31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 414 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 januari 2015

Mede met het oog op het overleg met uw Kamer over de Wetenschapsvisie 2025 op 11 februari a.s. informeer ik u onderstaand over de voortgang op het gebied van open access.

Regelmatig ontvang ik brieven van leraren of van medisch specialisten die voor een goede uitoefening van hun vak kennis moeten hebben van de meest actuele stand van zaken in hun vakgebied, maar die bij het zoeken naar relevante wetenschappelijke artikelen nog te vaak voor de toegang daartoe moeten betalen. Dat is niet in het belang van het onderwijs of de zorg. Het is ook niet in het belang van burgers die via belastingen en goede doelen betalen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek maar, wanneer zij met een ernstige ziekte worden geconfronteerd en voor moeilijke beslissingen staan, geen kennis kunnen nemen van de laatste stand in de medische wetenschap. Het is ook niet in het belang van een sterk en innovatief MKB dat nieuwe wetenschappelijke inzichten nodig heeft om innovatieve producten en diensten in de markt te kunnen zetten.

Daarom heb ik in mijn brief van 15 november 2013 (Kamerstuk 31 288, nr. 354) open access tot prioriteit benoemd. Vrije toegang tot de wetenschappelijke kennisproductie is belangrijk voor de vooruitgang in de wetenschap, de bevordering van innovatie en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Resultaten van publiek gefinancierd onderzoek moeten dan ook publiek beschikbaar zijn.

In de brief heb ik gewezen op het belang van een snelle en budgettair-neutrale transitie en van betrokkenheid van alle partijen: onderzoekers, universiteiten, NWO en wetenschappelijke uitgevers.

Mede naar aanleiding van mijn brief zijn flinke stappen gezet, zowel internationaal als nationaal:

  • 1. Internationaal heb ik samen met mijn Britse collega een non-paper geschreven, als inzet voor gezamenlijk Europees open access beleid, ook is open science prioriteit in het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016.

  • 2. Met VSNU en NWO zijn afspraken gemaakt over een verscherpte inzet van universiteiten en NWO op open access.

  • 3. In de onderhandelingen met de wetenschappelijke uitgevers is door de gezamenlijke universiteiten succes geboekt met een positief onderhandelingsresultaat met Springer.

  • 4. Tenslotte zijn afspraken gemaakt om te monitoren of de streefgetallen voor open access publiceren ook daadwerkelijk worden gerealiseerd.

Onderstaand informeer ik u over de vorderingen op ieder van deze punten. Ik waardeer met name de inspanningen van de universiteiten en NWO om zich vol in te zetten voor de transitie naar open access.

1. Internationale aanpak

Mijn ambitie is dat Nederland een voortrekkersrol blijft spelen bij het verder tot ontwikkeling brengen van open access. Mede dankzij de inspanningen van alle betrokkenen en het succes in de onderhandelingen met de wetenschappelijke uitgevers, slagen wij hier goed in.

Om een snelle transitie naar open access mogelijk te maken is het onontbeerlijk om internationaal goed samen te werken. Samen met mijn Britse collega heb ik een non-paper geschreven dat fungeert als input voor gezamenlijk Europees beleid op het gebied van open access. Het non-paper maakt geen principiële keuze voor «gold» of «green» open access maar gaat uit van zo kort mogelijke embargoperiodes. Internationaal is er momenteel een grote voorkeur voor «green» open access en ik wil zo veel mogelijk Europese landen de gelegenheid bieden zich aan te sluiten bij een krachtige beweging naar open access. Dit is nodig om voldoende kritische massa te realiseren om de transitie ook echt te kunnen maken.

Open access is een prioriteit voor het Nederlandse EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016. Daarbij plaats ik open access in de bredere context van «open science». Dit laatste sluit aan bij de Science 2.0 consultatie van de Europese Commissie en is in lijn met het debat over «science with and for society» dat recent is gevoerd tijdens de Raad voor Concurrentievermogen op 5 december 2014 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 340). In dit debat heb ik aangegeven dat het versterken van de maatschappelijke impact één van de prioriteiten is van de recent uitgebrachte Wetenschapsvisie 2025 en dat onderzoek en innovatie bijdragen aan economische groei en het creëren van banen. Onderzoekers moeten hierin worden gesteund door ze niet alleen af te rekenen op de kwaliteit van hun wetenschappelijk werk maar ook op de impact van hun onderzoek op de maatschappij en op hun onderwijsinspanningen. Open access en open science passen goed bij de ambitie om de maatschappelijke impact van wetenschap te versterken.

Met NWO, VSNU (incl. UKB-Samenwerkingsverband van Universiteitsbibliotheken en Koninklijke Bibliotheek), de Koninklijke Bibliotheek en SURF heb ik afgesproken dat zij zich in internationale gremia, bijvoorbeeld in Europese en internationale organisaties waarvan zij lid zijn, zullen inzetten voor het bevorderen van open access. Om dit doeltreffend te kunnen doen, is voor deze organisaties ook steun vanuit de overheid belangrijk. Daarom zal ik waar dat in mijn vermogen ligt de transitie naar open access agenderen.

2. Afspraken met VSNU en NWO

Met de VSNU heb ik daarnaast afspraken gemaakt over de communicatie met de achterban en maatschappij – ook in het buitenland. Internationaal krijgen de Nederlandse onderhandelingen namelijk veel aandacht. De VSNU heeft bij aanvang van het academisch jaar met een brief de gehele academische gemeenschap opgeroepen om open access te publiceren, bijvoorbeeld door artikelen te deponeren in de repositories van universiteiten.

NWO heeft besloten om de financieringsvoorwaarden voor open access aan te scherpen en gaat hierbij uit van een voorkeur voor de «golden road» voor open access met als alternatief de «green road» mits hieraan geen embargoperiodes zijn verbonden (de Gates Foundation heeft eind 2014 dezelfde voorwaarden opgenomen voor haar subsidieverstrekkingen). Hiermee levert NWO een bijdrage aan de groei van open access. Ook gaat NWO scherper handhaven op de naleving van de verplichting om in open access te publiceren en consequenties verbinden aan niet naleving.

Hoewel mijn brief van 15 november 2013 zich beperkte tot open access van wetenschappelijke publicaties, vind ik het niettemin belangrijk om melding te maken van vorderingen die zijn gemaakt op het vlak van open access van onderzoeksdata. NWO is een pilot gestart voor het verplicht stellen van een dataparagraaf bij aanvragen en een datamanagement-plan bij honorering. Dit bevordert de bewustwording om data te delen en maakt onderzoekers meer bewust van de kosten van data en van de mogelijkheden van hergebruik en toetsing op de integriteit van de data. Ook de universiteiten werken aan researchdatamanagement, zoals processen en werkwijzen om data te archiveren en toegankelijk te maken. Samen met het Ministerie van Economische Zaken wordt op Europees niveau bijgedragen aan Europese beleidsontwikkeling over open onderzoeksdata, onder andere via de ERAC Taskforce en de ERA Roadmap die medio 2015 zal verschijnen.

3. Onderhandelingen van de universiteiten met de uitgevers

In het voorjaar vonden rondetafelgesprekken plaats met VSNU, NWO, UKB, Koninklijke Bibliotheek en de wetenschappelijke uitgevers. Ik ben verheugd over de manier waarop de VSNU hierna de regie genomen heeft op de onderhandelingen met de wetenschappelijke uitgevers. Ook heb ik veel waardering voor de wijze waarop uitgever Springer stappen zet naar open access. Met Springer is binnen de budgettaire kaders van de universiteiten een akkoord bereikt over het vrij beschikbaar stellen van publicaties van Nederlandse universitaire onderzoekers in bestaande tijdschriften (ca. 1.500 titels) en over de toegang vanuit de universiteiten tot de internationale Springer tijdschriften (ca. 1.900 titels). Hiermee is een win-win situatie bereikt voor de Nederlandse wetenschap en de uitgever.

De onderhandelingen met Elsevier verlopen vele malen ingewikkelder. Nadat deze aanvankelijk waren opgeschort zijn de onderhandelingen met Elsevier eind december hervat op basis van een nieuw onderhandelingsvoorstel van Elsevier. Het huidige contract met Elsevier is met één jaar verlengd, waardoor de toegang tot de artikelen in tijdschriften van Elsevier gewaarborgd blijft. De onderhande-lingen met Sage, Wiley en Oxford University Press zijn zeer recent gestart. Ik ga ervan uit dat de uitgevers zich in die onderhandelingen constructief zullen opstellen.

De deal met Springer laat overigens zien dat de transitie naar open access publiceren niet tot hogere kosten hoeft te leiden. Dit beeld wordt bevestigd door het Ecorys-onderzoek (zie bijlage)1. Hierin is berekend wat het zou kosten als de gehele Nederlandse kennisproductie in open access zou plaatsvinden en hiervoor via zogeheten APC’s (article processing charges) zou worden betaald. Dit bedrag wordt geschat tussen de € 33 en de € 50 miljoen. Dat is ongeveer gelijk aan (of minder dan) het bedrag dat nu door de totale publieke markt wordt betaald voor de diensten van uitgeverijen (€ 45 miljoen).

Afgesproken is dat de VSNU over de voortgang en resultaten van de onderhandelingen communiceert met de wetenschappelijke gemeenschap. Ik zal conform afspraak blijven bevorderen dat de nieuwe overeenkomsten ruimte geven aan open access publiceren door Nederlandse onderzoekers en tegelijk de internationale literatuur voor wetenschappers toegankelijk blijft. Waar dat gepast is zal ik zelf actie ondernemen om uitgevers en universiteiten nader tot elkaar te brengen om dit doel te bereiken.

4. Monitoring

Voor het publiceren van open access artikelen in peer reviewed tijdschriften hanteer ik als streefgetallen dat in het jaar 2018 zestig procent in open access wordt gepubliceerd en honderd procent in 2024. Om te zien of deze streefgetallen ook daadwerkelijk worden behaald zal ik de ontwikkelingen nauwlettend volgen.

Als eerste stap om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van open access is aan onderzoeksbureau Ecorys gevraagd de Nederlandse markt van open access publiceren nauwkeuriger in kaart te brengen (zie bijlage). Uit dit onderzoek blijkt dat Nederland ca. 42.000 wetenschappelijke artikelen per jaar voortbrengt en dat meer dan de helft van de Nederlandse wetenschappelijke artikelen van de afgelopen 10 jaar op internet te achterhalen is. Dit betreft zowel goud, groen als hybride vormen van open access. Het aandeel van gold open access bedraagt naar schatting rond de 12 procent (ca. 5.000 Nederlandse artikelen).

Vervolgens is het CWTS (Centre for Science and Technology Studies uit Leiden) gevraagd om voor de Nederlandse publicaties nauwkeuriger, naar vakgebied en instelling, de mate van open access publiceren in kaart te brengen (zie bijlage)2. Op basis van dit (beknopte) rapport kunnen we concluderen dat de berekeningen voor het aandeel in WoS (Web of Science) identificeerbare golden open access artikelen liggen tussen de drie en acht procent. Hiermee verband houdt de conclusie van het CWTS dat de kwaliteit van de basisgegevens over open access publicaties en het type van open access nog onvoldoende is om hierop een gefundeerd oordeel te kunnen baseren. Ik zie de resultaten dan ook als een opmaat naar het rapporteren vanuit de universiteiten zelf: cijfers kunnen het beste aan de (publicatie)bron verzameld worden en daarmee kan elke universiteit ook sturing geven om de open access doelen te realiseren.

Gecoördineerd door de VSNU werken de universiteiten aan het aanpassen van hun infrastructuur (researchinformatiesystemen) om open access publicaties beter te kunnen monitoren. In 2015 zullen de systemen worden aangepast zodat de universiteiten voor het eerst in 2016 resultaten kunnen presenteren. Hieruit zal moeten blijken of de streefgetallen van zestig procent in 2018 en honderd procent in 2024 haalbaar zijn. Naast de universiteiten zal ik ook NWO en KNAW vragen om over de publicaties van hun instituten te rapporteren. Doel is om jaarlijks valide, betrouwbare en vergelijkbare gegevens te presenteren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven