31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 682 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2019

Hierbij zend ik u de reactie op het verzoek van de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar aanleiding van mijn brief van 12 december 2018 inzake Verslag schriftelijk overleg aanpak herziening bekostigingssystematiek hoger onderwijs en onderzoek.

U heeft mij verzocht een schriftelijke reactie te geven op het tijdpad dat ik voor ogen heb voor de herziening van de bekostigingssystematiek hoger onderwijs en onderzoek en daarbij tevens aan te geven wat ik wanneer van uw Kamer verwacht. Via deze brief kom ik aan uw verzoek tegemoet.

Ik heb de commissie Van Rijn gevraagd mij te adviseren over de herziening van de bekostigingssystematiek. Deze commissie is in oktober 2018 gestart met haar werkzaamheden en zal eind april 2019 haar advies aan mij aanbieden. Ik heb de commissie expliciet gevraagd zich te richten op een herziening die nog deze kabinetsperiode (2020 of 2021) in werking kan treden. Het advies van de commissie zal ik zo tijdig mogelijk aan uw Kamer sturen.

In mijn beantwoording van het Schriftelijk Overleg1 (over de aanpak van de herziening van de bekostigingssystematiek hoger onderwijs en onderzoek) heb ik aangegeven dat implementatie van de herziening in 2020 mogelijk is indien het een aanpassing van de systematiek betreft die gerealiseerd kan worden via een wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs en dat deze aanpassing ook voor DUO per 2020 uitvoerbaar moet zijn. Daarnaast zal een deel van het advies worden verwerkt in de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek die ik eind 2019 aan uw Kamer zal aanbieden. Ik ga mij maximaal inspannen om de herziening in 2020 mogelijk te maken en heb mijn tijdpad daar ook op afgestemd, maar daar heb ik ook de medewerking van uw Kamer voor nodig.

Een wijziging van de bekostigingssystematiek in 2020 vereist dat de aanpassing geregeld wordt via een wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs die uiterlijk begin september 2019 gereed moet zijn. Bovendien moet DUO de aanpassing in oktober 2019 gereed kunnen hebben. Dat is het moment waarop DUO de instellingen moet informeren over de hoogte van de rijksbijdrage vanaf januari 2020. Besluitvorming dient daarom vóór september 2019 te zijn afgerond.

Ik heb uw Kamer toegezegd mijn beleidsreactie op het advies van de commissie tijdig voor het zomerreces 2019 aan uw Kamer aan te bieden. Na oplevering van het advies van de commissie Van Rijn verwacht ik circa zes weken nodig te hebben om mijn beleidsreactie op te stellen, af te stemmen en via de voorportalen en ministerraad aan uw Kamer te kunnen sturen. Dat betekent dat uw Kamer uiterlijk 21 juni mijn beleidsreactie krijgt zodat uw Kamer nog voor het zomerreces van 2019 daar een algemeen overleg over kan inplannen en de besluitvorming op tijd is afgerond om inwerkingtreding in 2020 mogelijk te maken.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 672.

Naar boven