Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 31293 nr. 179 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 31293 nr. 179 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2013
Met deze brief breng ik u op de hoogte van het plan van aanpak voor Engels in het primair onderwijs.1
Nederland is internationaal sterk georiënteerd gezien haar geografische en economische situatie. Wil Nederland behoren tot de top vijf van meest concurrerende kenniseconomieën in de wereld, dan hebben Nederlanders internationale kennis en taalvaardigheden nodig. Daarom is het leren van Engels, de taal die in internationale contacten het meest wordt gebruikt, een vereiste.
Dat basisscholen Engelse les geven is logisch. Ouders willen graag dat hun kinderen Engels leren vanaf een jonge leeftijd op school omdat ze het belangrijk vinden voor hun toekomst. Leerlingen geven dit zelf ook aan als reden. Daarom is Engels ook een van de kerndoelen.
Met het groeiende belang van Engels in onze samenleving in het achterhoofd biedt een steeds groter deel van de scholen in het primair onderwijs Engels op steeds jongere leeftijd aan. Het aanbieden van onderwijs in een vreemde taal maakt het onderwijs bovendien uitdagender en aansprekender, ook voor onze meest talentvolle leerlingen.
Leerlingen in het primair onderwijs komen elke dag in aanraking met de Engelse taal, via televisie, internet, social media, games en gewoon op straat. Uit onderzoek blijkt echter dat alleen met dit buitenschools aanbod, leerlingen geen goed Engels leren. Dat is wel belangrijk, aangezien Nederlanders steeds vaker Engels nodig hebben op internet, aan de telefoon, op straat, op het werk en tijdens hun studie.
Het is daarbij noodzakelijk om in het primair onderwijs te beginnen om een goed fundament voor Engels te leggen. «Jong geleerd is oud gedaan»: een stevig fundament voor Engels draagt bij aan vaardigheden en zelfvertrouwen van de leerling op de latere arbeidsmarkt. In het voortgezet onderwijs is hier al gehoor aan gegeven. Dit schooljaar is Engels als kernvak aangewezen omdat het een doorstroomrelevant vak is. Het is dan ook een logische stap om na te denken over de positie van Engels in het primair onderwijs.
Veel basisscholen zien de voordelen van het vroeg aanleren van Engels. Zo’n 17 procent van alle scholen begint al in groep 1 tot en met 4 met vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto). Nog eens 17 procent begint in groep 5 en 6.2
Om op deze ontwikkeling in te spelen nemen 10 pabo’s, het Europees Platform en EarlyBird deel aan de Pabo kenniscentra vvto. Deze projectgroep heeft als doel samen te werken op het gebied van vvto Engels om de kwaliteit op alle opleidingen en in de nascholing te vergroten.
Daarnaast wil een groeiende groep ouders dat hun kinderen tweetalig primair onderwijs volgen. Bij dit type onderwijs wordt tot 50 procent van de onderwijstijd in een vreemde taal (bijna altijd Engels) gegeven en krijgen kinderen een sterke internationale oriëntatie. In het voortgezet onderwijs bestaat tweetalig onderwijs al langer. Ik wil dit nu ook in het primair onderwijs mogelijk maken.
De extra taallessen zijn nuttig. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die vroeg vreemdetalenonderwijs krijgen veel beter Engels spreken dan kinderen die pas kennismaken met Engels in groep 7 of 8. Ook op andere vaardigheden scoren vvto-leerlingen iets beter.3
Onderzoek toont verder aan dat er geen negatieve effecten zijn voor het Nederlands van de leerlingen, als 15 procent van de onderwijstijd les wordt gegeven in het Engels of Duits. Leerlingen, ouders, leraren en schoolleiders zijn er enthousiast over. Bovendien is deze vorm van onderwijs effectief. De taal wordt op een natuurlijke manier aangeleerd, zonder dat er tijd verloren gaat voor andere vakken.4
Gezien het belang van goed Engels wil ik vroeg vreemdetalenonderwijs in het primair onderwijs stimuleren. Dit kan positief uitwerken voor wat we uiteindelijk willen bereiken met Engels in het voortgezet onderwijs.
Met deze brief kom ik ook de belofte van mijn voorganger na.5 Die heeft u eerder een plan van aanpak voor Engels beloofd, onder andere naar aanleiding van de adviezen van de Onderwijsraad over Engels in het primair onderwijs.6
Scholen in het primair onderwijs geven dus steeds vaker en eerder Engelse les, maar het resultaat is nog niet wat het moet zijn. Dat komt door de volgende knelpunten.
A. Te veel variatie in kwaliteit en kwantiteit
Er is een grote variatie in de kwantiteit en kwaliteit van het aanbod Engels in het primair onderwijs. Op de meeste basisscholen (66 procent) krijgen leerlingen Engels in groep 7 en 8 (soms mondjesmaat). Op andere scholen krijgen leerlingen al in de onderbouw Engelse les (vvto). Dit kan alleen al in groep 8 uiteenlopen van 7 tot 90 uur per jaar. In het speciaal onderwijs wordt Engels nog overwegend in de bovenbouw aangeboden, een klein aantal scholen biedt echter ook Engels in de onder- en middenbouw (vvto) aan.
Dit is af te zien aan de resultaten. Uit onderzoek van Cito blijkt dat kinderen die Engels in groep 7/8 hebben gehad voor lezen en luisteren slechts de standaard «minimum» behalen, voor woordenschat lukt dat zelfs niet. Dat betekent dat voor geen van deze vaardigheden de standaard «voldoende» behaald wordt. Vvto-leerlingen behalen de standaard «voldoende» voor deze deelvaardigheden wel. Leerlingen op vvto-scholen spreken ook significant veel beter Engels dan leerlingen die alleen in groep 7/8 Engels hebben gehad. Het gaat daarbij om een groot effect: als we corrigeren voor het effect van vvto-leerlingen op de hele groep, dan is de conclusie zelfs dat het spreken van kinderen die Engels in groep 7/8 hebben gehad erop achteruit is gegaan.7
Nederland start gemiddeld relatief laat met vreemdetalenonderwijs in vergelijking met andere landen. Uit onderzoek blijkt dat in de meeste landen een vroege start een positief effect heeft op de schrijfvaardigheid en in sommige gevallen ook de lees- en luistervaardigheid van leerlingen.8
B. Scholen weten niet wat het einddoel is
Scholen missen een helder doel, waar ze met hun leerlingen naar toe moeten streven. De kerndoelen geven te weinig richting en houvast. Door de groei in vvto is er behoefte aan kwaliteitseisen voor dit type onderwijs en voor de opleiding ervoor. Scholen die vvto geven willen leerlingen met meer bagage afleveren, zij hebben daarbij behoefte aan kwaliteitseisen die dit ondersteunen.
C. Er is geen goede aansluiting met het voortgezet onderwijs
Een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs ontbreekt door de grote variatie en door het gebrek aan een helder ijkpunt in het primair onderwijs. Door die versplintering wordt inefficiënt omgegaan met kostbare onderwijstijd in het primair en voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs begint vaak weer van voor af aan met Engels. Leerlingen die al langer Engels hebben gehad, raken daardoor gedemotiveerd. Ook de omgekeerde situatie komt voor. In het voortgezet onderwijs wordt een bepaald niveau verondersteld. Leerlingen die daaronder zitten, kunnen niet goed meekomen. Dat is extra nadelig, doordat Engels vanaf dit schooljaar een kernvak in het voortgezet onderwijs is en de exameneisen zijn aangescherpt. Havo- en vwo-leerlingen mogen nog maar één vijf op hun eindlijst hebben voor de vakken Nederlands, wiskunde en Engels.
D. Leerlingen met een leerstoornis of beperking
Leerlingen met een leerstoornis zoals dyslexie, of dove en slechthorende leerlingen hebben meer moeite met het leren van talen. Voor het speciaal basisonderwijs gelden echter dezelfde kerndoelen voor Engels als in het basisonderwijs. Veel leerlingen die op het voortgezet speciaal onderwijs zitten doen gewoon examen in het voortgezet onderwijs. Dat wordt zwaarder voor deze leerlingen, omdat vanaf dit schooljaar het vak bij de examens havo en vwo zwaarder mee telt.
E. Weinig zicht op kwaliteit
Het is geen wettelijke taak van de inspectie om specifiek de kwaliteit van het Engels in het primair onderwijs te bewaken. Ook staat het niet in het beoordelingskader. Waar in het voortgezet onderwijs wordt gekeken naar de opbrengsten van leerlingen op het gebied van Engels, gebeurt dat in het primair onderwijs niet. De inspectie houdt wel risicogericht toezicht op alle kerndoelen (waaronder Engels) bij signalen dat het onderwijs niet goed gegeven wordt. Zij onderzoekt dan deze signalen en gaat het gesprek aan met de school.
F. Zorgen over (na)scholing van leraren
Leraren scholen zich nauwelijks na voor Engels. Daarnaast waren er zorgen over de opleiding. Het vak werd niet op alle pabo’s even goed gegeven. De lerarenopleidingen hebben inmiddels een belangrijke stap gezet, door het uitwerken van de kennisbasis Engels. Daarin is vastgelegd over welke vakinhoudelijke en vakdidactische kennis een leraar aan het eind van de opleiding moet beschikken. Deze kennisbasis is gebaseerd op de kerndoelen Engels in het primair onderwijs.
Ik bied u dit plan van aanpak in twee stappen aan. In dit eerste deel creëer ik ruimte voor de ontwikkelingen en initiatieven in het veld door vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) te stimuleren. Daarvoor dien ik een wetswijziging in om ruimte voor onderwijs in het Engels te bieden, start ik een pilot tweetalig primair onderwijs en investeer ik in nascholing en ondersteuning op het gebied van vvto.
Later dit jaar presenteer ik het tweede deel van mijn plan van aanpak, waarmee ik de kwaliteit van het aanbod Engels en de aansluiting met het voortgezet onderwijs wil verbeteren. De mogelijke oplossingen hiervoor zijn de komende maanden onderwerp van een breder gesprek. Naast Engels zijn er namelijk ook ambities en maatregelen op andere leergebieden, zoals burgerschap, cultuureducatie, wetenschap en techniek en bewegingsonderwijs. Zoals ik in mijn brief over het inspectierapport «Over de volle breedte» heb aangegeven, wil ik de komende maanden samen met het onderwijsveld verkennen of, en hoe, we periodiek op het onderwijsaanbod van de basisscholen moeten reflecteren. Daarbij komen vragen aan de orde die voor alle leergebieden, waaronder ook Engels gelden. Bijvoorbeeld of er behoefte is aan meer richting en samenhang en aan meer informatie over het niveau van andere leergebieden dan taal en rekenen.
Met dit eerste deel van het plan van aanpak wil ik vvto stimuleren. Er zijn inmiddels al 1000 scholen die met behulp van een opstartsubsidie vvto (grotendeels Engels) in groep 1 t/m 4 geven. Bovendien wordt met vvto betere resultaten behaald. Daarom zet ik de volgende acties in:
Modernisering: wetswijziging
Ik dien zo snel mogelijk een wetsvoorstel in bij de Kamer dat scholen toestaat om tot 15 procent van de onderwijstijd in het Engels les te geven. Steeds meer scholen willen namelijk vvto aanbieden en de vreemde taal daarbij ook als instructietaal gebruiken. Dit is een van de meest effectieve manieren om een taal aan te leren, maar is wettelijk nu niet toegestaan.9 Onderzoek toont aan dat hoe meer leraren en leerlingen Engels spreken tijdens de lessen, hoe hoger de testscores zijn op alle vaardigheden.
De wetswijziging zal ook voor het Frans en Duits gelden, de twee andere talen die binnen de onderwijstijd als keuzevakken mogen worden aangeboden.
Modernisering: pilot
Daarnaast start ik in januari 2014 een pilot met tweetalig primair onderwijs. Daarbij wordt 30 tot 50 procent van de onderwijstijd in het Engels, Frans of Duits lesgegeven. Reden voor de pilot is dat sommige ouders een sterke internationale oriëntatie willen voor hun kinderen door tweetalig primair onderwijs. Dat onderwijs moet normaal bekostigd zijn en voor iedereen toegankelijk. Het Europees Platform zal deze pilot begeleiden.
Vanzelfsprekend zal ik er nauwlettend op toezien dat de pilot niet ten koste gaat van het Nederlands van de leerlingen.
Nascholing en ondersteuning
Om op effectieve wijze Engels te geven zijn leraren nodig die de taal en de didactiek goed beheersen. Leraren die vvto willen geven, of zelfs 50 procent in de pilot tweetalig primair onderwijs, moeten logischerwijs aan hogere eisen voldoen dan leraren die «gewoon» Engels in groep 7 en 8 geven.
De school en de leraar moeten er in eerste instantie samen voor zorgen dat de leraar bekwaam is om op het gewenste niveau Engels te geven. Daarvoor is een goede koppeling tussen onderwijskundig beleid en HRM beleid van de school noodzakelijk.
Om scholen en leraren te helpen bepalen wat een leraar moet weten en kunnen als zij gewoon Engels in groep 7/8, vvto of tweetalig primair onderwijs willen geven, laat ik een beschrijving van deze niveaus uitwerken die hier als handvat voor kan dienen. De beschrijving geeft ook aan hoe die eisen aan leraren passen in initiële en postinitiële scholing. De initiële opleiding zal leraren opleiden die Engels in groep 7/8 kunnen aanbieden in het primair onderwijs. Voor vvto en tweetalig primair onderwijs moet nog worden uitgewerkt wat een leraar moet kennen en kunnen. Deze beschrijving kan bijvoorbeeld als hulpmiddel dienen bij selectiegesprekken voor leraren op scholen, of voor lerarenopleidingen om te bekijken voor welk aanbod Engels zij willen opleiden, of voor leraren om te bekijken welke nascholing zij moeten volgen om aan die eisen te voldoen.
Daarnaast zal ik het Europees Platform opdracht geven om goede voorbeelden te verspreiden over vvto, onder meer over nascholing, lesmateriaal en kwaliteitsaspecten. Dit doen zij onder andere via het netwerk vvto en het netwerk Pabo kenniscentra vvto.
Tot slot blijf ik investeren in de opstartsubsidie voor vvto die scholen bijvoorbeeld voor de nascholing van hun leraren kunnen aanvragen.
Inspectietoezicht
De inspectie zal de komende jaren volgen hoe de kwaliteit van het Engels zich ontwikkelt. Zo kunnen we de kwaliteit van het onderwijs in de Engelse taal beter volgen.
Financiën
Voor dit plan van aanpak is de komende jaren circa € 1,5 miljoen per jaar beschikbaar. Het geld is bedoeld voor de pilot tweetalig primair onderwijs en de nascholing en ondersteuning voor leraren en scholen.
Zoals ik hierboven heb aangegeven zal ik u aan het eind van het jaar op de hoogte stellen van mijn bevindingen en conclusies naar aanleiding van de verkenning naar het onderwijsaanbod, waaronder over of, en zo ja welke, verdere stappen nodig zijn voor het leergebied Engels. Deze zal ik u presenteren in het tweede deel van mijn plan van aanpak voor Engels.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker
Onder het primair onderwijs wordt naast het basisonderwijs, in beginsel ook het speciaal (basis) onderwijs verstaan.
Cito, Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4. PPON rapport nr. 52, publicatie volgt in 2013.
1. Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht, Eindverslag Foreign Languages in Primary School Project. 2012. Onderzoek naar de effecten van vvto Engels op de Nederlandse en Engelse taalvaardigheid van kleuters. 2. Universiteit Utrecht, Ervaringsrapport Proefproject 15% vvto, 2012. Ervaringen van basisscholen die 3 jaar met 15% van de onderwijstijd in het Engels (of Duits) hebben geëxperimenteerd. Te downloaden op: http://www.europeesplatform.nl/sf.mcgi?3856&cat=769 .
Schriftelijk overleg over het onderzoek Engels in het basisonderwijs, 20 december 2011 (Kamerstuk 31 293, nr. 128). AO Basis voor Presteren, 23 juni 2011 (Kenmerk 32 500 VIII, nr. 207).
Onderwijsraad, Een stevige basis voor iedere leerling, 2011. Onderwijsraad, Vreemde talen in het onderwijs, 2008.
Cito, Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4. PPON rapport nr. 52, publicatie volgt in 2013.
Cito, Vaardigheden Engels en Duits van Nederlandse leerlingen in Europees perspectief, december 2012.
Onder meer: Verspoor, M., Schuitemaker-King, J. Van Rein, E., de Bot, K., & Edelenbos, P. (2010). Tweetalig onderwijs: vormgeving en prestaties. Onderzoeksrapport. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31293-179.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.