31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2010

Hierbij ontvangt u de beleidsdoorlichting met betrekking tot operationele doelstelling 15.1. van artikel 15 (Media) van de Rijksbegroting onderdeel Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1. De beleidsdoorlichting is uitgevoerd conform de eisen van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek en beleidsinformatie 2006 (RPE 2006). Doel hiervan is de verantwoording naar de Tweede Kamer met periodiek onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid.

De beleidsdoorlichting is uitgevoerd door het ministerie van OCW, directie Media, Letteren en Bibliotheken. Een begeleidingscommissie, samengesteld uit medewerkers van het ministerie van OCW en het ministerie van Financiën heeft de totstandkoming van de beleidsdoorlichting begeleid. Mevrouw Inge Brakman heeft als onafhankelijk deskundige in die commissie haar oordeel over het onderzoeksproces en de beleidsdoorlichting gegeven.

De operationele doelstelling die is onderzocht luidt: Waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod, bestaande uit radio, televisie, kranten en internetdiensten, dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking.

Niet alle aspecten van het mediabeleid zijn geëvalueerd. Deze beleidsdoorlichting blikt terug op het functioneren van de landelijke publieke omroep, het Stimuleringsfonds culturele mediaproducties en de Wereldomroep in de periode 2004–2009. De basis hiervoor vormen visitaties en evaluaties over die periode. Deze instellingen vormen de grootste posten op de mediabegroting. Het functioneren van deze drie instellingen is afgezet tegen de maatschappelijke taken die de Mediawet hen op draagt. Buiten beschouwing bleven de regionale en lokale publieke omroep en de perssector.

Het mediabeleid van de overheid is de afgelopen 5 jaar gericht geweest op het actualiseren van mediawetgeving in het huidige multimediale tijdperk en verbeteringen aan te brengen in de organisatie en efficiency van de landelijke publieke omroep, Wereldomroep en Mediafonds. Gebleken is dat aanbevelingen van de eerste visitatiecommissie Rinnooy Kan uit 2005 het beoogde effect hebben gehad, zo blijkt uit de tweede visitatie van de commissie Brouwer-Korf.

Parallel aan de beleidsdoorlichting stuur ik uw Kamer ook de resultaten van de toekomstverkenning publieke omroep toe. Naast deze terugblik beschikt u dan ook over een doorkijk naar de toekomst van de publieke omroep in een snel veranderend medialandschap.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven