Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2013
Hierbij bied ik u – zoals toegezegd – de eerste monitor «Voedselverspilling in Nederland»
aan1. De monitor geeft een tussenstand van de mate van voedselverspilling in Nederland
over de periode 2009–2015. Het onderzoek is in opdracht van het Ministerie van Economische
Zaken opgesteld.
De basis van dit onderzoek is een ontwikkelde methodiek die het inzicht in de hoeveelheid
voedselverspilling in Nederland sterk verbetert. Daarnaast is met het bedrijfsleven,
vertegenwoordigd in deze door de Alliantie Verduurzaming Voedsel2, overeenstemming bereikt over de definitie van voedselverspilling. Dit zijn twee
belangrijke uitkomsten van het onderzoek.
De data in de monitor zijn teruggeredeneerd uit afvalcijfers wegens gebrek aan directe
cijfers uit het bedrijfsleven. Deze data kunnen exacter. Transparantie van de cijfers
van het bedrijfsleven is hiervoor nodig. Ik heb het bedrijfsleven dan ook opgeroepen
hieraan mee te werken en inzichten te verschaffen in hun verspillingstromen. Ik zal
het bedrijfsleven hierop blijven aanspreken in mijn gesprekken met de Alliantie Verduurzaming
Voedsel en de Regiegroep Verduurzaming Veehouderij en Agroketens.
Beeld van de monitor
De monitor laat zien dat de verspilling in Nederland niet lijkt af te nemen. Een aantal
relatief grote verspillingstromen wordt zichtbaar en verklaard:
-
1. Het gebruik van reststromen als veevoer. Het veevoer is voornamelijk afkomstig uit
de verwerkende industrie en komt van voedsel dat om economische (o.a. handelsnormen)
en technologische redenen niet voor de humane voeding wordt aangewend. Het gaat hierbij
om verspilling van bedrijven uit de aardappelverwerkende industrie, de bakkerijsector,
plantvetten, sojaproducten, groente en fruit.
-
2. Het verbranden van reststromen. Voor een deel is het zeer aannemelijk dat die worden
veroorzaakt door kennisleemtes bij facilitaire dienstverlening. Door een betere inschatting
vooraf te maken van wat er nodig is op een dag en van de mogelijkheden tot hergebruik
(bijvoorbeeld croutons van oud brood), hoeft er minder te worden afgevoerd.
-
3. De consument. Dit onderzoek laat zien dat de consument relatief gezien de grootste
verspiller is van voedsel in de keten.
De conclusie van de monitor is dat in het huidige tempo de streefwaarde van 20% niet
bereikt gaat worden in 2015.
Vervolg
De aanbevelingen roepen op om stevig in te zetten op het wegnemen van belemmeringen
in economische, technische en wettelijke zin, op gedragsverandering van de consument,
en de aanwezige kennis te verspreiden binnen de gehele facilitaire dienstverlening.
Ook door het bedrijfsleven wordt erkend dat voedselverspilling aanzienlijk moet verminderen.
Daartoe is een agenda opgesteld door de Alliantie Verduurzaming Voedsel. In de huidige
fase wordt veel opgedane kennis verspreid door voorlopers naar de rest van de sector;
dit zal een impuls geven aan het verminderen van voedselverspilling. Zo zijn er al
goede voorbeelden van innovaties en verspreiding daarvan te vinden bij de catering
in een aantal ziekenhuizen, waar een reductie van 40% verspilling werd bereikt.
Er zullen forse inspanningen geleverd moeten worden om tot 20% minder verspilling
te komen in 2015. U krijgt voor de zomer het door mij toegezegde Actieplan rondom
voedselverspilling. Voorafgaand heb ik vandaag zoals eerder toegezegd samen met de
Alliantie Verduurzaming Voedsel een conferentie voor het bedrijfsleven over minder
voedsel verspillen en houdbaarheidsdata (THT en TGT) georganiseerd.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma