nr. 42
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2009
1.Inleiding
Hierbij ontvangt u het onderzoeksrapport «Inrichting en effecten
van schakelklassen. Resultaten van het evaluatieonderzoek schakelklassen in
het schooljaar 2007–2008».1 Dit evaluatieonderzoek
betreft de schakelklassen die in het schooljaar 2007–2008 zijn ingericht
voor leerlingen met een grote taalachterstand in het primair onderwijs. Het
onderzoek is in opdracht van het ministerie van OCW uitgevoerd door het ITS
in Nijmegen en het SCO-Kohnstamm Instituut in Amsterdam.
Schakelklassen zijn een vrij nieuw fenomeen. Gemeenten hebben in opdracht
van het ministerie van OCW vanaf het schooljaar 2006–2007, in overleg
met de schoolbesturen in hun gemeente, schakelklassen ingericht.
Met de G31 zijn prestatieafspraken gemaakt over het totaal aantal leerlingen
dat deelneemt aan schakelklassen in de periode 2006–2010.
Uit de evaluatie blijkt dat er in het schooljaar 2007–2008 door
68 gemeenten 430 schakelklassen zijn ingericht met totaal 4500 leerlingen.
Uit een quick scan van 2009 blijkt dat er in het schooljaar 2008–2009
inmiddels 80 gemeenten zijn die schakelklassen inrichten met totaal ruim 6 200
leerlingen.
2. Effecten van schakelklassen
Uit het bijgevoegde evaluatierapport blijkt dat schakelklassen een effectief
nieuw instrument zijn binnen het onderwijsachterstandenbeleid.
De algemene conclusie is dat schakelklasleerlingen in het algemeen wat
taal betreft méér leerwinst hebben geboekt dan vergelijkbare
leerlingen in de controlegroep. Dit bleek vorig jaar uit de evaluatie van
het schooljaar 2006–2007 en wordt opnieuw aangetoond in deze evaluatie
over het schooljaar 2007–2008.
De taalprestaties van schakelklasleerlingen gaan omhoog en de kopklassers
(schakelklas in de vorm van een extra jaar aan het eind van het basisonderwijs)
gaan naar hogere schooltypes in het voortgezet onderwijs. Eveneens blijkt
dat de extra aandacht voor taal niet ten koste gaat van de rekenprestaties.
Verder zijn schakelklasleerlingen over het algemeen met veel plezier naar
school gegaan en ervaren zij de schakelklassen zeker niet als negatief.
Ook de ouders zijn tevreden met de deelname van hun kind aan de schakelklas
en met de vorderingen die in het schakeljaar gemaakt zijn.
En ook bij gemeenteambtenaren, schooldirecteuren, intern begeleiders en
leerkrachten van de schakelklas overheersen enthousiasme, motivatie en het
gevoel met een succesvolle activiteit bezig te zijn.
In de meeste gevallen is het schakeljaar (met uitzondering van de kopklas),
geen extra jaar bovenop de acht jaar basisonderwijs, maar een «gewoon»
jaar waarin, in kleine groepen, extra intensief aan taal wordt gewerkt.
Vervolgonderzoek taalresultaten voormalige schakelklasleerlingen
De doelstelling van de schakelklas is dat leerlingen met succes de schoolloopbaan
in de reguliere klas kunnen vervolgen en doorstromen naar een hogere vorm
van voortgezet onderwijs dan wanneer de schakelklas niet was gevolgd.
Het is dan ook verheugend dat dit evaluatieonderzoek uitwijst dat er goede
resultaten door leerlingen worden geboekt door deelname aan een schakelklas.
Om na te gaan of de leerwinst van schakelklasleerlingen ook behouden blijft
nadat zij de schakelklas hebben verlaten, heb ik het ITS en SCO-Kohnstamm
Instituut opdracht gegeven dit te onderzoeken. De resultaten van dit vervolgonderzoek
komen in 2010 beschikbaar.
Nut van de evaluatiegegevens voor gemeenten en scholen
Met al deze evaluatiegegevens hebben gemeenten, schoolbesturen en scholen
belangrijke informatie in handen over mogelijkheden en effecten van schakelklassen.
Deze informatie kan door hen, wanneer na het schooljaar 2009–2010
een nieuwe periode in het onderwijsachterstandenbeleid aanbreekt, benut worden
bij het nemen van beslissingen over het inzetten van de schakelklas als lokaal
instrument in de bestrijding van onderwijsachterstanden.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. A. M. Dijksma