Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31371 nr. 243 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31371 nr. 243 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2009
Tijdens het spoeddebat van 30 juni jl. met uw Kamer over kredietverlening heb ik toegezegd terug te zullen komen op de vragen van enkele Kamerleden. Door middel van deze brief wil ik aan deze toezegging gevolg geven. Hieronder wordt ingegaan op de kredietverstrekking door ING, de mogelijkheid tot verbetering van de informatievoorziening over kredietverlening, de recente liquiditeitsoperatie van het Eurosysteem, de toezegging contact op te nemen met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over hypotheekverstrekking en de motie van het lid Sap over een concrete en toetsbare eis van kredietverlening.
Zoals vermeld in de brief aan de Kamer d.d. 24 juni jl. heeft ING, als onderdeel van de overeenkomst voor de illiquid asset back-up faciliteit, zich gecommitteerd om € 25 mld. tegen marktconforme voorwaarden beschikbaar te hebben om de groei van de Nederlandse kredietverlening aan bedrijven en particulieren (inclusief hypotheken) te ondersteunen.1 Beschikbaarheid van kapitaal bij ING zal aldus geen belemmering zijn voor het verstrekken van kredieten.
Het lid Verdonk heeft aan mij gevraagd hoeveel nieuwe dan wel extra kredieten er nu door ING zijn verleend. Het is niet mogelijk aan te geven hoeveel extra kredieten er door ING zijn verleend ten opzichte van de situatie waarin de illiquid asset back-up faciliteit niet zou zijn overeengekomen. Dat laatste is namelijk een hypothetische situatie. Dit heb ik ook in het spoeddebat van 30 juni jl. aangegeven. Bovendien laat de kredietverlening in deze periode zich niet goed vergelijken met voorgaande periodes door de aanzienlijk slechtere marktomstandigheden van het afgelopen half jaar.
Wel kan ik meedelen, zoals ik ook heb aangegeven in mijn brief aan de Kamer d.d. 24 juni jl. en in het spoeddebat van 30 juni jl., dat ING in de periode van januari tot en met april 2009 in totaal voor ca. € 8,8 miljard aan nieuwe kredieten heeft verstrekt aan Nederlandse bedrijven en particulieren. Bij de berekening hiervan is ING uitgegaan van de nieuwe door haar beschikbaar gestelde kredieten (limieten) en niet van de mate waarin de klant de beschikbaar gestelde financiële middelen ook direct heeft benut («trekt»). In deze berekening zijn niet meegenomen leningen aan commerciële banken, de Nederlandse Staat, De Nederlandsche Bank (DNB) en intercompany leningen. Voorts zijn uitgesloten geldmarktdeposito’s met andere financiële instellingen en grote bedrijven (met een eigen treasury), evenals investeringen in schuldpapier en andere fundinginstrumenten zoals obligaties, commercial paper, aandelen en andere openbaar verhandelbare waardepapieren.
Bij de ontwikkeling van de kredietverlening in de komende periode is ING uiteraard afhankelijk van de vraag naar krediet van consumenten en het bedrijfsleven en de bereidheid van vragende partijen om in te stemmen met de door ING aangeboden voorwaarden. Het sterk verslechterde economische klimaat heeft er namelijk toe geleid dat de kredietrisico’s zijn toegenomen, die zich vervolgens vertalen in hogere kosten en de vraag (vanuit de banken) om aanvullende zekerheden. In het kader van haar commitment dat onderdeel vormt van de overeenkomst voor de illiquid asset back-up faciliteit, heeft ING echter benadrukt dat beschikbaarheid van kapitaal bij haar geen belemmering zal zijn voor het verstrekken van nieuwe kredieten.
2. Verbetering informatievoorziening kredietverlening
Het lid Sap heeft aangegeven problemen te hebben met de informatievoorziening over kredietverlening. Naar aanleiding hiervan heb ik meegedeeld dat zal worden geprobeerd tot preciezere informatie te komen over de kredietverlening door Nederlandse banken en de resultaten van de Bank Lending Survey (BLS).
DNB zet zich in voor goede en steeds betere informatie ten aanzien van de kredietverlening. DNB publiceert informatie over kredietvolumes en kwalitatieve gegevens over de mate van wijziging van gehanteerde criteria voor kredietverlening. Zij heeft momenteel echter niet de beschikking over informatie over door Nederlandse banken nieuw geopende kredietlijnen en genomen kredietbeslissingen. De recente financiële en economische situatie heeft echter duidelijk gemaakt dat deze ontbrekende informatie van belang kan zijn om tot een goed beeld over kredietverlening te komen. Gezien het feit dat op Europees niveau wordt bepaald hoe gedetailleerd over bankbalansen en overige financiële instellingen wordt gerapporteerd en welke vragen de BLS omvat, zullen eventuele veranderingen ook op Europees niveau moeten worden bewerkstelligd. DNB zal zich sterk blijven inzetten om op Europees niveau tot betere informatie over kredietverlening te komen.
Voor wat betreft de informatie op basis van bankbalansen zijn er op Europees niveau onlangs plannen afgerond om de bestaande maandelijkse informatievoorziening ten behoeve van voornamelijk monetaire doeleinden uit te breiden. Vanaf medio 2010 zal hierdoor additionele informatie beschikbaar komen over met name balansinformatie van banken. Hierbij gaat het onder andere om een aanvullende looptijduitsplitsing van leningen.
De BLS is een enquête die banken vrijwillig invullen. Deze enquête bevat een aantal vragen over het aanbod van en de vraag naar krediet. Hieruit volgen kwalitatieve indicaties over het beloop van de vraag naar en aanbod van krediet. De BLS wordt op kwartaalbasis gehouden voor monetaire beleidsdoeleinden. Eventuele wijzigingen dienen op Europees niveau geregeld te worden en geharmoniseerd te worden uitgevoerd. Dit is sinds de aanvang van de huidige crisis ook gebeurd. De BLS is uitgebreid met een aantal tijdelijke crisisgerelateerde vragen, waarbij vooral de relatie tussen de kredietverlening en de financiële positie van banken aan de orde komt. DNB zet zich samen met andere onderdelen van het Europese Stelsel van Centrale Banken in om de BLS dusdanig vorm te geven dat zij de relevante informatie oplevert, onder andere over genomen kredietbeslissingen.
Daarnaast blijft DNB informatie op haar website plaatsen over actuele ontwikkelingen rondom de kredietverlening. Binnenkort wordt een leeswijzer toegevoegd ter toelichting op de cijfers.
3. Liquiditeitsoperatie Eurosysteem
Enkele weken geleden heeft het Eurosysteem in een speciale liquiditeitsoperatie € 442 mld. aan liquiditeit toegewezen aan Europese banken voor een looptijd van één jaar. Het verstrekken van liquiditeit aan het bankwezen is op zich niets bijzonders. Het Eurosysteem doet dit met grote regelmaat om het monetaire beleid in Europa te implementeren. Het verstrekken van liquiditeit gebeurt altijd tegen adequaat onderpand, om het risico voor het Eurosysteem te beperken. Europese banken zorgen doorgaans via de interbancaire geldmarkt voor de onderlinge distributie van deze liquiditeiten. Door de kredietcrisis is de werking van de interbancaire geldmarkt echter danig verstoord. Daarom verstrekt het Eurosysteem sinds oktober vorig jaar meer liquiditeit dan normaal. De speciale herfinancieringsoperatie met een looptijd van één jaar past in het streven van het Eurosysteem om banken voor langere tijd liquiditeitszekerheden te bieden en de rentes en risicopremies op de geldmarkt bij langere looptijden te drukken. Dit effect is al zichtbaar in de marktreacties na de 1-jaars operatie. Door deze rentedalingen kan de operatie uiteindelijk ook de kredietvraag in de reële economie ondersteunen.
Banken hebben gereageerd met een relatief hoge inschrijving, een teken dat de geldmarkt nog altijd niet optimaal functioneert. Door de hoge toewijzing van liquiditeit is overigens een tijdelijk liquiditeitsoverschot in de geldmarkt ontstaan. Tegen deze achtergrond stallen banken een deel van de verstrekte liquiditeiten op dagbasis bij het Eurosysteem via de zogenaamde permanente faciliteit. Het feit dat de liquiditeit deels terugstroomt naar het Eurosysteem wil niet zeggen dat de operatie geen positief effect kan hebben op de kredietverlening. Als banken extra krediet gaan verlenen, heeft dit slechts een relatief kleine invloed op de vraag naar liquiditeit op de geldmarkt. Het effect van de liquiditeitsoperatie op de kredietverlening loopt dus niet zozeer via de specifieke benutting van de toegewezen hoeveelheid liquiditeit door de banken, maar via het effect op de rente.
Het Eurosysteem publiceert de hoogte van de inschrijvingen in herfinancieringsoperaties uitsluitend op geaggregeerde basis. Aangezien er sprake is van een geïntegreerde Europese geldmarkt is onderverdeling naar land in specifieke operaties minder relevant en niet per definitie illustratief voor de staat van het bankwezen in dat land. Immers, de participatie van banken in een specifieke herfinancieringoperatie wordt mede bepaald door factoren als de participatie in eerdere operaties, de looptijdbeheersing van de balans en de beleggingsstrategieën. In dit licht zijn aan de publicatie van de nationale participatie zelfs risico’s verbonden. Hier zouden onterecht signalen uit kunnen worden afgeleid, die stigmatiserend kunnen werken naar nationale financiële stelsels en zelfs individuele instellingen. Tegen deze achtergrond kan dus helaas niet worden ingegaan op het specifieke aandeel van Nederlandse banken in deze 1-jaars operatie.
4. Contact met de AFM over hypotheekverstrekking
Tijdens het spoeddebat heb ik toegezegd contact te zullen opnemen met de AFM over hypotheekverstrekking in bepaalde regio’s. Inmiddels is er contact opgenomen met de AFM met de vraag of het nodig is om meer aandacht te besteden aan, of onderzoek uit te voeren naar, hypotheekverstrekking in bepaalde regio’s. De AFM buigt zich hier momenteel over. Ik zal hier in het najaar op terug komen.
5. Motie Sap over opname concrete en toetsbare eis van kredietverlening
Tijdens het spoeddebat is tevens een reactie toegezegd op de motie van het lid Sap over de opname van een concrete en toetsbare eis van kredietverlening. Deze reactie heb ik u bij brief van 2 juli jl. doen toekomen.1
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31371-243.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.