31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 77 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2010

Tijdens het Algemeen Overleg van 14 april jl. (Kamerstuk 31 524, nr. 67) over de kwaliteit van het mbo heb ik toegezegd in overleg met de Inspectie van het Onderwijs na te gaan of het vervolgtraject bij onvoldoende onderwijskwaliteit in het mbo kan worden verkort. Voor deze aanpassing was een wijziging van het geldende toezichtkader nodig. Deze aanvulling op het Toezichtkader BVE 2009 treft u aan in de bijlage1.

De wijziging houdt in dat de verbetertijd voor een zeer zwakke opleiding van twee naar één jaar wordt teruggebracht. Na het constateren van onvoldoende onderwijskwaliteit wordt direct een waarschuwing afgegeven. Als na een jaar tijdens heronderzoek blijkt dat de onderwijskwaliteit nog steeds onvoldoende is, zal ik niet aarzelen de onderwijslicentie in te trekken. In uitzonderingssituaties (bijvoorbeeld bij een unieke opleiding of ingeval van grote consequenties voor een kleine instelling) kan ik hiervan afwijken.

De aanvulling op het Toezichtkader BVE 2009 is per 1 augustus 2010 van kracht geworden. Conform de Wet op het onderwijstoezicht is zij door de Inspectie van het Onderwijs besproken met een brede vertegenwoordiging van het onderwijsveld, vastgesteld door de Inspecteur-generaal van de Inspectie van het Onderwijs en door mij goedgekeurd, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven