31 322
Kinderopvang

nr. 71
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2009

Tijdens het Algemeen Overleg van 23 oktober 2008 (Kamerstuk 31 322, nr. 41) heb ik uw Kamer toegezegd te verkennen of er bij scholen behoefte is aan regels voor de kwaliteit van opleidingen gericht op de tussenschoolse opvang, en wie die dan zou moeten ontwikkelen. Eind juni 2009 zou ik u hierover informeren. Aangezien de inventarisatie van de behoefte in het veld meer tijd vergde dan van tevoren was ingeschat, is door middel van een uitstelbrief aangegeven dat aan deze toezegging in het najaar van 2009 voldaan zou worden. Met deze brief wordt de toezegging afgedaan.

Middels een telefonische enquête onder een aantal onderwijsorganisaties en via een brainstormsessie met overblijfcoördinatoren heb ik een korte verkenning gedaan naar de behoefte aan een kwaliteitskeurmerk voor opleidingen gericht op de tussenschoolse opvang. Uit deze verkenning is gebleken dat er geen belangstelling is voor een keurmerk voor opleidingen gericht op tussenschoolse opvang.

Meer in algemene zin wordt gesteld dat alhoewel het belang van professionele overblijfkrachten voor de kwaliteit van tussenschoolse opvang buiten kijf staat, het discutabel is wat het effect van trainingen voor vrijwillige overblijfkrachten hierop is. De doelgroep is immers zeer divers qua achtergrond, opleidingsniveau en mogelijkheden. De ervaring leert dat veel trainingen een vluchtig karakter hebben en dat de training nauwelijks beklijft. Om effect te sorteren moeten de trainingen vaak herhaald worden. Vanwege het hoge verloop en de vele wisselingen van overblijfmedewerkers blijven opleidingen altijd nodig.

In de praktijk blijkt meer behoefte te bestaan aan training op de werkvloer en begeleiding van professionele krachten zoals een onderwijsassistent, leerkracht of een medewerker uit de kinderopvang. In een brief die ik begin 2010 aan uw Kamer zal sturen over sluitende arrangementen en de School van de Toekomst ga ik hier nader op in.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

Naar boven