De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat varend ontgassen zeer belastend is voor mens en milieu, maar in
de praktijk nog veel voorkomt in «groene gebieden», die op een kaart door de ILT zijn
vastgesteld;
constaterende dat de Europese overeenkomst voor het vervoer van gevaarlijke stoffen
over de binnenwateren (ADN) stelt dat varend ontgassen niet mag plaatsvinden in dichtbevolkte
gebieden en in de buurt van bruggen, sluizen en hun voorhavens;
constaterende dat de definitie van dichtbevolkte gebieden in het ADN niet is bepaald
en de ILT zelf op basis van CBS-informatie in kaart heeft gebracht waar de dichtbevolkte
gebieden langs waterwegen zijn en dat deze indeling dus in feite arbitrair is;
constaterende dat in het ADN de risico's voor de volksgezondheid en mogelijke milieuschade
niet zijn meegenomen en dat deze risico's ook niet in beeld zijn gebracht door de
regering;
overwegende dat er in deze groene gebieden, waaronder in Zeeland en Flevoland, grote
ongerustheid is over de effecten van de ontgassing op volksgezondheid en milieu;
verzoekt de regering om het varend ontgassen op de groene vaarroutes vooralsnog te
stoppen en eerst een onderzoek te doen naar de effecten van ongecontroleerd ontgassen
op gezondheid en milieu alvorens een besluit te nemen over het (tijdelijk) openstellen
voor ongecontroleerd ontgassen op de groene vaarroutes,
en gaat over tot de orde van de dag.