Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2019
Door middel van deze brief wil ik u informeren over het besluit van de Stichting Sirius
– voor openbaar primair onderwijs in Amsterdam – om per 1 januari de 16e Montessorischool te sluiten.
Voorop staat dat dit heel vervelend is voor de kinderen, hun ouders en het personeel.
Navraag leert dat de kinderen terecht kunnen op een andere school van het bestuur
en allemaal in het stadsdeel naar school kunnen blijven gaan. Ook de leraren kunnen
op de andere scholen van het bestuur aan de slag. Ik vertrouw er op dat het bestuur
hier met leraren en ouders goede afspraken over maakt.
Het lerarentekort is een groot probleem, waarvan de aanpak een gezamenlijke inzet
vraagt. Landelijk en regionaal. In brief van 11 september jl. staat welke effecten
daarvan zichtbaar zijn (Kamerstuk 27 923, nr. 371). Dat een gezamenlijke aanpak nodig is, blijkt ook uit de situatie en achtergrond
van deze school. Het aantal leerlingen op de school daalt al langer en ligt al drie
jaar onder de opheffingsnorm. Daarnaast is de school door de Inspectie van het onderwijs
als onvoldoende beoordeeld. Deze combinatie van klein en kwalitatief onvoldoende is
kwetsbaar gebleken.
Op basis van de wet kan een bestuur een school onder de opheffingsnorm in stand houden
indien het totaal aantal leerlingen op alle scholen van het bestuur gemiddeld boven
de stichtingsnorm ligt. Dat is in sommige gevallen wenselijk, bijvoorbeeld om ook
in dunbevolkte gebieden een gespreid aanbod te kunnen behouden.
Kleine scholen kunnen echter ook kwetsbaar zijn, zowel voor het borgen van kwaliteit
als in situaties van tekorten. Grotere scholen hebben vaak meer mogelijkheden om tekorten
op te vangen en kwaliteit te kunnen borgen.
Niet alleen in Amsterdam maar ook in andere regio’s geldt dat er relatief veel kleine
vestigingen zijn. Voor Amsterdam en Rotterdam geldt dit voor 27% van de vestigingen,
in Den Haag voor 25% en in Utrecht voor 32% van de vestigingen. In overleggen met
de G4 is dit onderwerp ook al eerder besproken.
In Amsterdam Zuidoost is afgelopen jaren intensief overleg geweest tussen de gemeente
en de twee grootste schoolbesturen om tot een robuuster onderwijsaanbod te komen.
Dit heeft geresulteerd in het besluit om de twee besturen op korte termijn te fuseren.
De verwachting is dat dit op de langere termijn ook bijdraagt aan het efficiënter
inzetten van personeel en de kwaliteit van het onderwijs geborgd kan worden.
Ik roep de schoolbesturen in de grote steden op om nu proactief aan de slag te gaan,
waar dat niet al is gebeurd. Waar nodig sta ik hen bij en ook de inspectie kan hen
van advies en ondersteuning voorzien. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid
om ook in tijden van tekorten, te zorgen voor goede, toekomstbestendige scholen.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob