Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2015
Hierbij bied ik u het rapport van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie)
«Opbrengstgericht werken aan taal en rekenen in het voortgezet onderwijs»1.
De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor het verbeteren van de taal- en
rekenvaardigheden. Het is immers belangrijk voor leerlingen om juist de basisvaardigheden
goed onder de knie te krijgen. Het is goed om te zien dat dit ertoe geleid heeft dat
bijna 90 procent van de onderzochte scholen beleid heeft op het gebied van taal en
rekenen. Bij eveneens bijna 90 procent van de scholen is een rekencoördinator aangesteld;
een taalcoördinator is er op 74 procent van de scholen.
Er zijn belangrijke stappen op het gebied van opbrengstgericht werken gezet. Het overgrote
deel van de scholen verzamelt gegevens over het taal- en rekenniveau van de leerlingen
en neemt maatregelen om achterstanden weg te werken. Slechts op een klein aantal van
de scholen worden gegevens over de taal- en rekenresultaten van leerlingen echter
ook echt gebruikt om de lessen vorm te geven. Leraren zouden hun lessen effectiever
kunnen inrichten wanneer ze de beschikbare resultaten van toetsen beter zouden gebruiken,
bijvoorbeeld voor het afstemmen van de instructie op de verschillen tussen leerlingen.
Om het opbrengstgericht werken in de klas verder te stimuleren, investeer ik onder
andere in het intensiveringstraject rekenen van het Steunpunt taal en rekenen vo en
in de pilot met de diagnostische tussentijdse toets. Daarnaast werken scholen aan
de ontwikkeling tot een lerende organisatie via LEERkracht en School aan Zet.
De inspectie onderscheidt drie stadia van ontwikkeling in opbrengstgericht werken,
waarvan de meeste scholen zich tussen het middelste en het laatste stadium bevinden.2 Het rapport bevat aanbevelingen voor scholen om op te schuiven naar een volgend ontwikkelingsstadium.
Als de school zorgt voor de goede randvoorwaarden, hoeft de bestrijding van taal-
en rekenachterstanden voor leraren weinig extra werk te kosten. Het gaat vooral om
bewustwording en het leggen van bepaalde accenten in de les.
In het Onderwijsverslag 2013–2014, dat u volgende week ontvangt, zal de inspectie
ook beknopt ingaan op dit rapport.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker