31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 499 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2021

In 2021 hebben leerlingen vanwege het coronavirus opnieuw examen afgelegd onder bijzondere omstandigheden. In tegenstelling tot 2020 kon dit jaar het centraal examen gelukkig wel doorgaan en legden leerlingen een volledig eindexamen af. Met behulp van een aantal maatregelen, zoals de mogelijkheid om examens te spreiden over meerdere tijdvakken, een extra herkansing en de duimregeling, konden leerlingen het examenjaar afsluiten op een wijze die passend was bij de omstandigheden. In het bestuurlijk overleg met de sectorraden van het vo en het vervolgonderwijs naar aanleiding van het onderstaande beeld hebben we met elkaar geconstateerd dat de maatregelen van 2021 passend zijn geweest bij de omstandigheden.

Jaarlijks maakt DUO een examenmonitor waarin zij de examenresultaten van het regulier voortgezet onderwijs van de afgelopen examenperiode presenteren, en ook afzetten tegen de eerdere jaren1. De examenmonitor geeft daarmee inzicht in zowel de resultaten van het afgelopen examenjaar, als de impact van de maatregelen die in dat jaar zijn genomen. In het najaar verschijnen diverse andere rapportages die dit beeld verder inkleuren en duiding geven aan de resultaten, waaronder de staatsexamenresultaten en de resultaten van het vaardigheidsonderzoek van het College voor Toetsen en Examens en Cito. Zoals ik u reeds aankondigde in de Kamerbrief over moties en toezeggingen over de ontwikkelingen van het primair en voorgezet onderwijs van 7 juli jl.2 zal ik de verschillende onderzoeken in het najaar samenbrengen in een analyse ten behoeve van een zorgvuldige en integrale afweging over het examenjaar 2022. Deze ontvangt u voor het einde van het jaar.

Hieronder neem ik uw Kamer mee in een aantal van de in de monitor gepresenteerde resultaten. Eerst zal ik ingaan op de slagingspercentages en de gemiddelde cijfers voor de school- en centraal examens. Vervolgens ga ik in op de effecten van de maatregelen die in 2021 zijn genomen, namelijk de duimregeling, de extra herkansing en het gebruik van de spreidingsmogelijkheden. Bijgevoegd bij deze brief vindt u de volledige monitor. Deze rapportage van DUO bevat de resultaten voor het regulier voortgezet onderwijs. De resultaten van de staatsexamens vo zijn nog niet beschikbaar omdat deze examens langer doorlopen. Daarom informeer ik uw Kamer hierover op een later moment in het najaar.

Algemene resultaten 2021

Gemiddeld slaagden 94,8% van de kandidaten in 2021. Dit percentage ligt lager dan in 2020 (98,7%) en iets hoger dan het gemiddelde in de periode 2015–2019 (92,2%). Net als in andere jaren zien we verschillen tussen de schoolsoorten. In vmbo-bb slagen gemiddeld de meeste leerlingen, in het havo ligt het slaginspercentage het laagst. Dit algemene patroon was in 2021 ook zichtbaar.

Tabel 1: Slagingspercentages per examen niveau voor de jaren 2015 t/m 2021

Tabel 1: Slagingspercentages per examen niveau voor de jaren 2015 t/m 2021

Uit bovenstaande tabel wordt ook zichtbaar dat het aantal leerlingen dat heeft deelgenomen aan het eindexamen lager lag dan in voorgaande jaren. Hierbij kunnen naast de demografische ontwikkelingen ook de hogere slagingspercentages van 2020 een rol hebben gespeeld.

In 2021 is het gemiddelde schoolexamencijfer gedaald tot iets onder het niveau van 2015–2019. In onderstaande tabel zijn alle schoolexamencijfers meegenomen bij het berekenen van het gemiddelde, ook vakken die uiteindelijk niet meegenomen zijn in de uitslagbepaling door toepassing van de duimregeling. Het effect van de duimregeling wordt in de volgende paragraaf beschreven.

Tabel 2: Het gemiddelde cijfer behaald in de schoolexamens per examenniveau
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

vwo

6,67

6,67

6,67

6,67

6,66

6,80

6,65

havo

6,36

6,37

6,36

6,35

6,35

6,52

6,31

vmbo-gt

6,50

6,51

6,51

6,49

6,46

6,55

6,41

vmbo-kb

6,44

6,45

6,46

6,45

6,42

6,62

6,40

vmbo-bb

6,42

6,45

6,44

6,43

6,40

6,50

6,41

totaal

6,48

6,48

6,48

6,47

6,46

6,60

6,43

Bij het gemiddelde cijfer voor het centraal examen zien we een lichte daling ten opzichte van 2019. Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld was er in 2021 sprake van een andere wijze van normeren dan in 2019 en daarvoor. Door de aanpassing van de normeringswijze kunnen de gemiddelde cijfers uit 2021 niet zonder meer worden vergeleken met de gemiddelde cijfers uit eerdere jaren. Dit kan vooral van invloed zijn op het gemiddelde cijfer van individuele vakken maar heeft een minder grote invloed op het onderstaande gemiddelde over de vakken heen.

Het beroepsgerichte profielvak in vmbo-gl, -kb en -bb werd dit jaar afgesloten met een schoolexamen. Scholen konden het materiaal van het centraal schriftelijk en praktisch examen wel gebruiken binnen het schoolexamen. Veel scholen hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Daarnaast telde het cijfer voor het beroepsgerichte profielvak mee in de toepassing van de zogeheten 5,5-regel.3 Daarom is in onderstaand overzicht het cijfer voor het beroepsgerichte profielvak meegenomen in het berekenen van het gemiddelde CE-cijfer. Ook de CE-cijfers van vakken die bij de uitslagbepaling werden weggelaten, zijn in de berekening van onderstaand gemiddelde meegenomen. Uit de gegevens van DUO blijkt dat het effect hiervan op cohortniveau minimaal is.

Tabel 3: Het gemiddelde cijfer behaald op de centrale examens per examenniveau
 

2015

2016

2017

2018

2019

2021

vwo

6,56

6,52

6,54

6,54

6,51

6,48

havo

6,35

6,40

6,33

6,34

6,34

6,31

vmbo-gt

6,50

6,40

6,37

6,32

6,36

6,29

vmbo-kb

6,32

6,35

6,35

6,32

6,35

6,31

vmbo-bb

6,69

6,68

6,81

6,71

6,74

6,59

totaal

6,46

6,44

6,43

6,41

6,42

6,36

Effect maatregelen examens 2021

In 2021 zijn verschillende maatregelen genomen om de voorbereidingstijd voor het examen te vergroten en leerlingen te compenseren voor de omstandigheden waarin zij tijdens corona het onderwijs genoten. Twee van deze maatregelen hebben meetbaar invloed gehad op het slagingspercentage, namelijk de extra herkansingsmogelijkheid en de mogelijkheid om één vak buiten beschouwing te laten bij het vaststellen van de uitslag (duimregeling).

Duimregeling

Leerlingen hadden in 2021 de mogelijkheid om bij het bepalen van de uitslag het eindcijfer van één vak, niet zijnde een kernvak, buiten beschouwing te laten als de leerling hierdoor alsnog kon slagen. DUO heeft vastgesteld dat over alle examenniveaus heen 10,2% van de kandidaten geslaagd zijn met toepassing van deze zogeheten duimregeling. Een veel kleinere groep (0,5%) is geslaagd door toepassing van zowel de duimregeling als de mogelijkheid tot een tweede herkansing. De groep die baat heeft gehad bij een tweede herkansing maar geen gebruik heeft kunnen maken van de duimregeling is heel klein (0,1%). Voor alle schoolsoorten geldt dat leerlingen het vaakst een profielvak duimden. Deze uitkomst is niet onlogisch omdat de kernvakken waren uitgesloten van de duimregeling en alle leerlingen van een bepaald profiel specifieke vakken verplicht volgen als onderdeel van het profieldeel.

Tabel 4: Het aantal en aandeel kandidaten dat geslaagd zou zijn zonder maatregelen, en dat geslaagd is vanwege de duimregeling, extra herkansing, of de combinatie van beide, per examenniveau

Tabel 4: Het aantal en aandeel kandidaten dat geslaagd zou zijn zonder maatregelen, en dat geslaagd is vanwege de duimregeling, extra herkansing, of de combinatie van beide, per examenniveau

Herkansingen

Leerlingen die in 2021 opgingen voor het diploma konden het centraal examen van twee vakken herkansen. Hoewel er dus sprake was van een ruimere herkansingsmogelijkheid dan normaal, daalde het aandeel kandidaten dat één of meer herkansingen aflegde. Mogelijk is dit te verklaren door het kunnen inzetten van de duimregeling om alsnog te slagen. Voor vmbo-bb en -kb speelde hoogstwaarschijnlijk ook mee dat het beroepsgerichte profielvak dit jaar met een schoolexamen werd afgesloten (herkansingen van het schoolexamen worden niet door DUO geregistreerd).

Figuur 2: Het aandeel kandidaten dat één of meer herkansingen aflegt, per examen niveau

Figuur 2: Het aandeel kandidaten dat één of meer herkansingen aflegt, per examen niveau

Hoewel het aandeel kandidaten dat een herkansing aflegde (licht) daalde in 2021 ten opzichte van eerdere jaren, zagen we in 2021 dat het aandeel van kandidaten dat herkanste zonder dat dit nodig was om te kunnen slagen juist steeg. DUO liet hiermee de kandidaten die één van de twee herkansingen nodig had om te kunnen slagen buiten beschouwing, wat de stijging des te opvallender maakt.

Effect van de maatregelen op leerlingen

De duimregeling en de extra herkansing hadden niet alleen invloed op de uitslag van leerlingen, maar ook op hun gedrag in aanloop naar het examen. Zo zullen naar verwachting sommige leerlingen zich gericht hebben ingespannen omdat zij wisten dat de duimregeling voor hen een vangnet bood. Hierdoor kan uit bovenstaande gegevens bijvoorbeeld niet worden geconcludeerd dat zonder de duimregeling het slagingspercentage tien procentpunt lager zou hebben gelegen. Naar verwachting zou dat effect al met al wat kleiner zijn geweest. Er kan echter niet worden nagegaan wat leerlingen hadden gedaan als deze maatregelen er niet waren. Op basis van bovenstaande gegevens kunnen daarom geen conclusies worden getrokken over de vaardigheid van leerlingen uit cohort 2021. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en Cito voeren daarom een onderzoek uit om de vaardigheid van deze groep leerlingen zo goed als mogelijk in kaart te brengen. Dit onderzoek zal ik u voor het einde van het jaar doen toekomen.

Spreiden over de tijdvakken

Naast de extra herkansingsmogelijkheid en de duimregeling hadden leerlingen in 2021 ook de mogelijkheid om de examenafnames te spreiden over twee volledige tijdvakken. Uit de gegevens blijkt dat het merendeel van de leerlingen er voor koos om alle vakken in het eerste tijdvak af te leggen. Voor havo en vwo was dit ongeveer 84% en in vmbo-gt 91%. Slechts een enkele leerling legde alle vakken voor het eerst in het tweede tijdvak af. De overgrote meerderheid van leerlingen in vmbo-bb en -kb legt digitaal examen af gedurende een flexibele afnameperiode, waardoor er voor hen geen sprake is van tijdvakken. Van de mogelijkheid om herkansingen in het derde tijdvak af te leggen, werd meer gebruik gemaakt, zoals de tabel hieronder laat zien.

Tabel 5: Het aantal en aandeel herkansingen afgenomen in het tweede en derde tijdvak per examenniveau

Tabel 5: Het aantal en aandeel herkansingen afgenomen in het tweede en derde tijdvak per examenniveau

Tot slot

Ik ben blij om te zien dat het scholen wederom gelukt is om leerlingen in het afgelopen schooljaar, onder soms moeilijke omstandigheden, goed voor te bereiden op het eindexamen. Dankzij deze inspanningen en de inzet van leerlingen zelf is het veel leerlingen gelukt om met goed gevolg de overstap te maken naar het vervolgonderwijs. In het najaar zullen we, naast de eerder genoemde onderzoeken, ook een beter beeld kunnen vormen van de effecten van de maatregelen van 2021 op de instroom in en de doorstroom naar het vervolgonderwijs. Deze inzichten zal ik betrekken bij de verdere besluitvorming.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstukken 35 570 VIII en 25 295, nr. 276.

X Noot
3

Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn.

Naar boven