Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2017
Om de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) verder te verbeteren, met
als doel studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt, het vervolgonderwijs
en deelname aan de samenleving, heb ik voor de periode 2015 tot en met 2018 kwaliteitsafspraken
met alle bekostigde mbo-instellingen gemaakt. De mbo-instellingen hebben in dit kader
een kwaliteitsplan opgesteld waarin ze hebben beschreven welke acties worden ondernomen
om de kwaliteit in het algemeen en op specifieke thema’s te verbeteren.
Ik heb MBO in Bedrijf gevraagd om gedurende de periode 2015 tot en met 2018 jaarlijks
een gesprek te voeren met de mbo-instellingen, onder andere om de uitvoering van de
acties uit de kwaliteitsplannen en de opbrengsten ervan in kaart te brengen. Voor
de zomer van 2017 heeft MBO in Bedrijf de tweede gespreksronde uitgevoerd en daarover
een rapportage opgeleverd. Hierbij stuur ik u deze rapportage toe1.
De mbo-instellingen zijn inmiddels ruim twee jaar bezig met de uitvoering van de acties
uit hun kwaliteitsplannen. In de rapportage concludeert MBO in Bedrijf dat steeds
meer mbo-instellingen thema’s uit de kwaliteitsafspraken zoals voortijdig schoolverlaten,
professionalisering van onderwijzend personeel en taal en rekenen grotendeels hebben
opgenomen in de reguliere kwaliteitscyclus. Zeker op het gebied van professionalisering
is te zien dat steeds meer instellingen de stap zetten naar human resource management
en dat hun scholingsprogramma’s op orde zijn. Er wordt ook steeds meer gewerkt met
teamscholing en ingezet op kennisdeling tussen teams, bijvoorbeeld door middel van
peer reviews.
MBO in Bedrijf ziet ook een fikse ontwikkeling in het aantal mbo-instellingen waar
men aan de slag is met excellentieprogramma’s voor studenten. Op veel instellingen
nemen de studenten inmiddels deel aan vakwedstrijden binnen de instelling en op lokaal,
regionaal, landelijk en internationaal niveau. Verder nemen studenten in het kader
van excellent vakmanschap bijvoorbeeld deel aan internationaliseringsprogramma’s,
het volgen van extra taalonderwijs en activiteiten gericht op het verwerven van specifieke
branchecertificaten. Deze excellentieprogramma’s leiden ook tot innovatie, in de zin
dat ze bij succes breder binnen de organisatie worden geïmplementeerd en zo voor meer
studenten beschikbaar komen.
De mbo-instellingen hebben de afgelopen periode hard gewerkt aan het bereiken van
de gestelde doelen in hun kwaliteitsplannen en tegelijkertijd heeft de wereld de afgelopen
jaren niet stilgestaan. Om die reden adviseert MBO in Bedrijf de mbo-instellingen
om kritisch te kijken naar de gestelde doelen en de activiteiten in het kwaliteitsplan.
Daarnaast wordt de instellingen geadviseerd te beoordelen of er intensivering nodig
is of dat er aanleiding is om nieuwe thema’s onder handen te nemen. Ik roep de instellingen
daar ook toe op.
Om studenten ook in de toekomst goed op te kunnen blijven leiden voor een succesvolle
start op de arbeidsmarkt, het vervolgonderwijs en de samenleving is het essentieel
dat het mbo blijft innoveren. MBO in Bedrijf adviseert de mbo-instellingen om innovatie
zoveel mogelijk te integreren in de reguliere processen in plaats van door het opzetten
van aparte projecten. Om te zorgen voor deze innovatie is een goede samenwerking met
de verschillende partijen in de regio cruciaal. Kwaliteitsafspraken zouden deze samenwerking
verder moeten stimuleren en daarbij past ook een verantwoording richting de partijen
in de regio. Bij het vervolg van de kwaliteitsafspraken kan hiermee rekening worden
gehouden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker