In augustus 2014 heb ik uw kamer geïnformeerd dat de volledige hoofdsom uit hoofde
van Icesave is gerecupereerd (Kamerstuk 31 371, nr. 381). Daarbij gaf ik aan dat hierna nog twee kwesties opgelost moesten worden. In de
eerste plaats betrof het een vergoeding voor gemaakte uitvoeringskosten en gederfde
rente. Het geschil hierover leidde tot de rechtszaak tegen het IJslandse depositogarantiestelsel
(DGS), die door De Nederlandsche Bank gezamenlijk met Financial Services Compensation
Fund (het depositogarantiestelsel van het Verenigd Koninkrijk) werd gevoerd. Ten tweede
stond sinds 2011 nog een bedrag met een tegenwaarde van circa € 12 miljoen aan IJslandse
kronen op een geblokkeerde rekening in IJsland die door de geldende kapitaalrestricties
niet geconverteerd konden worden. Voor beide kwesties is nu een oplossing gevonden.
Met het IJslandse depositogarantiestelsel is een schikking overeengekomen. De schikking
houdt in dat een bedrag van 20 miljard IJslandse kronen als lumpsum ter beschikking
wordt gesteld aan Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Omgerekend bedraagt het aandeel
van Nederland € 48,6 miljoen. De IJslandse autoriteiten hebben een ontheffing verleend
voor de betaling van dit bedrag, wat nodig was door de van toepassing zijnde kapitaalrestricties
in IJsland. Tevens is een onderdeel van de schikking dat de kronen die op de geblokkeerde
rekening staan kunnen worden geconverteerd en overgeboekt naar een rekening buiten
IJsland. Het totaalbedrag dat deze schikking oplevert voor de Nederlandse staat is
ongeveer € 61 miljoen. Op deze opbrengst worden de juridische en proceskosten die
vanaf 2011 zijn gemaakt in mindering gebracht. Het nettoresultaat bedraagt € 58 miljoen,
die niet-relevant is voor het uitgavenkader. De gevolgen voor het EMU-saldo worden
in kaart gebracht. Met de schikking is de rechtszaak tegen het IJslandse DGS per direct
beëindigd.
In 2008 en 2009 heeft De Nederlandsche Bank een bedrag uitgekeerd van € 1.635 miljoen
aan depositohouders van Icesave. Hiervan namen de Nederlandse banken € 208 miljoen
voor hun rekening en de Nederlandse Staat € 1.428 miljoen. Ten opzichte van deze € 1.428 miljoen
heeft de Staat nu uiteindelijk € 1.492 miljoen gerecupereerd.
In de rechtszaak tegen het IJslandse DGS werd Nederlandse of IJslandse wettelijke
rente geclaimd en vergoeding van de uitvoeringskosten van het IJslandse DGS. Uitgaande
van Nederlandse wettelijke rente bedroeg de claim circa € 167 miljoen. Omdat de claim
werd betwist zou het nog enkele jaren van procederen vergen om een finale uitspraak
van de IJslandse rechter te krijgen over de rechtmatigheid van de claim. Inherent
aan een dergelijke procedure is dat de uitkomst ongewis is. Bovendien oversteeg de
claim, zeker gecombineerd met de claim van het VK, in hoge mate de middelen die het
IJslandse DGS beschikbaar heeft. Dit beperkt de mogelijkheden om binnen een afzienbare
periode verhaal te halen zelfs als de IJslandse rechter de claim uiteindelijk toe
had gewezen.
De schikking stelt zeker dat, nadat de hoofdsom al was teruggekomen, de uitvoeringskosten
en een significant deel van de financieringskosten van de Nederlandse Staat zijn vergoed.
Bovendien zorgt de schikking ervoor dat het dossier Icesave na zeven jaren gesloten
kan worden. De bilaterale relatie met IJsland wordt vanaf heden niet langer belast
door Icesave en IJsland kan verder werken aan het financieel-economisch herstel na
de crisis dat dit land zo hard heeft getroffen. Alle betrokken partijen hebben met
de schikking een bijdrage geleverd aan de oplossing van dit dossier, en dat is te
verkiezen boven vele jaren van procederen en onzekerheid.
Het afronden van het IJsland dossier is in lijn met het beleid van het Kabinet om
de crisismaatregelen zo snel mogelijk af te handelen.