij gedacht worden aan een database die door het bedrijfsleven via een format gevuld
kan worden met informatie over verduurzamingsaspecten bij de totstandkoming van het product en/of bij de bedrijfsvoering van
de aanbiedende organisatie.
• Deze database kan al naar gelang behoeften en voortschrijdend inzicht uitgebreid en verder ontwikkeld worden. De database
zou via een website beschikbaar kunnen komen, die te raadplegen is door consumenten en andere ketenpartijen.
• Met behulp van de database kunnen gebruikers zich informeren over de verduurzaming van voedingsmiddelen, maar de database
spreekt geen oordeel uit.
Deze aanpak heeft inmiddels formele instemming gekregen van de stuurgroep Verduurzaming Voedsel, waarin de voorzitters en
directeuren van de brancheorganisaties (ZLTO, FNLI, Veneca, CBL en KHN) zitting hebben. Afgesproken is dat de contouren nu
gedetailleerder uitgewerkt gaan worden. Dit gebeurt in een intensieve dialoog met de bedrijven die zijn aangesloten bij de
platformdeelnemers en die de komende tijd uitgebreid geconsulteerd gaan worden. Komende tijd zal er ook een gesprek met een
vertegenwoordiging van maatschappelijke organisaties plaatsvinden.
Ik verwacht dat de contouren scherper zijn geformuleerd aan het einde van dit jaar. Ik zal u daarover dan opnieuw berichten.
Tevens zal ik u, zoals toegezegd tijdens het AO over de Landbouw- en Visserijraad, voor aanstaande begrotingsbehandeling een
brief sturen over verduurzaming van voedsel en etikettering.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg