Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2020
Met deze brief bieden wij u de uitkomsten aan van het onderzoek naar de voor- en nadelen
van een brede invoering van diploma’s met vakken op verschillende niveaus1. Dit onderzoek is aangekondigd in het regeerakkoord.
Inleiding
Het voortgezet onderwijs is ingedeeld in schoolsoorten, leerwegen en profielen met
daarbinnen keuzemogelijkheden voor sommige vakken. Deze structuur biedt een evenwicht
tussen herkenbare schoolsoorten met heldere perspectieven enerzijds, en ruimte voor
leerlingen om zich te ontwikkelen en profileren op basis van hun talenten en interesses
anderzijds. De afgelopen jaren is er echter in het onderwijsveld meer aandacht gekomen
voor hoe recht kan worden gedaan aan de inzet van leerlingen die met hun talenten
hun respectievelijke schoolsoort of leerweg overstijgen.
Parallel hieraan bereikt ons ook de wens uit een deel van de vo-sector om het eindexamen
aan te passen voor leerlingen die nu veel moeite hebben met één vak of één categorie
vakken (bèta, alfa, gamma), maar daarbuiten normaal of zelfs goed presteren. Dit probleem
zou vaak pas bij het eindexamen volledig zichtbaar worden, als de leerling een onvoldoende haalt op dat vak
of zelfs op dit vak zakt. Binnen het voortgezet onderwijs en ook de andere onderwijssectoren
wordt daarom al enige tijd gesproken over hoe beide groepen leerlingen kunnen worden
bediend. Een voorbeeld hiervan is de discussienotitie Toekomst van ons Onderwijs2.
Resultaten onderzoek en vervolg
Het onderzoek levert een aantal bemoedigende resultaten op ten aanzien van de mogelijkheid
om vakken op hoger niveau af te sluiten. Deze uitkomsten sluiten aan bij bevindingen
rond andere maatwerkmogelijkheden zoals het afsluiten van extra vakken of versneld
examen afleggen. We zien bijvoorbeeld dat het kunnen volgen en afsluiten van vakken
op hoger niveau een positief effect heeft op de motivatie en het gevoel van eigenwaarde
van leerlingen. Tegelijk blijkt er ook veel interesse te zijn van examenkandidaten
om hun zwakkere vak op lager niveau af te mogen sluiten, terwijl dat voor velen op
basis van hun perspectief om te slagen niet nodig hoeft te zijn.
De bevindingen uit het rapport bieden aanleiding om in gesprek te gaan met de VO-raad,
MBO raad, VH, VSNU en het LAKS over de behoeften en mogelijkheden binnen iedere sector
om brede talentontwikkeling te stimuleren. Vanwege de uitbraak van het Coronavirus
en de grote gevolgen die dit heeft voor de organisatie van onderwijs in alle sectoren,
stellen wij dit gesprek uit tot het najaar.
Ondertussen blijven wij nauw betrokken bij de pilotgroep Maatwerkdiploma, en dan? In deze pilot onderzoeken instellingen voor vo, mbo, hbo en wo uit het zuiden van
het land hoe de aansluiting van leerlingen richting het vervolgonderwijs kan worden
verbeterd die vakken versneld of op hoger niveau hebben afgesloten.
Daarnaast blijven ons ministerie en de Inspectie van het Onderwijs als vraagbaak en
toehoorder betrokken bij de Initiatiefgroep Recht op Maatwerk, waarin de VO-raad scholen die maatwerk bieden van elkaars ervaringen laat leren.
Wij zullen uw Kamer informeren over de uitkomsten van ons gesprek met de raden en
geven dan voor het kerstreces in 2020 ook een uitgebreidere reactie op het meegestuurde
onderzoeksrapport.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven