31 311
Zelfstandig ondernemerschap

nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2008

Door microfinanciering in Nederland te versterken, kunnen jaarlijks velen de stap zetten om hun ideeën voor het starten van een eigen onderneming in de praktijk te brengen. Daarvoor is nodig dat initiatieven worden genomen op het terrein van bereiken van de (potentiële) ondernemers, coaching en financiering. Ik heb u dit jaar bij twee gelegenheden schriftelijk geïnformeerd over de wijze waarop ik dat samen met de partijen in het veld vorm geef. De eerste brief van 8 april jl. markeert de stappen die ik tot 2010 wil nemen (kamerstuk 31311, nr. 3). In de tweede brief d.d. 20 juni jl. heb ik met de Minister van Wonen, Wijken en Integratie geschetst hoe microfinanciering wordt benut voor het versterken van de wijkeconomie (kamerstuk 30995, nr. 49).

In overleg met alle partijen die betrokken zijn bij microfinanciering, zijn de plannen op onderdelen zo ver geconcretiseerd dat ik u daarvan graag mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op de hoogte stel. Ik hanteer daarbij de vier bouwstenen die samen microfinanciering in Nederland vormen en begin met de voornemens rond financiering omdat daar de grootste financiële bijdrage aan zal worden geleverd:

(i) microkredieten tot 35 000 euro;

(ii) intake & advies;

(iii) coaching;

(iv) het Landelijk Netwerk Microfinanciering.

(i) Microkredieten tot 35 000 euro

Uit gesprekken met lokale initiatieven en banken is duidelijk geworden dat er bij de betrokken partijen onzekerheid bestaat over wat nu de meest efficiënte en effectieve aanpak is om de verstrekking van microkredieten in Nederland te laten plaatsvinden; een garantieregeling of een organisatie die zich richt op verlening van microkredieten. Deze constatering heeft geleid tot een wijziging van de door mij aangekondigde aanpak om de BBMKB-regeling te versimpelen en een screeninginstrument te ontwikkelen.

Samen met mijn collega van SZW wil ik een in oprichting zijnde stichting steunen die zelf kredieten tot circa 35 000 euro zal gaan verstrekken met een specifieke screening voor ondernemers.1 Daarnaast zal, ter vervanging van mijn oorspronkelijke voornemen om de BBMKB-regeling te versimpelen, de lopende pilot met de SZW-borgstellingsregeling voor uitkeringsgerechtigden worden uitgebreid naar alle niet-uitkeringsgerechtigden. Na twee jaar zullen beide pilots tegelijkertijd worden geëvalueerd waarna een keuze tussen beide aanpakken kan worden gemaakt.

De grootbanken ING, Rabobank en Fortis/ABN AMRO hebben dit idee opgepakt vanuit het idee van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit initiatief waardeer ik zeer. Zij zijn eveneens van mening dat beide alternatieven (garantieregeling en microkredietinstelling) naast elkaar zouden moeten worden getest om op termijn een goede keus te kunnen maken.

a. Stichting Microkrediet Nederland

Momenteel wordt een private Stichting Microkrediet Nederland opgericht met als doel het verstrekken van microkredieten in Nederland tot 35 000 euro en het uitvoeren van daarmee samenhangende activiteiten zoals het uitvoeren van de screening van ondernemersplannen en beheer van leningen. Deze stichting richt zich daarmee op kredieten die niet of in onvoldoende mate door banken (kunnen) worden verstrekt. De stichting zal worden bestuurd door een onafhankelijke voorzitter, drie bestuurders benoemd door de grootbanken, een bestuurder met ervaring met microfinanciering en een bestuurder met kennis van de overheid en sociale zekerheid. De gezamenlijke banken stellen voor de exploitatie van de stichting eenmalig een bedrag van 1,2 miljoen euro beschikbaar. Aedes heeft namens de woningbouwcorporaties een bijdrage ter hoogte van 50 000 euro beschikbaar gesteld. De bedoeling is dat de stichting rond de jaarwisseling de eerste microkredieten verstrekt.

Ik ben voornemens om deze stichting samen met de staatssecretaris van SZW financieel te ondersteunen. Mijn bedoeling is om een subsidie te verstrekken voor het resterende bedrag (begroot op 0,8 miljoen euro) voor de exploitatie van de stichting, uitgaande van een pilot met een looptijd tot eind 2010. Daarnaast ben ik bereid om 12 miljoen euro ter beschikking te stellen voor de funding van de leningen aan alle niet-uitkeringsgerechtigden. De staatssecretaris van SZW onderzoekt de mogelijkheid om subsidie te verstrekken voor de funding van de lening aan uitkeringsgerechtigden.

De gezamenlijke ondersteuning vanuit EZ en SZW is ingegeven door het feit dat in de pilot zowel uitkeringsgerechtigden als niet-uitkeringsgerechtigden kunnen worden bediend. Vanwege de rol die gemeenten spelen in de uitvoering van de regelingen voor uitkeringsgerechtigden wordt de deelname van SZW gedurende de pilot beperkt tot een aantal grote gemeenten. Per gemeente zullen immers afspraken moeten worden gemaakt. Daarnaast zal de screening voor uitkeringsgerechtigden niet worden uitgevoerd door de stichting maar door de betreffende gemeente.

Uiteraard verstrekken EZ en SZW de subsidie aan de stichting alleen onder strikte voorwaarden met betrekking tot de verantwoording van de verstrekte overheidsmiddelen. Daarbij zal in ieder geval aandacht worden besteed aan het beheer van de stichting, het te verwachten aantal leningen, waarborgen rond de doelstelling waaronder acceptatie van uitkeringsgerechtigden, additionaliteit ten opzichte van het bankwezen, vermijding van marktverstoring, bijdragen aan het bredere kader van microfinanciering, evaluatie en mogelijke beëindiging van de pilot of doorstart bij succes.

b. Uitbreiding pilot borgstellingsregeling SZW

Bij brief van juni 2007 van de Staatssecretaris van SZW bent u geïnformeerd over de pilot voor uitkeringsgerechtigden waarin een borgstellingsregeling voor kredieten wordt uitgetest. Met deze pilot wordt het starten van een zelfstandig bedrijf of beroep door uitkeringsgerechtigden actief gestimuleerd. Financiering van bedrijfskapitaal voor starters vanuit een uitkering vindt plaats via de banken onder borgstelling van het Rijk. Bij de verlening van de borgstelling vindt screening vooraf plaats door de gemeenten. De banken vertrouwen hier in belangrijke mate op, zodat hun kosten op dat vlak grotendeels worden weggenomen.

De eerste resultaten van deze pilot zijn positief. Het blijkt dat starters met een borgstelling en coaching makkelijker een krediet krijgen bij een bank en dat ondernemers het waarderen als ze net als iedere andere ondernemer een lening hebben bij een reguliere bank. Deze positieve ervaringen en de vergelijkbaarheid van de doelstelling van de SZW-pilot met de voornemens tot aanpassing van de BBMKB-regeling voor microkredieten hebben mij er in overleg met de Staatssecretaris van SZW toe doen besluiten om beide initiatieven te verenigen.

In de gebieden van de SZW-pilot zal voor niet-uitkeringsgerechtigden dezelfde borgstelling worden uitgetest als voor uitkeringsgerechtigden. Voor leningen tot 35 000 euro zal voor deze uitbreiding van de SZW-pilot een voorziening worden getroffen. Onderzocht wordt of het mogelijk is die voorziening in de borgstellingsregeling van SZW zelf op te nemen. Het alternatief is dat de voorziening wordt opgenomen in de subsidieregeling «starten, groeien en overdragen van ondernemingen» die in het kader van de stroomlijning van EZ-regelingen wordt opgesteld. Om te voorkomen dat bedrijven van twee subsidieregelingen gebruik kunnen maken zullen leningen tot € 35 000 van de BBMKB worden uitgesloten.

De staatssecretaris van SZW zal de duur van de SZW pilot hiertoe overeenkomstig de looptijd van de pilot met het fonds verlengen tot eind 2010. Tevens wordt het bereik van de pilot vergroot door toevoeging van twee regio’s.

De borgstellingspilot van SZW omvat ook voorzieningen voor intake en advies en coaching. Deze voorzieningen worden bij de uitbreiding naar niet-uitkeringsgerechtigden niet één op één overgenomen. In lijn met de algemene uitgangspunten voor intake en advies en coaching wordt op deze terreinen uitgegaan van lokale initiatieven met in beginsel eigen financiering. Hierover vindt nog overleg plaats met de betrokkenen in de pilotgebieden. De eerste indruk is dat deze algemene aanpak goed kan werken.

(ii) Intake en advies voor de start

Organisaties die de afgelopen jaren ervaring hebben opgedaan met intake en advies voor de start, benadrukken dat een lokale invalshoek en laagdrempeligheid van belang zijn voor het bereiken van (potentiële) ondernemers. Lokaal heeft men belang bij een aantrekkelijke eigen gemeente of regio met voldoende bedrijvigheid. Deze betrokkenheid is een waarborg voor continuïteit. Ook kan op dat niveau het beste worden beoordeeld op welke wijze (potentiële) ondernemers kunnen worden bereikt en welke aanvullende initiatieven nodig zijn naast of met bestaande organisaties. In veel gemeenten wordt dan ook actief nagedacht over de opzet van intake en advies, specifiek gericht op ondernemers. Zo hebben veel steden in hun charter voor de wijkenaanpak opgenomen dat ze in samenspraak met de projectdirectie Microfinanciering van EZ een microfinancieringsinitiatief willen starten.

Landelijk ondersteunen we deze activiteiten door kennis bijeen te brengen, best practises uit te lichten en nieuwe aanpakken uit te testen. We onderscheiden daarbij drie modellen die zijn toegespitst op kenmerken van gebieden met een hoge of een lage concentratie (potentiële) ondernemers:

– het ondernemershuis met een fysieke locatie in één of meer wijken;

– het ondernemersloket met één of meer locaties in een regio;

– het ondernemersnetwerk zonder locatie waarbij potentiële ondernemersindividueel worden benaderd en vervolgens worden geadviseerd.

Dit najaar gaan verschillende lokale pilots van start die financieel zullen worden ondersteund vanuit Economische Zaken. De drie modellen worden daarin uitgetest op effectiviteit (welke aantallen ondernemers worden bereikt en geholpen) en efficiëntie. Daarnaast kennen de pilots ieder een eigen vernieuwende aanpak, bijvoorbeeld op het terrein van bereiken van de ondernemers of samenwerking tussen lokale partijen. Deze pilots zullen worden uitgevoerd in gebieden waarin extra initiatieven zinvol zijn. Op dit moment vinden gesprekken plaats voor pilots in Groningen, Utrecht, Deventer, Eindhoven en West-Brabant.

Eveneens dit najaar komt een toolkit voor de opzet en verbetering van intakepunten beschikbaar. Deze toolkit wordt gezamenlijk opgezet door praktijkdeskundigen. Het is een hulpmiddel voor lokale partijen die een initiatief willen starten of verbeteren. De ervaringen die komend jaar in de pilots worden opgedaan, zullen daarin worden opgenomen. De toolkit is daarmee een groeiende handleiding voor lokale partijen.

(iii) Coaching na de start

Coaching van ondernemers kan van doorslaggevend belang zijn voor het welslagen van een jonge of groeiende onderneming. Er zijn in Nederland veel vrijwillige coaches met ondernemerservaring die bereid zijn hun kennis en ervaring te delen met een nieuwe generatie ondernemers. Daarnaast zijn er betaalde coaches die hun diensten specifiek toesnijden op ondernemers.

Om deze veelheid aan nuttige kennis en diensten beter inzichtelijk te maken, is een landelijke database van coachingorganisaties ontwikkeld die deze week wordt gelanceerd. Lokale initiatieven en ondernemers kunnen daarmee eenvoudiger op zoek naar een goede coach die de micro-ondernemer verder kan helpen.

Vervolgens wordt ingezet op uitbreiding van het coachingnetwerk, zodat landelijke dekking ontstaat. Evenals voor intake en advies geldt dat lokale inbreng en keuzes richtinggevend zijn.

(iv) Landelijk Netwerk Microfinanciering

Voor een verdere professionalisering van microfinancieringsinitiatieven wordt gebouwd aan een Landelijk Netwerk Microfinanciering. Intakepunten, coaches en financiers zijn uitgenodigd om deel te nemen aan dit netwerk en microfinanciering landelijk toegankelijk te maken door onderlinge kennisuitwisseling en samenwerking. Het netwerk komt op 11 september a.s. bijeen in een landelijke bijeenkomst om het concept microfinanciering nader in te vullen. Gedurende de opstartfase van het netwerk treden EZ en SZW op als aanjager van het netwerk. Het Kenniscentrum Microfinanciering fungeert als aanspreekpunt voor betrokkenen. Zoals hierboven gedeeltelijk beschreven, wordt het netwerk door EZ en SZW gevoed met tools en best practices. Daarnaast worden gezorgd voor nieuwsbrieven, bijeenkomsten en een website. Ook coördineren EZ en SZW de landelijke publiciteit. De verwachting is dat het veld deze rol vanaf 2010 zelf op zich zal kunnen nemen.

De staatssecretaris van Economische Zaken

F. Heemskerk


XNoot
1

Tot nu toe werd bij voor microfinanciering in Nederland een maximum bedrag van circa € 25 000 gehanteerd. De ondergrens van € 35 000 is gekozen om meer in lijn te zijn met de BBZ regeling van SZW, die leningen aan starters met een uitkering mogelijk maakt tot circa 31 500 euro. Dit bedrag wordt geïndexeerd.

Naar boven