Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 31322 nr. 250 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 31322 nr. 250 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2014
Voor ouders met jonge kinderen is het belangrijk dat ze arbeid en de zorg voor kinderen op een goede en soepele manier kunnen combineren. De mogelijkheid om gebruik te maken van goede kinderopvang is daarbij van groot belang. De kinderopvangtoeslag is er op gericht om goede kinderopvang voor alle werkende ouders financieel toegankelijk te maken.
De afgelopen jaren zijn economisch zwaar geweest voor iedereen, ook voor ouders met jonge kinderen. Veel ouders raakten werkloos en hadden daardoor geen recht meer op kinderopvangtoeslag. Daarnaast zijn door de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag de kosten van kinderopvang gestegen. De afgelopen jaren zijn ouders minder gebruik gaan maken van formele kinderopvang. De Algemene Rekenkamer heeft aangegeven dat het onduidelijk is wat de oorzaken zijn van het lagere gebruik. Wat de cijfers over het gebruik ook niet laten zien, is hoe ouders het verminderde gebruik van formele opvang hebben opgevangen: welke keuzes zijn aan de keukentafel gemaakt. Het SCP heeft hier onderzoek naar gedaan.
Het onderzoek «Krimp in de kinderopvang» van het SCP laat zien dat ouders de kosten van kinderopvang weliswaar het vaakst noemen als reden om het gebruik van kinderopvang te verminderen, maar dat ze daardoor niet per se minder zijn gaan werken. Minder werk is juist meestal de oorzaak van minder kinderopvang. Door de crisis zijn ouders werkloos geworden of noodgedwongen minder uren gaan werken, waardoor minder kinderopvang wordt afgenomen. Daarmee heeft de crisis dus een grote rol gespeeld in de keuzes die ouders hebben gemaakt. Tegelijkertijd laat het onderzoek zien dat ouders de kinderopvang vaak duur vinden. Het hebben van kinderen en het combineren van arbeid en zorg zijn flinke kostenposten, die voor hoofdbrekens aan de keukentafel kunnen zorgen. Om de kosten voor ouders met jonge kinderen te verminderen heeft dit kabinet daarom per 2014 structureel € 100 miljoen in de kinderopvang geïnvesteerd. Daarnaast worden ook volgend jaar weer de maximum uurprijzen geïndexeerd. Dit vergroot de financiële toegankelijkheid van kinderopvang.
Het onderzoek van het SCP is bijgevoegd bij deze brief1. Vanuit SZW is de dataverzameling van dit onderzoek gefinancierd. Ik zal hieronder de uitkomsten van het onderzoek schetsen. Daarnaast zal ik in deze brief de uitkomsten weergeven van een onderzoek in aandachtswijken met dezelfde vraagstelling. Dit onderzoek, dat is uitgevoerd door Significant, is eveneens bijgevoegd2. De resultaten van beide onderzoeken worden betrokken bij de beleidsdoorlichting van artikel 7, kinderopvang, van de SZW-begroting. Deze beleidsdoorlichting zal naar verwachting in de tweede helft van 2015 aan de Kamer worden gestuurd.
SCP-onderzoek
De centrale vraagstelling is: Waarom is het gebruik van formele kinderopvang afgenomen, en welke consequenties heeft dat gehad voor de arbeidsparticipatie van de ouders en de combinatie van arbeid en zorg? In het onderzoek is zowel gekeken naar ouders die voor het eerst gebruik gingen maken van kinderopvang als naar ouders die al gebruik maakten van kinderopvang.
Wat zijn de redenen voor ouders om minder gebruik te maken van kinderopvang?
Aan de ouders die minder opvang afnemen dan zij hadden gewild of eerder afnamen, hebben de onderzoekers gevraagd wat de redenen hiervoor zijn. De kosten van kinderopvang worden het vaakst genoemd als reden om minder of geen gebruik te maken van formele kinderopvang. Dit was voor vier op de tien ouders de doorslaggevende reden om minder opvang af te nemen. Op de tweede plaats komt werkloosheid als reden om minder of geen gebruik te maken van kinderopvang. Andere redenen die ouders noemen zijn bijvoorbeeld de mogelijkheid om flexibel te werken en de wens om zelf voor het kind te zorgen.
De onderzoekers plaatsen hierbij enkele nuanceringen. Ook ouders die (nog) wel gebruik maken van kinderopvang vinden de opvang duur. Voor deze groep ouders was het echter geen reden om van opvang af te zien. Daarnaast is niet bekend hoe ouders in voorgaande jaren de kosten van kinderopvang beoordeelden. Het oordeel over de kosten van kinderopvang hangt ook samen met feitelijke of verwachte inkomensachteruitgang. De kosten van kinderopvang spelen een belangrijkere rol als ouders in onzekerheid zitten over inkomensachteruitgang. Werkloosheid, inkomensachteruitgang en gedaalde koopkracht lijken net zo belangrijk als de gestegen kosten van kinderopvang in de beoordeling van ouders.
Hoe hebben ouders het verminderde gebruik van kinderopvang opgevangen?
Uit het onderzoek blijkt dat veel ouders zijn uitgeweken naar informele opvang om het verminderde gebruik van formele opvang op te vangen. Vooral grootouders spelen een grote rol in de opvang van de kinderen. Bij de groep (voormalig) gebruikers van kinderopvang, blijkt ook flexibel werken uitkomst te bieden. Daarnaast zijn ouders relatief vaak minder gaan werken, gestopt met werken of hebben ouderschapsverlof opgenomen. Overigens zegt dit nog niet dat de verandering in het gebruik van kinderopvang de oorzaak is van de verminderde arbeidsduur. Ouders kunnen hun arbeidsduur hebben aangepast, omdat zij bijvoorbeeld werkloos raakten of zelf meer voor de kinderen wilden zorgen.
Wat zijn de gevolgen voor de arbeidsparticipatie?
Alleen bij de groep voormalig gebruikers van kinderopvang is de oorzaak-en-gevolg-relatie tussen het gebruik van formele opvang en arbeidsduur te onderscheiden. In de meeste gevallen leidt minder opvang niet tot een vermindering van de arbeidsduur bij ouders.
Aan de ouders die minder zijn gaan werken en minder opvang afnemen, hebben de onderzoekers gevraagd wat de reden daarvoor is. In de meeste gevallen is minder werken de reden voor minder opvang. Vaak zijn deze ouders geheel of gedeeltelijk ontslagen. Een andere reden is dat zij zelf hebben besloten om minder te gaan werken en zo bijvoorbeeld meer tijd bij hun kind kunnen doorbrengen. Bij deze groep ouders geeft slechts bij één op de zes à zeven aan dat het verminderen of stoppen van formele opvang de reden is dat zij minder werken. Ten opzichte van alle ouders die in 2011 gebruik maakten van formele opvang, gaat het om 2 à 3 procent van de ouders. Bij het minder afnemen van opvang zijn de kosten van de kinderopvang de meest genoemde reden, maar niet de enige reden.
Onderzoek aandachtswijken
In het onderzoek van het SCP is gekeken naar het gebruik van kinderopvang in heel Nederland. Ik heb ook onderzoek laten doen naar een deelsegment, namelijk ouders in de zogeheten aandachtswijken.3 Dit onderzoek is uitgevoerd door Significant. Een belangrijk verschil met het SCP-onderzoek is dat in dit onderzoek alleen is gekeken naar kinderen waarvan het gebruik van kinderopvangtoeslag is afgenomen. De onderzoekers laten zien dat in deze wijken het gebruik van formele kinderopvang is gedaald en juist informele opvang of geen opvang is toegenomen. De kosten van kinderopvang zijn de meest genoemde reden om het gebruik van kinderopvang te verminderen of stop te zetten. Werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, informele opvang en de mogelijkheid om flexibel te werken worden daarnaast vaak genoemd. Bij dagopvang noemen ouders ook de peuterspeelzaal als alternatief voor de kinderopvang.
De meest gebruikte alternatieven voor reguliere opvang zijn dat een van de ouders minder is gaan werken of is gestopt met werken, er informele opvang is geregeld of dat ouders vaker thuis of flexibel werken. Een meerderheid van de ouders heeft de werksituatie aangepast om de kosten van kinderopvang te beperken. Dit kan beteken dat ouders op andere tijden zijn gaan werken, meer thuis werken of minder zijn gaan werken. Vanwege de beperkte opzet van het onderzoek is de oorzaak-en-gevolg-relatie tussen het gebruik van formele opvang en arbeidsduur moeilijk te onderscheiden.
In beide onderzoeken noemen ouders in grote lijnen dezelfde redenen om minder opvang af te nemen en vangen ze dit op een soortgelijke manier op. De kosten van kinderopvang en werkloosheid zijn de belangrijkste redenen om het gebruik van formele opvang te verminderen. Ouders vangen dit in beide onderzoeken op door een aanpassing van de arbeidsduur, flexibel te werken en informele opvang.
Tot slot
Zoals ik ook eerder in deze brief aangaf, helpt de kinderopvangtoeslag ouders met jonge kinderen in de combinatie van arbeid en zorg. Het is daarbij cruciaal dat kinderopvang van goede kwaliteit en financieel toegankelijk is. Ik zie dat de kinderopvang zich daarin ontwikkelt. De sector biedt steeds meer flexibiliteit en speelt daarmee in op de wensen van ouders. Ik blijf de ontwikkelingen volgen en kinderopvang blijft ook de komende periode hoog op mijn agenda staan.
De resultaten uit deze twee onderzoeken zal ik betrekken bij de beleidsdoorlichting van artikel 7, kinderopvang, van de SZW-begroting. In de beleidsdoorlichting wordt getoetst worden of de doelstellingen (het combineren van arbeid en zorg en kwalitatief goede kinderopvang) bereikt zijn. Deze twee onderzoeken bieden specifiek informatie over de combinatie van arbeid en zorg en de toegankelijkheid van kinderopvang.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
Daarmee is uitvoering gegeven aan een eerdere toezegging: Kamerstukken 2011/2012, 33 212 nr. 11
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31322-250.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.