31 532 Voedingsbeleid

Nr. 185 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2017

In mijn brief van 6 juli 2016 (Kamerstuk 31 532, nr. 164) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken rondom de regelgeving over peutermelk en handhaving daarvan. In die brief heb ik aangegeven dat ik de NVWA zal verzoeken vanaf 20 juli 2016 tot 1 juli 2017 bij peutermelk niet te handhaven op aspecten die wel voldoen aan de oude regels voor producten voor bijzondere voeding (Richtlijn 2009/39/EG), maar vanaf 20 juli 2016 niet aan de Europese (en nationale) regels die gelden voor gewone levensmiddelen.

De Europese Commissie heeft vorig jaar erkend dat de algemene levensmiddelenwetgeving ten aanzien van referentie-innamen, etikettering etc. nader ingevuld moet worden voor peutermelk.

Om die reden heb ik in mijn brief vorig jaar aangegeven dat de periode tot 1 juli 2017 wordt gebruikt om te volgen hoe de Europese Commissie deze aanpassing vorm zou geven. En daarnaast zou ik de mogelijkheden onderzoeken voor een tijdelijke nationale invulling op grond van de Warenwet voor deze categorie producten zolang er geen duidelijkheid is over de Europese aanpassing van de algemene levensmiddelenwetgeving.

Momenteel inventariseert de Europese Commissie de benodigde aanpassingen voor de algemene levensmiddelenwetgeving. Hoe dit er uit gaat zien is op dit moment niet duidelijk. Mijn inzet blijft gericht op harmonisatie in Europa. Indien nodig bekijk ik voor peutermelk de mogelijkheden voor een tijdelijke nationale invulling op grond van de Warenwet. Ik zal de NVWA verzoeken de huidige aanpak in handhaving van peutermelk voor een jaar te continueren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven