31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2015

Hierbij bied ik u de Tweede rapportage Intensiveringstraject rekenen mbo aan: «Over rekenen gesproken, het vervolg»1. Deze rapportage is afkomstig van het Steunpunt taal en rekenen mbo.

Dit Steunpunt is, net als het Steunpunt taal en rekenen vo, opgericht om scholen te ondersteunen bij de implementatie van het rekenonderwijs. In het najaar van 2013 is het Steunpunt taal en rekenen mbo gestart met een intensiveringstraject met als doel het rekenonderwijs te versterken. Als onderdeel van dit traject bezochten deskundigen van het Steunpunt alle bekostigde mbo-instellingen. In deze eerste ronde «rekengesprekken» werden onder andere adviezen gegeven over de versterking van het rekenonderwijs.

In het najaar van 2014 zijn alle bekostigde mbo-instellingen voor een tweede keer bezocht. De gesprekken zijn gevoerd met inhoudelijk verantwoordelijken, zoals rekendocenten en hoofden onderwijs. Het resultaat van deze tweede gespreksronde treft u aan in bijgaande rapportage.

Uit de rapportage komt een gemengd beeld naar voren. Enerzijds werken scholen vasthoudend door aan het implementeren en uitvoeren van het rekenbeleid. Aan de andere kant bleek er bij een deel van de scholen een zekere aarzeling te bestaan, door onduidelijkheden in het landelijke beleid.

Door de brief over de stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen2 die de Staatssecretaris en ik op 17 december 2014 aan uw Kamer hebben gestuurd, is op belangrijke punten helderheid verschaft.

Uit de rapportage blijkt verder dat de aanbevelingen uit de eerste gespreksronde over het algemeen ter harte zijn genomen. Zo zijn veel scholen bezig met de ondersteuning van zwakke rekenaars, is er veel aandacht besteed aan de professionalisering van rekendocenten en monitoren alle scholen de resultaten van de eigen leerlingen op de toetsen.

De kwaliteit van het rekenonderwijs neemt door bovenstaande stappen toe. Toch zijn we er nog niet: de resultaten vallen nog tegen. Dat komt omdat sprake is van een overgangsperiode waarin onder andere de rekenvaardigheden van instromende leerlingen nog niet op het vereiste niveau is, de kwaliteit van de examens te wensen over laat en de resultaten nog niet meetellen voor diplomering.

Er blijkt een groot draagvlak onder de gesprekspartners om door te gaan op de ingeslagen weg. Het meetellen van de resultaten in de slaag-zakregeling zien de gesprekspartners als belangrijk element dat bijdraagt aan het verhogen van het rekenniveau van de studenten, omdat dit belangrijk is voor de motivatie van studenten en docenten.

De rapportage zie ik als ondersteuning van de lijn zoals geschetst in de brief over de stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen van 17 december 2014. De rapportage bevat een aantal nieuwe aanbevelingen aan mijn adres. Hieronder geef ik aan hoe ik tegenover deze aanbevelingen sta.

  • Zorg voor ruime afnamemomenten en snelle terugkoppeltijden.

    Het College voor Toetsen en Examens (hierna CvTE) werkt al aan het verder vergroten van het aantal afnamemomenten en het verkorten van de terugkoppeltijden van de resultaten aan de school.

  • Zorg ervoor dat examens niet begrijpend lezen meten, omdat ze te talig zijn.

    Zoals gemeld in de bijlage bij de brief over de stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen zal het CvTE bij de constructie van de toetsen voor het schooljaar 2014–2015 extra letten op het vermijden van onnodige complexiteit in de opgaven.

  • Waardering van tussenstappen in de beoordeling.

    Zoals gemeld in de bijlage bij de brief over de stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen onderzoekt het CvTE de mogelijkheden en consequenties van het werken met deelscores.

  • Bevorder dat op een zo kort mogelijke termijn de leerlingen hun examens kunnen inzien.

    Zoals gemeld in de bijlage bij de brief over de stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen wordt inzage voor docenten op korte termijn mogelijk gemaakt, maar geldt dit nog niet voor studenten. Zodra de opgavenbanken groot genoeg zijn, worden de opgaven openbaar gemaakt, ook voor studenten.

  • Zorg voor goede terugkoppeling van de resultaten naar de scholen, inclusief benchmarkinformatie.

    Deze aanbeveling neem ik over.

  • Laat onderzoek doen naar de maatregelen die rekenresultaten het meest effectief verhogen.

    Deze aanbeveling neem ik over.

  • Stimuleer kennisdeling over wat werkt.

    Het Steunpunt taal en rekenen heeft hier een belangrijke rol in.

  • Zorg voor goede communicatie over regelgeving.

    Het Steunpunt taal en rekenen heeft hier een belangrijke rol in. Zo organiseert het Steunpunt begin februari een zogenoemde flitsbijeenkomst voor mbo instellingen om de lijn uit de brief van 17 december toe te lichten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 31 322, nr. 36.

Naar boven