De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat kennisoverdracht ten behoeve van de maatschappij (valorisatie) de
derde kerntaak is van universiteiten en van groot belang is voor onze samenleving;
constaterende dat Nederland steeds succesvoller is als kraamkamer van start-ups, maar
dat deze nog onvoldoende doorgroeien naar scale-ups;
constaterende dat het kabinet momenteel een verkenning uitvoert naar de inzet die
nodig is om te komen tot een Nederlands valorisatie-ecosysteem dat tot de absolute
wereldtop behoort, zoals verzocht in de motie-Van Strien c.s. (35 935-XII, nr. 24);
constaterende dat het Nationaal Groeifonds kansen biedt om het Nederlandse valorisatie-ecosysteem
te versterken;
overwegende dat universiteiten zowel via afspraken over IP als via aandeelhouderschap
betrokken zijn bij start-ups die uit hun kennis voortkomen, maar dat hun belangen
niet altijd parallel lopen en dat dit belemmeringen voor doorgroei kan opwerpen;
overwegende dat er landelijk inmiddels veel voorbeelden van geslaagde samenwerking
te vinden zijn;
verzoekt de Minister van OCW in samenwerking met de Minister van EZK, universiteiten
en andere kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, start-ups en bedrijfsleven
tot een eenduidige visie op maatschappelijke impact, waaronder valorisatie, te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Woude
Van der Graaf